Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tegenonderzoek (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tegenonderzoek
Afbeelding van TegenonderzoekToon afbeelding van titelpagina van Tegenonderzoek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (1.60 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

kritiek(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tegenonderzoek

(1933)–E. du Perron–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

5 Blaise Cendrars, Rhum. L'Aventure de Jean Galmot. (Critisch Bulletin, geschr. Met '31)

Als men dit werkje gelezen heeft, vraagt men zich weer af waarom Cendrars eigenlik nog steeds doorgaat voor de kenner bij uitstek van de avonturier; want ziehier, na de twee delen Dan Yack, zijn derde mislukking, en toch, fantazie werd hier van hem nauweliks vereist. Jean Galmot heeft bestaan, iedereen in Frankrijk heeft wel eens gehoord van Jean Galmot; hij was als man van aktie, en zelfs als schrijver, alleszins de moeite waard, en Cendrars had zijn geschiedenis dus maar nauwkeurig na te gaan, leek het, om er iets van te maken dat op de hoogte had

[pagina 146]
[p. 146]

kunnen staan van zijn eerste en beste proeve op dit gebied: L'Or ou la merveilleuse histoire du général Suter. Zou het het sukses zijn, en de voortdurende aanvragen, die ook dit talent hebben verknoeid? Sedert enige tijd kondigt hij aan, onder de lijst van zijn werken: in voorbereiding 33 delen. Het is misschien niet meer dan een grap, maar het zou ook een aanwijzing kunnen zijn, dat hij geheel op weg is om de reklameschrijver te worden van het avontuur, iets waartoe zijn stijl, op menige plaats, trouwens altijd voorbestemd leek.

In ieder geval, dit Rhum, dat evengoed anders had kunnen heten, van Procedure af tot Knoeierij, brengt van de figuur van Galmot zoveel als een intelligent buitenstaander, die trouw de kranten heeft gevolgd en zijn boeken kent, die daarbij dan nog enige brieven en processtukken heeft ingekeken, zonder veel moeite vermag te doen. En wat het avontuur betreft: behalve enige oppervlakkige aantekeningen over zijn journalistiek debuut en zijn leven in Guyana, aan het begin en aan het eind (de delen waarop juist het akcent had moeten vallen, omdat men er deze man het meest als avonturier in had kunnen zien), krijgen wij eigenlik niets dan enige processen achtereen te Parijs, waartoe de rhum-affaire dan aanleiding was. Het is niet de avonturier, het is de door zijn tegenstanders vervolgde parvenu, die Cendrars ons, met vele citaten en résumés uit de krant, voorzet; een sympatiek en weerbarstig slachtoffer van de vervolgingswoede der afgunstigen. (Nog een titel: het boek had Afgunst kunnen heten.)

Alvorens zich deze afgunst in zo ruime mate op de

[pagina 147]
[p. 147]

hals te halen, is Galmot erg rijk geworden; wij vernemen niet precies hoe. Wij horen alleen dat hij hard gewerkt heeft, ondanks slopende koortsen, dat hij dus op waardige wijze tot het goudzoekerstype van de avonturier behoort. Aan het eind wordt hij vermoedelik vergiftigd, iets wat wij alweer uit de krant wisten en Cendrars' schrijfwijze past zich gemakkelik bij dit nieuwe mysterie aan. Wat in het oog springt is: dat Cendrars van het avontuur niet alleen, maar van het leven en de persoonlikheid van Jean Galmot, eigenlik weinig heeft geweten. Als men dit vooropzet, moet men misschien toch weer bewonderen dat hij (terwijl hij in de loop der processen zoveel cijfers ook citeert) er nog in geslaagd is een vrij leesbaar boek in elkaar te zetten van 250 bladzijden. En het is zelfs geen ‘vie romancée’; al is het soms een ‘vie poétisée’ geworden, wat erger is.

Cendrars heeft Galmot persoonlik ontmoet, maar meer dan ontmoet is het niet geweest, en dit werkje bewijst dat het niet voldoende was. Ik heb verder niet goed begrepen waarom Cendrars telkens terugkomt op de bovendien banale vergelijking dat Galmot een Don Quichote zou zijn geweest. De avonturier, en dan in onze XXe eeuw, moet, wil hij ook maar enigszins slagen, minstens 9/10 in zich hebben dat zich aan een dergelijke definitie onttrekt; ik kan Cendrars ook niet voor simplisties genoeg aanzien om hier aan zijn goede trouw te geloven, ik voel mij als lezer dus te kort gedaan, en als terugslag, ofschoon ieder gegeven mij ontbreekt, zou ik dit Rhum haast overlezen, om in Galmot te speurennaar het element ‘aigrefin’. Ik weet wel dat hij twee avontuurlike boeken geschre-

[pagina 148]
[p. 148]

ven heeft, waarin het gedicht-in-proza, met wat het aan melankoliese ritmen meebrengt, voortdurend overheerst; ik weet ook dat Galmot, in de brieffragmenten die Cendrars citeert, een werkelike emotie soms wekt, door een lyrisme dat niet alleen menselik, dat dikwels dichterlik is - maar toch! dit alles vertegenwoordigt niet meer dan één kant; vooral wanneer men aan de spionnage of kontra-spionnage denkt, waarmee de jonge Galmot zich een plaatsje veroverde in de journalistiek van de Riviera. Wordt zijn lyrisme, dat op zichzelf beschouwd dikwels faciel is, anderzijds ook weer niet verklaard door ditzelfde verleden? - men voert niet straffeloos jarenlang de pen in de kolommen van Le Petit Niçois. Wat ik van Galmot zou willen weten, heeft Cendrars mij verzwegen; heeft hij, meestal door on weten, maar soms toch ook uit een soort taktiek, verborgen onder de procedure, die het grootste deel van zijn boek overstelpt.

En vérité, besluit hij de haastige notities van zijn 4e hoofdstuk, l' Aventure pour Galmot n'aura été que du travail, du travail, du travail. Met alle respekt voor Galmot, ik geloof het niet. Maar indien het waar was, dan nog zou ik een andere biografie van hem willen lezen, waarin de feiten niet zo dooreengesmeten worden als hier, waarin zij ook, zoveel mogelik altans, tot één schaal worden teruggebracht, en vooral: waarin zij niet, volgens het beproefde systeem-Cendrars, plotseling bladzijden lang worden weggevaagd door z.g. syntetiese reeksen van substantieven, die in werkelikheid niets anders doen dan het gebrek aan informatie maskeren, of aan beeldende kracht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken