Brieven. Deel 7. 2 juli 1937-30 november 1938
(1981)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3323. Aan G.H. 's-Gravesande: Garoet, 31 oktober 1937Garoet, 31 October 1937. Beste Hein, Dank voor je prettige brief. We zitten op 't oogenblik in Garoet, zooals je misschien al van Jan of Menno gehoord zult hebben. Het is hier een lief klein plaatsje, waar we zitten in een enorm verlaten hotel, eigenlijk voor geen geld, gezien wat je ervoor krijgt. We hebben twee ruime kamers en een eigen voorgalerijtje, die ik zoo'n beetje tot werkkamer heb ingericht. Ik schreef hier, eindelijk, na hoopen ‘voorstudie’ mijn 1e verhaal van De Onzekeren, maar het is niet geworden dat verhaal wat ik jou in gezelschap van Freddy en Rudie destijds bij Riche vertelde,Ga naar voetnoot1. maar een verhaal over het familie-schandaal van de Van Harens! Bep is nu bezig de doorslagen te bekrabbelen naar het eene exemplaar dat ik zelf bekrabbeld heb, daarna gaat het naar Menno, en misschien via hem naar Romein? om historisch gekeurd te worden.Ga naar voetnoot2. Na dit verhaal komt er een over Dirk van Hogendorp, die de zoon was (evenals zijn broer Gijsbert Karel) van de belaagde dochter van Onno Zwier van Haren. Daarna komt dat verhaal van Riche! Je ziet, het boek breidt zich ook uit naar vorige tijden. Het doet me plezier te hooren dat mijn Multatuli goed gevonden werd, al is 't tot dusver dan alleen door Fredje. Maar jij bent de eerste die me erover schrijft, van Freddy zelf hoorde ik niets tot dusver. Naar De Grauwe Vogels ben ik ten zeerste verlangende. En Het Vijfde Zegel kreeg ik daarnet, in een uitgave die me erg aantrekt, maar ik moet er nog aan beginnen. Over deze beide boeken hoop ik de batiaviasche ambtenaren, die vnl. het Nieuwsblad lezen - de planterijprollen lezen Nieuws v/d Dag of nog veel liever Java Bode (van den | |
[pagina 170]
| |
pallurk Zentgraaff, dien ik nu eindelijk in de krant van Ritman een héél klein tikje op de neus heb mogen gevenGa naar voetnoot3. en voor wien iedereen hier razend bang is) - in te lichten.Ga naar voetnoot4. Wat een tusschenzin, maar ik word een ouwehoer, in Indië! Met Bep gaat het nog angstig slecht, al zijn in dit hotel, vergeleken met het oude huis in Tjitjoeroeg, absoluut geen beesten. Alijntje maakt het opperbest. Wat vervelend dat Nen zoo sukkelt, terwijl ze juist al haar krachten noodig heeft voor het einde van haar studie. Doe haar onze hartelijke groeten. Maar laat ze zich troosten met het idee niet in Indië te zitten, hier hèb je gewoon geen bloed meer, al had je de ruimste vaten. Of zou de warmte haar juist goed doen? In dat geval kan ik jullie Batavia aanraden, dat, met het oog op Bep, mijn nachtmerrie is geworden. Je stuk over Boender in G.N.Ga naar voetnoot5. las ik met veel genoegen. Een aardige kerel moet dat geweest zijn. Ik las indertijd met ontzettend veel genoegen zijn boek over IesGa naar voetnoot6., al is 't, onder ons gezegd, toch bepaald niet goed geschreven. Maar 't was een sympathiek stuk werk, en gelijk had hij 100%. - Nu, Hein, heel veel hartelijks van ons beiden, en wie weet of we elkaar niet gauw terugzien? Een hand van steeds je E. |
|