Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annetje Lie in het holst van de nacht (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annetje Lie in het holst van de nacht
Afbeelding van Annetje Lie in het holst van de nachtToon afbeelding van titelpagina van Annetje Lie in het holst van de nacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.46 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Illustrator

Margriet Heymans



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annetje Lie in het holst van de nacht

(1987)–Imme Dros–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 111]
[p. 111]


illustratie

19

‘Ben je nu tevreden?’ vraagt de Maan. ‘Is dat wat je wilde weten?’

‘Ja,’ zegt Annetje Lie.

‘En waarom huil je dan zo allererbarmelijkst?’ vraagt de Maan.

‘Dat moet,’ zegt Annetje Lie.

Ze kan niet meer ophouden, net als toen tante Lydia begraven werd.

‘Je huilt je nog dood,’ knort de Maan, ‘het is ongezond. Die enge groenerik zit toch al op je te wachten.’

Annetje Lie weet dat de Maan gelijk heeft, ze kan tussen de huilkrampen door geen adem krijgen, het verdriet drukt op haar als de appelberg van de clown die het hele heelal opvult.

‘Waarom huil je, als ik vragen mag?’

‘Om om om om...’

[pagina 112]
[p. 112]


illustratie

‘Omdat je ziek bent?’

‘Nee.’

‘Omdat je scheve tanden hebt?’

‘Nee.’

‘Omdat je pijn hebt?’

‘Nee.’

‘Waarom dan, hier kan ik niet tegen, hoor. Waar huil je om?!’

‘Ik weet het niet, ik weet het niet.’

‘Dat is erg,’ mompelt de Maan, ‘dat is ongeveer het ergste wat er is.’

‘Waar zijn mijn schoenen?’ zegt de stem van mama.

Ze praat vanaf het witte nachtkastje, daar staat de trouwfoto in het zilveren lijstje.

‘Mama,’ roept Annetje Lie, ‘waar was je al die tijd?’

Mama stapt uit de lijst in haar trouwjurk met de wijde rokken.

‘De wijde wereld in,’ zegt ze. Ze zwaait met haar bruidsboeket en springt op de grond. ‘Ik had er genoeg van. Waar zijn mijn trouwschoenen?’

[pagina 113]
[p. 113]


illustratie

‘Die liggen nog op de dijk,’ zegt Annetje Lie.

Mama zet zich af, net zo gemakkelijk als Annetje Lie zelf, en zweeft boven het bed.

‘Doe het raam open,’ gebiedt ze.

De Maan doet vlug wat ze zegt en mama vliegt met een prachtige schoolslag weg boven de huizen. Haar sluier en haar kanten rokken fladderen om haar heen.

‘Kom mee.’ De Maan grijpt Annetje Lie. ‘Erachteraan.’

Weer is de richting westzuidwest.

‘Ze gaat naar de dijk,’ fluistert de Maan, ‘wat moet je daar nu van denken.’

‘Ze gaat naar oma,’ zegt Annetje Lie, ‘ze gaat naar papa.’

De Maan zucht. ‘We zullen zien wat we zullen zien.’

Mama daalt naast de groene auto. Ze staat een tijdje te kijken naar het huis van oma en de auto. De Maan blijft stil boven het dorp hangen, onzichtbaar.

‘Waarom gaan we niet naar haar toe?’

‘Ssst.’

[pagina 114]
[p. 114]


illustratie

De Maan landt achter de huizen en trekt Annetje Lie mee naar oma's kamer. Annetje Lie wil op het raam tikken met een theesoldaatje. ‘Mama? Kom je?’

Mama legt het bruidsboeket op de auto en loopt naar de houten trap op de dijk.

‘Waar wil ze heen?’

‘Ssssst.’

Mama verdwijnt achter de dijk, maar dan ziet Annetje Lie dwars door de muren van oma's huis en de dikke, massieve dijk hoe mama naar de schoenen toeloopt en ze aantrekt en hoe ze daarna naar de stenen in het water loopt. De stenen zijn niet langer van grijs basalt, ze zijn van glas, en het water is niet langer ondoorzichtig, het is helder tot in de diepte. Mama loopt het water in en zinkt. Maar de groene hand van Heintjevaar plukt haar uit de zee en smijt haar op het land. Mama schudt zich als een hond.

Al die tijd is Annetje Lie gewoon door blijven huilen, want wat er ook gebeurde, het verdriet was eerst. En nu, terwijl alles glashelder is, maken haar eigen tranen dat ze niets meer kan zien.

[pagina 115]
[p. 115]


illustratie

‘Stil toch, mekind.’

Oma is er.

‘Oma, jij gaat niet weg, jij gaat niet de wijde wereld in, hè?’

‘Hoe kom je daar nou bij, natuurlijk niet.’

‘Net als Sneu, bedoel ik.’

‘Ik blijf altijd bij jou,’ zegt oma.

Is het dag, is het nacht? Zingen de vier zangers aan haar bed met een solo van de Bunzing over Rozen? En lopen de theesoldaatjes aldoor voorbij over de ziekenhuisvloer, tikkend met hun tachtig voetjes? Ze hoort hun stemmen ijverig de maat aangeven. Béter béter béter. En een bekende, scherpe stem roept tevreden: ‘Goed! Goed! Goed vooruit!’

‘Ga weg allemaal,’ denkt Annetje Lie. Ze wil slapen. Haar tranen zijn op, ze is moe.

‘Ga je mee? Kom je?’ vleien de zangers, de theesoldaatjes, de Muizenkoning en Heintjevaar.

Maar de Maan legt zijn donkere zeil over haar heen.

‘Ssst, ze slaapt.’

Ja, ze slaapt. Ze slaapt honderd jaar, of waren het

[pagina 116]
[p. 116]


illustratie

honderd uren? Ze zit bovenop de dijk in de wind, een kamertje van hoog gras om haar heen. Ze plukt bloemen. Boterbloemen, zuring, witte klaver, rode klaver, madeliefjes. Ze zuigt op de witte klavers, die oma schapenbloemen noemt, en op de rode klavers, die oma suikerbloemen noemt. En ze maakt een krans van madeliefjes, die oma meierbloempjes noemt. De zee heeft kleine, steeds verspringende vlakjes, het licht spat eraf.

Ze was vergeten hoe heerlijk het is om op de dijk te zitten in de wind als het zomer is. Ze vlecht de krans op de manier die oma haar heeft geleerd en in haar hoofd zingt het zachtjes en dat is niet vervelend, het is wat ze zelf wil.

 
Wie zingt er het liedje eene twee
 
van het meisje een twee drie
 
ze leeft in een koninklijk aan zee
 
en haar naam is Annetje Lie.
 
 
 
Ze woont bij oma aan de dijk
 
het meisje een twee drie
[pagina 117]
[p. 117]
 


illustratie

 
aan de blauwe zee van het koninkrijk
 
en haar naam is Annetje Lie.

‘Annetje Lie? Ben je wakker?’

Wat een lief gezicht tussen al die witte wanden en dingen. Kent ze dat gezicht niet? Tranen rollen als erwten naar beneden. In de as?

‘Ben je... Assepoester?’

Nee het is Assepoester niet.

Is het de Jurkenvrouw?

Nee, het is niet de Jurkenvrouw.

Het is immers mama.

‘Ben je mama?’

Natuurlijk is het mama, wie kan het anders zijn!

‘Blijf je bij me?’ vraagt Annetje Lie slaperig.

‘Ik blijf bij je.’

‘En als ik beter ben? Als ik bij oma ben?’

‘Dan kom ik elke zondag als je wilt.’

Elke zondag. Niet elke dag, maar wel elke zondag.

‘Nu weet je het,’ zegt de Maan.

Hij is nog donker, maar met een vlijmscherp licht-

[pagina 118]
[p. 118]


illustratie

randje aan de rechterkant, een komma van licht.

‘Ja, nu weet ik het.’

‘Wel, waar gaan we heen?’ vraagt de Nieuwe Maan.

‘Naar het holst van de nacht? Naar het circus? Naar de zee?’

‘Overal heen,’ roept Annetje Lie, ‘ik wil overal heen.’

‘Dat is het beste,’ zegt de Nieuwe Maan. ‘Dat is altijd het beste. Zo leer je alle tweeëndertig streken van het kompas. En wie die kent, verdwaalt niet.’ Hij blaast in het zeil...


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken