Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
Afbeelding van Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929Toon afbeelding van titelpagina van Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.54 MB)

Scans (16.61 MB)

ebook (3.58 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Editeurs

Piet Delen

Jaap Goedegebuure

H.A. Gomperts

J.H.W. Veenstra

Herman Verhaar



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929

(1977)–E. du Perron–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

Inleiding
Brieven 9 september 1929-28 december 1929

De jonge Indischman, die in september 1921 in Europa aankwam, was in de jaren 1921-1929 een zoekende. Hij probeerde de literatuur te vinden die hem fascineerde, de oudere en de moderne. En hij zocht zich zelf als schrijver, zijn plaats tegenover de literatuur en met veel twijfel, zijn plaats erin.

Tegelijkertijd was hij op zoek naar een grote liefde of misschien ook wel naar kleine liefdes en in verband daarmee naar een plaats voor zich zelf in of, als dat beter zou zijn, buiten de maatschappij.

Europa beleefde stormachtige tijden, revoluties die al dan niet doorgingen, inflatie, reactie, restauratie. In Italië kwam het fascisme aan de macht (in 1922) en in Parijs, waar hij zich vestigde op de traditionele bohémiensheuvel Montmartre, stroomden uit alle werelddelen kunstenaars en snobs samen - maar nu met Montparnasse als het nieuwe centrum - om de grote kunstrevoluties te vieren: expressionisme, futurisme, kubisme, dadaïsme, surrealisme. En om zich daar de ‘verloren generatie’ te voelen, de gehavende, gedesillusioneerde cynische jeugd die de eerste wereldoorlog met zich mee zou blijven dragen.

De grote liefde hoopte hij al onmiddellijk te vinden in een jong meisje van Italiaans-Belgische afkomst, Clairette Petrucci, die hem aardig vond, aanmoedigde en afwees en die later met de dertien jaar oudere Belgische beeldhouwer Marcel Wolfers trouwde. Men vindt de echo's van dit korte, maar niet onbelangrijke drama in een aantal gedichten en in de roman Een voorbereiding, waarin Andrée Maricot min of meer de rol speelt van Clairette. De episode is soberder en minder verhuld weergegeven in hoofdstuk 30 van Het land van herkomst, waar Ducroo's ‘eerste grote ontmoeting in Europa’ Teresa wordt genoemd.

Mevrouw Wolfers, wier echtgenoot begin 1976 op hoge leeftijd is overleden, heeft zich bereid verklaard de tientallen brieven die zij in 1921 en 1922 van Du Perron ontvangen had ter publicatie af te staan. Zij zouden deze uitgave geopend hebben, als zij ze ook had kunnen terugvinden, wat jammer genoeg tot nu toe niet het geval is geweest. Wij moeten daarom volstaan met wat zij wel heeft opgedolven: de twee brieven aan haar moeder en nog enkele aan haar zelf die van later dateren.

Du Perron's verblijf op Montmartre in 1922 bracht hem o.a. in kennis met de schrijver en journalist Pascal Pia, die als vriend en wegwijzer veel voor hem betekend heeft. Hij schreef in die tijd het modernistische Manu-

[pagina 30]
[p. 30]

scrit trouvé dans une poche, waarvan hij Clairette een enigszins gekuiste versie aanbood. De uitgave in eigen beheer leidde tot de kennismaking met Franz Hellens en via zijn kring van jonge kunstenaars met o.a. Odilon-Jean Périer. Overigens verbleef hij in deze jaren het meest in België, eerst in Brussel waar zijn ouders zich gevestigd hadden, en later in Gistoux, toen zijn vader daar een ‘château’ had gekocht, waar hij vooral 's zomers was; de wintermaanden werden in diverse Brusselse appartementen doorgebracht.

In het milieu van de Antwerpse avant-garde maakte hij kennis met de constructivistische schilder Jozef Peeters, met Fernand Berckelaers (later bekend als Michel Seuphor) en A.C. Willink. Ook kreeg hij publicatie mogelijkheid in Het overzicht. In het najaar van 1924 begon Peeters met Du Perron de uitgeverij De driehoek. Bij de oprichtingsvergadering van het gelijknamige tijdschrift in februari 1925 vond de ontmoeting met Paul van Ostaijen plaats. De samenwerking van dit driemanschap duurde echter niet zo lang; bovendien voelde Du Perron zich al spoedig vervreemden van het modernisme. Als teken dat er een periode voor hem afgesloten was liet hij begin 1926 de mededeling verschijnen dat Duco Perkens, het pseudoniem waarvan hij zich tot en met de verzamelbundel Bij gebrek aan ernst bediend had, te Cap Martin aan de Côte d'Azur overleden was.

Een eigen stijl ging zich aftekenen in het in 1925 gestarte essayistische dagboek Cahiers van een lezer, en in de verhalen die hij van 1926 tot 1928 schreef en die in Nutteloos verzet werden gebundeld. Eenzelfde ontwikkeling laat zich aanwijzen in zijn poëzie.

Terwijl Du Perron een eigen vorm voor zijn werk zocht, was hij tevens bezig het terrein van de Nederlandse literatuur te verkennen. Hij trachtte medestanders om zich heen te groeperen en tegenstanders te situeren in een duidelijk afgegrensd gebied. Met figuren van wie hij de geschriften niet op prijs stelde, zocht hij bij voorbaat geen contact, maar schrijvers die hem boeiden benaderde hij per brief of door hun een van zijn in kleine oplaag gedrukte boekjes te sturen. Van de kennismakingen in de jaren 1927 en 1928 plaats vonden resulteerden die met Jan Greshoff, Jan van Nijlen, André Malraux, A. Roland Holst en J. Slauerhoff in een jarenlange, meestal ook hechte vriendschap. Op Gistoux had hij ruimschoots gelegenheid zijn vrienden gedurende korte of langere tijd te laten logeren.

Du Perron's leven werd voor het belangrijkste deel gevuld door de literatuur: schrijven, lezen, werk van vrienden corrigeren, privé-drukken verzorgen. Literatuur was derhalve ook het belangrijkste onderwerp van zijn correspondentie. Over een aantal ingrijpende gebeurtenissen van niet-literaire aard welke gedurende deze jaren plaats vonden is in de bewaarde brie-

[pagina 31]
[p. 31]

ven weinig of niets te lezen. Over de geboorte van Gille, zoon van Du Perron en Simone Sechez, op 2 maart 1926, en de zelfmoord van zijn vader op 2 september van datzelfde jaar vinden we in de correspondentie geen mededelingen. Het huwelijk met Simone Sechez, op 26 november 1928, wordt terloops vermeld.

Tot 1927 is het aantal opgespoorde brieven betrekkelijk gering (er moeten er veel verloren zijn gegaan); vanaf dat jaar neemt de correspondentie geleidelijk toe. De dood van Paul van Ostaijen in maart 1928 maakte een einde aan zijn eerste intensieve correspondentie. Met Gaston Burssens begon hij toen een frequente briefwisseling over het uitgeven van Van Ostaijen's werk. Eind november opende hij met een lange brief de correspondentie met Anthonie Donker.

In de loop van 1929 maakte Du Perron een aantal reizen naar Nederland om vrienden op te zoeken. Tot dan toe waren zijn contacten met het vaderland verlopen via het regelmatig publiceren van boekbesprekingen in Den gulden winckel en - minder regelmatig - van creatief werk in De gids. Het begin en het eind van het jaar werden gemarkeerd door bezoeken aan respectievelijk de familie Van Schendel in Florence en A. Roland Holst in Ascona. In november vond het ‘Britse avontuur’ plaats toen Du Perron op uitnodiging van de studente Eveline Blackett, met wie hij sinds drie maanden in briefwisseling stond, naar Oxford reisde. De ontmoeting met zijn correspondente beantwoordde echter zo weinig aan zijn verwachtingen dat hij na één dag al naar Gistoux terugkeerde. Het is ons niet gelukt zijn brieven aan Eveline te achterhalen.

Ondanks de vele uitgaven die Du Perron deze jaren het licht deed zien was het werk dat erin was opgenomen van een betrekkelijk geringe omvang, en het resultaat van veelvuldig omwerken en opnieuw samenstellen. Bij het herschrijven van het verhaal over Godius ontstond het plan voor de romanreeks De onzekeren, dat pas jaren later, en dan nog maar voor een klein deel gerealiseerd zou worden. In 1927 had hij al de roman Een voorbereiding gepubliceerd, waarvan hij nog een tweede versie zou schrijven. Nadat het door Du Perron, Burssens, Blijstra en Van Ostaijen geredigeerde tijdschrift Avontuur na de dood van de laatste was opgehouden te bestaan, bleef Du Perron uitzien naar een eigen tijdschrift. Hij zou tot september 1931, toen Forum werd opgericht, moeten wachten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken