Brieven. Deel 3. 1 april 1931-31 december 1932
(1978)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd886. Aan F.E.A. Batten: Brussel, 14 juni 1931Brussel, Zondag. B.F. - Hierbij mijn lijstje uit De Zwaluwen en uit Korte Arabesken. (Als de volgorde anders moet, zet jij het zaakje wel om.) De boeken zend ik je gelijk met de 2 andere. Zwaluwen:
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||||||||||||||
(misschien ook: Onder de Olijven - ofschoon dit lijkt op De Laatste Libel - als ‘stemming’) Bladen uit mijn Dagboek (? I en II). Gistoux, Dinsdag. Gisteren Annie van den trein gehaald en met haar en mijn vrouw hierheen teruggekeerd. Dank voor de inlichtingen en het nieuwe boek. Ik zal zorgen dat vóór 16 Juni alles terug is. Maar dit voortdurend lezen in deze kleine stukjes wordt wel vervelend; er is toch ook een hoop gezwam bij, al is het dan aardig; het is nooit bête, maar het lijkt toch 7 op de 10 keer erg veel op lullekoek, als je me 't woord vergeven en veroorloven kunt. In ieder geval is het onzin als de menschen zeggen dat dit eig. Couperus op zijn best is. De groote Couperus steekt in zijn romans: Eline Vere, Boeken der Kl. Zielen, Van Oude Menschen... Als je 3 din. ‘Van en over mijzelf en niets’ uit hebt, weet je dat wel heel zeker. Enfin, ik zal heldhaftig voortgaan. Maar stuur me voorloopig niets meer, en daarna in Godsnaam en ter afwisseling die Antieke Verhalen, Schimmen van Schoonheid en andere ‘artistieke’ gestalten... Beste groeten van je EdP.
P.S. - Schrap in deel I: Geuren van Heiligheid, dat toch wat al te gezocht-romantisch is. Of vind je het erg mooi? In dat genre vind ik De Ring en de Prins veel beter. Grappig dat Couperus eigenlijk niets begrepen heeft van wat een goed kort verhaal is; het geserreerde daarvan was hem, geloof ik, niet mogelijk. Hij moet òf causeeren, òf artistiek doen. - Ik ben nog wel een week in Gistoux. Ga naar voetnoot1.Stuur me Ant. Verhalen en Schimmen v. Schoonheid maar spoedig; het duurt wel een week voor ze hier zijn. |
|