Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zelfgewilde einde van oude mensen (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zelfgewilde einde van oude mensen
Afbeelding van Het zelfgewilde einde van oude mensenToon afbeelding van titelpagina van Het zelfgewilde einde van oude mensen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure
non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/filosofie-ethiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zelfgewilde einde van oude mensen

(1992)–H. Drion–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 58]
[p. 58]

Wordt steeds ouder, net als ik; het beste staat ons nog te wachten'
Uit: ‘Hedendaagse dialogen’, Lancet (1959)

Socrates: Ik ben blij te zien dat je weer op bent, Nestor. Mij werd vertel dat je longontsteking had. Nestor: Dat klopt, Socrates, maar mijn vriend Eryximachus hier heeft me er met zijn tovermiddelen weer bovenop geholpen. Je begrijpt, ik ben hem daar zeer dankbaar voor. Maar tegelijkertijd vraag ik me af of hij me daarmee wel echt een dienst heeft bewezen.

Socrates: Hoezo?

Nestor: Wel, vroeger noemde men longontsteking ‘de beste kameraad van de oude mens’, maar tegenwoordig is het niet meer de obool die men aan Charon moet betalen om vredig af te kunnen reizen. Ik ben bang dat Eryximachus me het leven gered heeft om mij op een later tijdstip een wellicht ernstiger kwaal te laten krijgen waarvoor hij misschien geen remedie meer heeft. Als ik een beroerte krijg met daar overheen nog eens een longontsteking zal hij mij toch weer willen behoeden voor de dood.

Eryximachus: Dat spreekt vanzelf. Dat is ons artsen immers door Hippocrates voorgeschreven. En bovendien is het een puur religieus beginsel dat de arts alles moet doen om het leven zo lang mogelijk in stand te houden. Als we dat beginsel niet zouden

[pagina 59]
[p. 59]

huldigen, waar is dan de grens? Moeten we de jonge vrouw met een blindedarmontsteking niet helpen als wij weten dat zij over een paar jaar toch zal overlijden aan kanker?

Nestor: Ik heb het niet over jonge mensen, Eryximachus, maar over oude. Je weet zelf toch dat jullie ziekenhuizen meer en meer bevolkt worden door oude mensen met pijnlijke en ongeneeslijke kwalen wier leven in eerdere instantie door de moderne geneesmiddelen gered is?

Enthusiasticus: Niet alleen dat, Nestor, maar denk ook eens aan de paradoxale consequenties van je constatering. Immers, die oude mensen, die in feite niet meer nodig hebben dan goede verpleegkundige verzorging, beleggen langdurig kostbare ziekenhuisbedden en verhinderen daarmee de opname van jongere mensen, voor wie de kansen op genezing veel groter zijn.

Eryximachus: Er is inderdaad niet voldoende opvang voor het steeds groter wordende aantal oude mensen, maar dat is eigenlijk een ander probleem. Het is nu eenmaal zo dat de vooruitgang op medisch gebied op sommige punten sneller gaat dan op andere. Waaraan wij op dit moment behoefte hebben is meer kennis en wetenschap over de oorzaken en preventie van ziekten op latere leeftijd. Pas dan zullen we in staat zijn niet alleen het leven zo lang mogelijk in stand te houden maar ook dat langere leven zo actief en gezond mogelijk te laten zijn.

Socrates: Denk je werkelijk, Eryximachus, dat het ooit mogelijk zal zijn beroertes te voorkomen of kanker te

[pagina 60]
[p. 60]

voorkomen of te genezen?

Eryximachus: Daarvan ben ik overtuigd, Socrates, want in wezen zijn de oorzaken van beroertes en kanker niet zo verschillend van aard van de ziekten die hedentendage allang genezen of voorkomen worden. Het enige dat we nodig hebben is nog meer kennis omtrent fysiologische stoornissen om die vervolgens vòòr te kunnen zijn.

Socrates: Betreft dat ook alle andere ziekten van de oude dag?

Eryximachus: Ja zeker.

Socrates: En overlijdt een menselijk wezen van pure ouderdom of alleen maar van een ziekte die hem in zijn ouderdom overvalt?

Eryximachus: Voorzover wij weten alleen van dat laatste. Er zijn geen gevallen van oude mensen bekend waarbij de doodsoorzaak niet was te verklaren door een of andere ziekte of kwaal.

Socrates: Met andere woorden, als de medische wetenschap zich maar eindeloos verder ontwikkelt zal de mens evenredig langer blijven leven? Of niet?

Is het zelfs denkbaar dat het leven oneindig wordt?

Eryximachus: Ja, theoretisch wel.

Socrates: Maar help mij dan, Eryximachus, helderheid te verkrijgen over een vraag die mij zeer in verwarring brengt. Je zegt dat het een religieus principe is om het leven zo lang als mogelijk is te verlengen. Is de consequentie van die gedachte dan niet dat het even zo goed een religieus principe is om het leven te verlengen tot in het oneindige?

Eryximachus: Die gedachtengang is logisch.

[pagina 61]
[p. 61]

Socrates: Maar wijst de religie ons er ook niet op dat dit aardse leven een voorbereiding is op een ander leven?

Eryximachus: Ja, dat is zo.

Socrates: Maar wie van de mensen zal dan het meeste kunnen wensen dat zijn leven tot in het oneindige zal voortduren? De gelovige mens die uitziet naar een ander, beter leven of de niet gelovige die alleen van dit ene aardse leven weet?

Eryximachus: De niet gelovige mens.

Socrates: Maar als het een religieus beginsel is dat een arts alle middelen die hem ten dienste staan gebruikt om het leven te verlengen, wordt dan de niet gelovige mens niet opgezadeld met een religieus beginsel, terwijl aan de gelovige mens de denkwijze van de niet religieuze wordt opgedrongen?

Eryximachus: Dat zou je kunnen zeggen, ja.

Socrates: Laten we verder gaan. Als we het leven verlengen en de dood uitstellen zal het aantal mensen op de wereld toenemen.

Eryximachus: Dat is duidelijk, als er tenminste mensen geboren blijven worden.

Socrates: In dat geval zal de wereldbevolking langzaam maar zeker en steeds sneller groeien. En als de oude mensen oneindig zouden blijven leven en we het aantal geboorten evenredig zouden beperken, zou de aarde dan niet bewoond worden door alsmaar dezelfde mensen, die alleen maar ouder en ouder worden?

Eryximachus: Dat kan ik niet ontkennen.

Socrates: Maar zitten we, denk je, wel op de goede weg om in overeenstemming te blijven met de ware religie? Of had je bij het genezen van Nestors longont-

[pagina 62]
[p. 62]

steking nog niet alle consequenties van je religieuze beginsel overwogen?

 

Inzending van H. de Jager, patholoog-anatoom, Haarlem


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken