Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dit zijn zonnestralen (1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dit zijn zonnestralen
Afbeelding van Dit zijn zonnestralenToon afbeelding van titelpagina van Dit zijn zonnestralen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dit zijn zonnestralen

(1873)–Jan van Droogenbroeck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

De Bron.

 
Het was zoo stikkend heet,
 
Het was in vollen oogst.
 
Drie jongens speelden nog
 
En liepen, met den reep,
 
De straat op, dat het stoof.
 
 
 
Zij wisten daar niet van:
 
Ze waren vlug en kras;
 
Ze lachten de andere uit,
 
Die bij den lindeboom,
 
In 't lommer, rustig ‘paar
 
Of onpaar’ deden. - ‘Ei
 
Hoe flauw! Klein-kinderspel!
 
De zonne maakt hen bang!
 
Wel zijn dat jongens? Neen
 
't Zijn meisjes! - Blijft maar daar,
 
Slaat onze mutsen gâ.
 
Eens zweeten is gezond:
 
Wij reepen, om ter eerst,
 
Naar gindsche koele bron
 
En drinken daar naar lust!
[pagina 63]
[p. 63]
 
- Wacht! eerst den halsdoek af!
 
En nu in gang: al een,
 
Al twee, al drij!’ Dat vloog
 
Er door, gelijk de wind.
 
 
 
August was eerst voorop;
 
Maar Bartel weerde zich
 
Zoo zeer, dat hij bijkans
 
Hem ingehaald had, toen
 
Hij struikelde. August
 
Keek om, en zóó schoot Ernst
 
Hen als een pijl voorbij.
 
Hij ijlde hijgend voort,
 
Tot aan de koele bron;
 
Hij liet zich vallen op
 
Den boord, en slurpte en zwolg,
 
Als wilde hij den put
 
Leegdrinken, hij alléén.
 
 
 
De makkers kwamen aan...
 
Hij hief het hoofd op, fier
 
Op zijne zegepraal.
 
 
 
Maar God! wat wordt hij bleek!
 
- ‘Ach Ernst, wat hebt gij vriend?’
 
 
 
Hij wankelt, zucht ‘Naar huis’
 
En tastend naar een' steun
 
Zakt hij ineen.......
 
........ Helaas!
 
De sterke flinke knaap,
 
De jongen, zoo vol vuur
[pagina 64]
[p. 64]
 
En lust, - nu lag hij daar,
 
In zwijm, koud als een lijk!
 
 
 
Helaas! en toen men hem
 
Naar huis bracht en den arts
 
Bij hem riep, - schriklijk uur
 
Voor de arme moeder! - zweeg
 
De man, op hare vraag
 
‘Zal hij genezen?’.....
 
 
 
........... Daar
 
In 't lindelommer zijn
 
De jongens weer bijeen:
 
Ze zeggen stil, dat Ernst
 
Begraven wordt vandaag,
 
En kijken vol van vrees
 
Naar gindsche koele bron,
 
Waar hij zich dood aan dronk,
 
Door onvoorzichtigheid!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken