Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Journaal. Deel 2, boek 5 (1864)

Informatie terzijde

Titelpagina van Journaal. Deel 2, boek 5
Afbeelding van Journaal. Deel 2, boek 5Toon afbeelding van titelpagina van Journaal. Deel 2, boek 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Editeur

Lodewijk Mulder



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires
non-fictie/geschiedenis/Opstand


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Journaal. Deel 2, boek 5

(1864)–Anthony Duyck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 787]
[p. 787]

Index

Coning van Vrancrijck 
– crijcht despensatie,497, 498;
– bestelt sijn rijck van gelt, Entrague swanger, 498;
– gestoort op de Staten, 521;
– sij antwoorden, 529;
– sijn ambassadeur dwingt Rosne los, 533;
– rembourseert penninghen aende Staten, 561, 579, 604, 699, 711, 762;
– handelt met Savoijen, tot oirloge, 693, 723;
– valt in Savoijen, 726;
– neemt Conflans, belegert Montmeljan, 728;
– bedencken van Milan, 731;
– beset frontieren tegen Nederlant, 744;
– sijn bruyt te Marseille, 753;
– vermeestert Savoijen, Montmeljan, 757, 765, 782, 784;
– Fuentes wilt Savoijen helpen, 761;
– trout sijn coninginne, 775;
– versocht tot vrede met Savoije, 783;
– ontkent engelsche schult, 784.
  
Coninginne van Engelant 
– inclineert tot vrede, 497, 498;
– hout Essex gevangen, 498;
– doet hem discrediteren, 505;
– destineert Montjoy naer Irlant, 505, 511;
– Edmonts naer Brabant op de vrede, 511;
– heeft becommering daerin, 515;
– Edmonts met Verreicken naer Engelant, 531;
– audientie, 534;
– haer schultpretensie op Brabant ende anderen, 535;
– Verreicken met Edmonts weder naer Bruessel, 545, 546;
– met antwoort, 563, 566;
– discoureert met Caron op den pays, 583, 584, 585;
– belooft gedeputeerden totten pays te senden, 588;
– crijcht antwoort vande Staten, 592;
– committeert totten handel, 594;
– Edmonts naer Engelant, 610;
– gedeputeerden te Bouloigue, dispute op de preseancie, 613, 657;
– doet Essex proces maken, 653 tot 657;
– verblijt in der Staten victorie, 681;
– haer schepen te Oisteinde, 707, 708;
– die Excie besichticht, 709;
– consenteert racreute, 721;
– sent Caron op tgerucht van onluste in tlant, 736;
– proponeert door Gilpijn, 739;
[pagina 788]
[p. 788]
– deur Caron van pays ende anders, 739;
– antwoort, 745;
– haer agent Gilpijn vereert, 752;
– armeert tegen Spangien, 762, 784;
– becommert van gelt, 779;
– interpelleert Francoisen om groote sommen, 784.
  
Coning van Spangien 
– verandert regieringe, op sijn defensie, verbiet traffijck op Nederlant, 497;
– sijn secours aenden Ertshertoge, 582;
– doet voor hem mede van vrede mette Engelschen handelen, 613;
– gelt aenden Ertshertoge, 727;
– sent garnison te Milan, 731;
– wilt volck, gelt, juelen vande Infante te zee senden, 762.
  
Paus jubilee uyt, 497.
  
Essex, graef 
– gevangen, 498;
– opentlijck gediscrediteert, bij de sijnen ontschuldicht, 505;
– noch arger, 511;
– blijft noch so, submitteert hem, 527;
– al stille, 585;
– crijcht rechters, humiliteit, 654;
– sijn accusatie, 654, 655;
– antwoort met humiliteit, 655;
– sententie, 656;
– ontslaegen, 711.
  
Duytsen 
– stille, 498;
– ontbieden heur volck uyt Emmerick, 502;
– heur gesant Salentijn scrijft aende Staten, 502;
– naer Bruessel, doen Emmerick verlaten, 504;
– hun fursten te Cassel bijeen, 529;
– Manderscheit naer Sgravenweert, geweigert, 597;
– senden gelt aende Staten, 604, 725;
– Staten geven heur gesanten pasport, 608;
– Westfalischen creits claecht, 778.
  
Keiser 
– wiecht de Duytschen in slape, 498;
– wilt van Merhausse graven gelt hebben, treckt tot hem Sevenburgen, 499;
– sent naer Bruessel ende Hollant, 597, 600, 608, 616;
– antwoort, 622 tot 628, 631, 633, 637;
– versaeckt sijn raden, 747;
– heeft moeiten in Sevenburgen van Battori ende Michel Weida, versacht proceduren tegen de religie in Oostenrijck, 751.
  
Ertshertogen 
– doen volck lichten, haer namen, verbieden commercien, 499;
– betaelen qualijck tcrijsvolck, die se bijeenhouden, mutineren, 499;
– willen Nederlant dwingen, laten tcrijsvolck ende castelen aenden Coning, 500;
– te Gent gehult, naer Artois, 511;
– geeft Pr. van Orangien hantlichtinge, 517;
– sijn officiers aenden Rijn willen coorn coopen, 518;
– sent naer Engelant totten pays, schaers van gelt, 531;
– sijn volck mutineert, 499, 534;
– Verreicken in Engelant, 534;
– van sijn volck geslagen, 550, 552;
– doen volck versamelen tot St Andries, 554, 562, 574;
– antwoort Engelant op den pays, 566;
– vergaderen Staten ende propositie, 580;
– antwoort Pr. Maurits, 590;
– versamelt volck in Brabant, 606;
– Berlicom, 608, 609, 611;
– laet toe gemutineerden te brantschatten, 609;
– sent gedeputeerden naer Bouloigne, disputen op de preseancie, 613;
[pagina 789]
[p. 789]
– crisvolck van Berlicom, 613, 614;
– naer Betuwe, gequelt met mutineren, 614;
– willen den 3en penning van t’incommen der onderdanen, 615;
– nemen Batenburch, 615;
– gaen naer Ravesteyn, 616;
– Cuyck, 616, 621;
– naer de Mase, 629;
– doet pasport tot den payshandel versoucken, 633;
– antwoort, 635;
– sijn volck naer de Voochdie, 636;
– ruyteren uyt Nieupoort naer Gent, 645;
– ontbiet volck van alle canten om Vlaenderen, 650;
– te Gent mette Infante, 651;
– naer Brug, 652;
– te Brug, 653;
– neemt Oudenburch, 659;
– laet crijsvolck tegen sijn woort massacreren, 660;
– tot Leffingen, naer Nieudam, 661;
– keert om, 662;
– verslaet Gr. Ernst ende Schotten, 663;
– scrijft vande victorie, beraetslaecht, 664;
– sterkte, 665;
– treckt aen, 665;
– langsaem, 667;
– resolveert te slaen, 667;
– sent ruyteren, 668;
– gaet selfs, 669;
– slach begint, 671;
– slaen, 671 tot 675;
– begint te wijcken, vlucht, 675;
– in pericule, naer Brug, 678;
– doden, 677, 678, 682;
– bagagie verlaten, 678;
– gevangen, 678;
– verlies, 679;
– ramasseren, hij naer Gent, 681, 682, 685, 686;
– doet pays voorderen, 682;
– sijn gevangen suite gerelaxeert, 686;
– ontbiet volck van alle canten, 686;
– belet de passe, gaet naer Bruessel, 696;
– crijcht consenten, 699;
– te Brug, teickent quartier, niet aengenomen, sijn gedeputeerden totten pays tot Bergen, 700;
– in tleger, 701;
– crijght volck, wacht benden, 710;
– treckt sijn volck naer de Schelde, 722, 725;
– crijght gelt uyt Spangien, 727;
– casseert ruyteren om quaet devoir, 748;
– scheit sijn leger, 752;
– assisteert heimelijck Savoijen, 761.
  
Gemutineerden 
– nemen Hamont, 499, 503;
– failleren Helmont, 503;
– die van Thienen continueren, 531;
– van Diest wert toegelaten te brantschatten heel Walslant, 609;
– te Hulst beginnen, 614;
– Antwerpen willen meer gelt hebben, Diest jaecht de commissarissen uyt, 615;
– andere muyten, 631;
– van Diest consenteren in Vlaenderen te gaen, 650;
– aenslach op haer, 729.
  
Almirante d’Arragon 
– scheit sijn trouppen, 499;
– metten leger te Gent, 651;
– gevangen, 676;
– naer Hollant, 685;
– sijn domesticquen los, 686;
– beschuldicht bischop van Ceulen ende Carel Nutsel, 742, 760;
– op sijn relaxatie beraemt, 720;
– het voorgedraegen antwoort, 744, 745;
– beschuldicht van gravin vanden Brouck, 749;
– antwoort op sijn relaxatie, 757;
– gestoort op die van Cleef, 759;
– antwoort naeder op sijn relaxatie, 760;
– handelen naerder daerop, 765 tot 768, 773.
  
Hamont 
– ingenomen, 499, 503;
– verdraegen, 563;
– weder bij anderen ingenomen, 631;
[pagina 790]
[p. 790]
– versocht dienst te doen, 686;
– in tleger, 710;
– verleit op Weert, 729.
  
Slegel gecasseert, 500.
  
Billia gecasseert, 500.
  
Staten Generael der Vereenichde Nederlanden 
– resolveren tot oirloge, doen versieninge in Gelderlant, 500;
– crijgen brieven van Verdoes, 501;
– vereeren den conservateur vande Schotten, crijgen brieven van Salentijn ende anderen, 502;
– houden antwoort op, 503;
– bedancken Eduaert Norreis van sijn dienst, houden Emmerick beset, 504;
– crijgen Wachtendonck, 508;
– antwoorden Salentijn, 511;
– scrijven voor de religie aen Cuelen, 513;
– antwoorden dien van Cleeff met presentatie, ende de Munstersen, 514;
– hoiren rapport vande vloot van Verdoes, 522;
– appaiseren den coning van Vranckrijck nopende Cales, 529;
– scrijven daertoe aen veel heeren, 530;
– Verreicken wilt heur in Engelant in den pays trecken, 534, 545;
– persisteren tegen Emden bij tverbot op Spangien, 538;
– stellen Gr. Hendrick in den raet, 542;
– crijgen antwoort van Cuelen, 544;
– advertentie van tsucces te Groningen, 548;
– scrijven noch aen Cuelen om de gevangenen, 556;
– werden uyte Engelse handelinge gelaten, 563, 583 tot 586, 595;
– antwoorden aende coninginne met vermaeninge, 592;
– geven pasport Duytse gesanten, 608;
– executeurs van testament van Meurs, 614, 620;
– propositie vande Duytsen, 616 tot 619;
– vande Cleefsche, 620;
– antwoorden Duytsen, 622 tot 628;
– verwondert in heur versoucken, 629;
– antwoorden Cleefschen, 630;
– replijck der Duytsen, 631;
– antwoort, 633;
– dreigen van Meurs, 634;
– Excie afscheit, sij deputeren naer Vlaenderen, 635;
– versocht tot pasport voor gedeputeerden vanden viant, 633;
– antwoort, 635;
– willen naer den leger, 637;
– naer Sluys niet gaen, 638;
– in Vlaenderen, 642;
– willen brantschatten, 643, 647;
– lasten Bruges niet te opiniatreren, 660;
– willen de comtste vanden viant niet geloven, doen executie adverteren, 661;
– senden volck uyt Ostende bij Gr. Ernst, 662;
– verliesen veel volcx, 664;
– in gevaer gebracht, 666;
– weten geen uyt Ostende te crijgen, 668;
– hun volck leveren slach, 670 tot 675;
– victorie, 675;
– konnen tvolck t’Oostende niet in houden, 676;
– doden, 677 tot 679;
– raetslagen op tleger, 681, 683;
– consenteren pasport totte payshandelinge, 682, 686;
– scrijven om vivres, om consenten, 684;
– ontbieden regementen van Duvenvoorde ende Wingaerden, 685;
– in tleger, 686;
– vertrecken, 687;
– irresoluyt op tleger, 691;
– consenteren te breecken, 692, 695, 697;
[pagina 791]
[p. 791]
– vertrecken naer Zeelant, 695, 696;
– bij de gedeputeerden vanden pays, 700, 703 tot 705, 706;
– senden aen Excie om noch yet te doen, 725, 730;
– senden in Vrieslant tot accomodatie, 727, 728, 729, 731;
– verbieden meer volcx aen te nemen, 735;
– sagen liever casseren, naer repartieren, 737;
– versocht van coninginne tot afweeringe van disidentien, 739;
– van pays, quade beloften, van heur macht totte oirloge, 740;
– bedencken op Carel Nutsel, 742;
– clachten van Vrieslant, 743;
– doen Rohan tracteren, 743;
– antwoorden coninginne, 745 tot 747;
– consenteren Gilpijn te presideren, 752;
– Cleefse clachten, 758 tot 761;
– bedrogen in de executie op Groningen, 761, 762;
– crijgen frans gelt, 762.
  
Almiraliteyten der Staten 
– seer verachtert, 500, 546, 717, 720;
– belast te equipperen tegen Spangien, 539.
  
Vriest, 501, 511, 513, 521, 522, 531, 534, 544, 765, 778.
  
Jr. Gerrit van Assendelft, capteyn, 501.
  
Jr. Pieter vander Does 
– brieven van hem, wil naer St Thomé, heeft schepen genomen, 501;
– verderf, 502;
– doot, vlote slechtelijck wederom, 522, 528.
  
Mota, capteyn, doot, 501.
  
St Thomé,  
– Verdoes derwerts, 501;
– ingenomen, 523;
– geplundert, verlaten, 524.
  
Baron van Reydt 
– blijft tot Emmerick, 502;
– gaet wech, 504.
  
Emmerick 
– bij de Duytsen beset, 502;
– verlaten, in Staten besettinge, 504;
– bij de Cleefsen versocht, 509;
– gelevert, 631.
  
Coning van Schotlant 
– sijn agent vertreckt, 502; 
– maeckt Edmonde ridder, 510. 
  
Salentijn 
– met sijn medegedeputeerden versoucken pas, 502;
– naer Bruessel, 504;
– pas ontseit, 511;
– Manderscheit wilt commen, 597.
  
Eduaert Norreys verlaet Ostende, 503.
  
Oisteinde 
– verlaten van Norreys, 503;
– ongeluckigen uytval, 613;
– haelen geschut uyt Bredene, 646;
– bagagie ende amunitie daer, 646;
– Staten, Excie, 650;
– lopen, schrick, 663;
– versuymen veel, 667;
– beginnen moet te crijgen, 676;
– haet tegen de gevangenen, 680;
– meer volcks daer, 688;
– leger gaet wech, 712;
– stadt beset, 713;
– schepen om de reste van tvolck, gelt, 717;
– reste vande ruyteren ende carroije wech, 722;
– sterfte daer, 727;
– te fortificeren, 741;
– Hollant bewillicht, 773;
– Staten Generael, 781.
  
Jr. Johan van Huchtenbrouck capteyn, colonnel, 504.
  
Franchois Doublet 
– commissaris vande monsteringe, 504;
– naer Vranckrijck, 561, 579.
[pagina 792]
[p. 792]
Sauvage doot, 505.
  
Lord Montjoy 
– gedestineert naer Irlant, 505, 511;
– lang te voorn, 656.
  
Wachtendonck 
– aenslach daerop, 505;
– ingenomen, 507, 509;
– ordre totte besettinge, 509;
– amunitie derwerts, 513;
– belet bij den viant, 518;
– provisie ende garnisoen derwerts, 518, 528;
– Duytsen begerent neutrael, 630, 632;
– afgeslagen, 634;
– convoy ende geschut daer, 649.
  
Gr. Lodewick 
– naer Wachtendonck, 506;
– neemt, 507;
– salt provideren, 518;
– gecontrermandeert, 519;
– gaet voort, 528;
– lieutenant generael vande peerden, 639;
– roof voor Brug, 646;
– aenslach op de gemutineerden, 729, 750.
  
Rijhoven 
– op Wachtendonck, 506 tot 508;
– versouckt fortificatie ende acte van commandement, 537.
  
Heere van Gileyn 
– gevangen, 507;
– op rantsoen, 598.
  
Excie 
– maeckt aenslach op Wachtendonck, 505;
– beset de frontieren, 511, 513;
– scrijft voor de religie aen Cuelen, 513;
– doet alomme de wateren bijten bij Dordrecht ende andere steden, 520;
– hij naer Gorinchem, scrijft aende gemutineerden van St Andries, 520;
– in onlust met Hohenloe, 525;
– naer den Hage, 528;
– veinst naer Zeelant te gaen, 532;
– naer Crevecuer, 534;
– claecht over Hohenloe, wilt hem niet gebruycken, 536, 537;
– vergeeft diverse compagnien, 544;
– Crevecuer belegert, 545;
– ontbiet ruyteren ende knechten, 548;
– wint Crevecuer, naer St Andries, 550;
– scrijft aenden Ertshertoge voor de gevangenen uyte vlote van Verdoes, 555;
– belooft naer Buyren te gaen, 561;
– doet Batenburch innemen, 563;
– begeert vande Staten te weten hoeveel gelts hij die van St Andries soude mogen beloven, 570;
– crijght antwoort vande Ertshertogen, 590;
– wint St Andries, 605;
– besettet ende de Maescant, 607, 610;
– besichtet de wercken, 608;
– naer Heusden, 611;
– naer Hollant, 612;
– prepareert tocht naer Vlaenderen, 614, 619, 621, 622, 628, 631;
– Graef van Meurs, 614;
– meent te saiseren, 620;
– bescrijft Tijmpel, 621;
– Gr. Ernst, 628;
– sent volck in de Betuë, 631;
– neemt oirlof naer Vlaenderen te gaen, 635;
– vertreckt, 636;
– voor Rammekens, 637;
– doet Duytse gesanten ophouden, 637;
– in Vlaenderen, 642;
– tot Oisteinde, 650;
– en verneemt vanden viant niet, 650, 651, 652, 653;
– naer Leffingen, can niet deur naer Nieudam, 652;
– keert weder, 653;
– voor Nieupoort, 657;
– hoirt vanden viant, sent Gr. Ernst naer Leffingen, daer de brug versuymt was, 661;
– Gr. Ernst verslaegen mette Schotten, met grooten schrick, 663;
– sijn sterckte, doet schepen vertrecken, brengt volck over de haven, stelt ordre op Nieudam, 665;
[pagina 793]
[p. 793]
– doet tvolck deurtrecken, ordre vande bataille, 666, 667;
– sent schepen wech, Walen sweeren, viant comt aen, 667;
– schieten, 668;
– treckt sijn volck op tvelt, 670;
– ontbiet arriere garde, verlaet Nieupoort, 670;
– slach begint, 671;
– slaen, 671 tot 675;
– doden, 677, 678, 680;
– gevangenen, 678;
– vendelen ende geschut, 679;
– hij naer Oostende, 680;
– ontledicht gevangenen, gequesten, versuymt bagagie, 681;
– beraetslaecht, 81, 682, 683;
– naer Nieupoort, 684;
– tsijnder discretie tbeleg gelaten, 687;
– moijelijck, 689;
– sent Tijmpel naer de stat, 690;
– Nassau, 691;
– selfs, 692;
– resolutie op den leger, 692;
– wilt scheiden, 693, 694;
– Oldenbarnevelt bij hem, Nassau naer Oisteinde, hij selfs, 695, 696;
– ontbiet schepen, 696;
– recuseert quartier vanden Ertshertoge, 700;
– gaet in de engelsche schepen, 709;
– prepareert vertreck, 709, 710;
– vaert wech, 714;
– tot Middelburch, crijcht gelt voor tvolck, 715;
– scheit leger, 716;
– getracteert te Middelburch, 718;
– naer Bergen, heeft een aenslach, 721, 723;
– breeckt, 724;
– sent schepen in zee, 725;
– geacht t’onvrede, 727, 735;
– besichticht lant van der Goes, 730;
– ter Vere, 731;
– sent geschut wech, tot Zierczee, Brouwershaven, last Duynkerckers in Diepen te besetten, 731;
– belet cassatie van tvolck, 737;
– aenslagen bij hem gedreven, 748;
– op Venloe, 756;
– versoeckt 10e penning vande buyten ter zee, Hollant accordeert, 773.
  
Munsterse gesanten 
– claegen over intochten, 509;
– crijgen antwoort, 514, 749;
– begeren de brieven van heuren biscop nopende heur lant aenden paus gescreven, 764;
– crijgen antwoort, 778.
  
Cleefschen gesanten 
– versoucken restitutie van Emmerick, Lobit, Sgravenweert, 509;
– antwoort, 514;
– clagen over inbreuck van heur jurisdictie, 618;
– saiseren Meurs, insisteren op Sgravenweert, 620;
– Staten excuseren de jurisdictie, 625;
– antwoort, 630;
– redresseren heur staet, discrediteren Schenckeren, versoucken stoffe aenden Almirante, 741;
– clachten aende Staten ende om Almirante te hoiren op articulen, 758.
  
Heusden, geveinsden aenslach daer, 509.
  
Edmonde, colonnel 
– op den aenslach van Wachtendonck, 506;
– ridder verclaert, 510;
– convoijeert naer Wachtendonck, 513;
– sijn regiment geslagen, 663, 680;
– gelast totte racreute, selfs naer Schotlant, 685;
– comt met racreute ende 3 nieu capiteynen, 734.
  
Gorinchem begeert meerder besettinge, 513.
  
Cuelen 
– hart tegen de religie, Staten, Excie scrijven scharp, 513;
– sij excuseren ende persisteren, 514;
– Staten scrijven heur noch, 556.
[pagina 794]
[p. 794]
Grave van Hohenloe 
– onlustich tegen Excie, 514, 525;
– ende Sidnisky, 520;
– claecht aende Staten van Hollant, 535;
– die doen Sijn Excie spreecken, 536;
– noch t’onvrede, 544;
– naer Buyren, 546;
– versouckt Excie daer te commen, 561;
– in pericule naer tleger, 568;
– valt, vertreckt, 575;
– in tleger, 607;
– commandeert, 631, 636;
– wilt convoy op Wachtendonck doen, 645, 648;
– crijcht een vendel, comt in Zeelant, 685.
  
Sydnisky 
– naer Bommel op de frontieren, 513;
– ontbiet daer ruyteren ende knechten, 519;
– verliest bagagie, 646.
  
Heere Gilpijns soine 
– capitein, sterft, 515;
– hij vereert vande Staten, 752.
  
Heere van Briauté 
– vecht in beroup tegen Leckerbeetgen, wert vermoort, 515 tot 517;
– sijn neef wilt sijn doot wreecken, 539, 560.
  
Prince van Orangien 
– crijcht hantlichtinge vande Bourgoensche goederen onder harde conditie, 517.
  
Hertog van Savoijen 
– in Vranckrijck, 517;
– doet metten coning handelen, gedreicht, 693;
– gevallen in sijn lant, 726;
– verliest Conflans, 728;
– Montmelian, 757;
– Fuentes wilt hem helpen, 761;
– versouckt vrede, 783.
  
Venloe, aenslach daer, 518, 521, 756.
  
St Andries 
– t’ontvrede, 503;
– muyt, 519, 526;
– den Bosch scrijft heur, 526;
– gedreicht te beleggen, 534;
– Excie derwerts, 550, 552, 553;
– hooch water, batterien op den dijck, opgeeischt, Littoijen beset, geschut geplant, 554;
– beschoten, willen geen tambourijn hoiren, 557;
– Alem beschantst, hooch water, 558;
– dijcken beset, 559, 560, 562, 564, 567, 568, 574, 575, 577, 578;
– gesommeert, 562;
– gerucht van ontset, 562, 564, 568, 569, 574, 575;
– naerder beset, beschoten, 563;
– rumoer in tleger tusschen de Francoisen ende Vriesen, 565;
– crijgen boden in, 566;
– braveren 568;
– ruyteren in tleger, senden uyt met brieven, 569;
– bedrogen, 570, 571, 572;
– gesommeert, 572;
– ontdecken ende straffen bedroch, 573;
– legerwercken vermeerdert, 574;
– vieren, 575;
– wercken, Sidney in tleger 577;
– heur ontset stil, 577, 578;
– wercken dapper in tleger ende te Kessel, 577;
– stucken daer geplant, senden weder uyt, 579;
– gesommeert, antwoort, doen signael, 580;
– ontset marcheert, wercken buyten, approchen noch niet begonnen, 583;
– willen niet antwoorden, Barnevelt met gelt in tleger, approchen besichtigt, 586;
– begonnen, 586, 587, 588, 589;
– ontset reculeert, 589;
– gesommeert, stilstant, antwoort, 591, 592, 593;
– parlamenteren 593 tot 596;
– gelt in tleger, vieren ten Bosch, 594;
– schieten een doot, 595;
– breecken parlament, 597;
– Barnevelt vertreckt, gesant van Cuelen daer, approcheren seer, 598;
[pagina 795]
[p. 795]
– compagnien in tleger, vieren seer, batterien, 599;
– ontset stille, 600, 601;
– parlamenteren weder, 600;
– accorderen, 601, 602;
– sweeren Staten, senden commisen wech, maken capiteynen ende officiers, Walen regement apart, 603;
– ammunitie ende geschut, gelt tot hun betalinge, schieten in triumphe, 604;
– weigeren uyt te trecken, ontfangen gelt, 605;
– plaetse over, importantie van dien, 606;
– beset, wercken afgeworpen, 607;
– gelt in tleger, 608;
– begint te breecken, viant sent op tleger, 609;
– leger scheit, de schantse verbetert, 611.
  
Crevecuer 
– schantse mutineert, 519;
– beleg derwerts, 534, 544;
– belegert, 545;
– approcheren, meer volcx daervoor, batterien, parlamenteren, 548;
– accorderen, 549;
– garnison daerin, hun volck veel in der Staten dienste, 552;
– redoute daer gemaeckt, 564;
– beset, 567;
– de Diesse doen stoppen, 569;
– wercken daer bestedet, 609, 610.
  
La Bourelotte 
– versamelt volck, 518;
– scheit weder, 520;
– tot Veurn, 689;
– Nieuwpoort, 690;
– doot, 708, 710.
  
Sluys 
– galeijen daer nemen dry schepen, 522;
– quaet aen te tasten, 612;
– galeijen in zee, 635;
– Excie dreicht, 638;
– galeijen nemen veel schepen, 646, 648;
– uyt, 688, 706, 714;
– stadt gedreicht, 715, 725;
– meer galeijen, 731.
  
Staten van Hollant 
– bijeen op de middelen, verswaren gemael, verdubbelen capitale impositie, nomineren tot compagnien, 527;
– statueren dat d’eigenaers hun schepen in Spangien vercoft vrij aentasten, 533;
– becommert metten onlust van Hohenloe, 536;
– willen equipperen op Spangien, Zeelant belettet, 539;
– antwoorden aan Zeelant, clagen mede van heur lasten, 546;
– Zeelant claecht noch, 550;
– antwoorden, 553;
– doen ruyteren in den Haege commen, 559, 561;
– beswaren bij placaet alle buyten geseten goederen mette ½ ofte ¼ vande vruchten, 611;
– resolveren Duynkercken aen te tasten, lichten volck, 612;
– houden dachvaert, op middelen, schougelt, ronde mate, 718, 719;
– willen almirante aennemen tegen hun gevangenen, 720;
– assisteren Zeelant met 50.000 £, 721;
– weder bijeen op de middelen, 730;
– placcaet van tschougelt, 735;
– weder bijeen, Excie ende raet doen daer de petitie, sij resolveren middelen, senden naer Vranckrijck, 753;
– menageren lasten, almiraliteyten, galeijen maken, consenten, heur lasten, goederen vande domeinen, Arenberge, 753 tot 756;
– slants renthen op geestelijcke goederen, 757;
– armeeren tegen Spangien, 762, 781;
– weder bijeen op de consenten ende middelen, 769 tot 774;
– disputen met Leerdam, 81.
[pagina 796]
[p. 796]
Heere van Langerack eene compagnie ende casteleinschap van Louvesteyn, 527.
  
Jonge Heere van Cloutingen een compagnie, 527.
  
Gent, ritmeester 
– bespiet, 528;
– gequest, wijckt, 674.
  
Ram, capiteyn sterft, 529.
  
Hertoge van Braunswijck wilt tegen de stadt oirlogen, 529.
  
Cales, om die haven onlust tusschen den Coning ende Staten, 521, 529.
  
Zeelant 
– almiraliteyt verachtert, slaen aen den buyt vande vlote van Verdoes, 532;
– clagen van onmacht ende verloop, over de galeijen, 539, 542, 543;
– versoucken secours, protesteren, 543;
– antwoort van Hollant, 546;
– clagen in Staten Generael, hebben Barnevelt beschuldicht, 548;
– claegen noch aen Hollant, 550;
– antwoort, 553;
– almiraliteit beswaert, 717;
– bootsvolck muyt, 718;
– crijgen assistentie van Hollant, 721;
– armeren tegen Spangien, 762, 781;
– begeren met Hollant te besoigneren, 774.
  
Groeningen 
– ende Omlanden seer verachtert, last te executeren, 532;
– stadt ingenomen, wacht verboden, beginnen gelt te geven, 541;
– Staten geadverteert, 548;
– hart geexecuteert, 575;
– eenigen naer den Haege versonden, casteel beraemt, 576;
– Omlanden clagen bitterlijck over d’executie, 613;
– casteel gemaeckt, casseren Houflijn, 621;
– Hinejosa derwerts, 730;
– clagen over executie, gedeputeerden, onnutte costen ende verquisten van al heur achterstel, 761;
– verslaegen in de petitie vande consenten, 769.
  
Tijmpel, Heere 
– totte executie van Groningen, 532;
– saiseert de stadt, 541;
– van daer ontboden, 621;
– comt, 628, 633;
– commandeert in den slach, 670;
– naer de Staten, 690.
  
Gr. Willem 
– laet crijsvolck binnen Groningen, 541;
– ontraet den tocht van Vlaenderen, 615;
– laet volck uyt Groningen lichten, 628;
– sent crijsvolck naer Lieuwaerden tegen de Goën, Staten verbieden, 731.
  
Heere van Rhosne in den Haege bij den Francen ambassadeur met hefticheyt los gemaeckt, 533.
  
Schepen in Spangien vercoft, placcaet daerop, 533.
  
Brabant 
– Staten vergaderen, weigeren consenten, 534;
– consenteren, 699;
– schougelt, 723.
  
Verreicken 
– naer Engelant, 531;
– audientie, 534;
– wil t’Nederlant daerin trecken, scrijft om naerder last, 535;
– gaet wech naer Bruessel, 545.
  
Eemden 
– graef ende stadt clagen over tverbot vande Spaense vaert, 537;
– ten minste om te retireren heur schepen, antwoort, 538;
[pagina 797]
[p. 797]
– versoucken pasport voor gedeputeerden van Spangien in heur differenten, 749;
– Hollant consenteert, 756.
  
Graef Hendrick van Nassau 
– raet van State, 542;
– versocht colonnel vande Walen, 603;
– vertreckt, 636;
– eerste exploict in den slach, 667.
  
Raedt van State 
– niet wel gepast met Graef Hendrick, 542;
– gelast in te trecken de sententie tegen Geelenkercken, 631;
– versouckt noch 500.000 £, 734;
– doet petitie voor toecommenden jaere, 748;
– versoucken aen Hollant, 753;
– senden gedeputeerden, 756;
– scrijft voor de religie tot Aken, 779.
  
Lambert vander Wel, ritmeester, 544.
  
Martijn du Cigne, capiteyn, 544.
  
Jacob van Helmenduynen, capiteyn, 544.
  
Charles vander Houve, capiteyn, 544.
  
Heere van Oldenbarnevelt 
– beschuldicht van Zeelant, 548;
– in tleger, 586;
– vertreckt, 598;
– beschuldicht vande Omlanden, 614;
– alleen in tleger, 695;
– naer Bergen, 700;
– berucht van onlusten met Excie, 735.
  
Shertogenbosch 
– gedreicht, 550;
– claecht aenden Ertshertoge, 554;
– viert om St Andries, 594, 605;
– crijsvolck derwerts, 606;
– wilt geen volck deurlaten, 608.
  
Bergense ruyteren slaen den viant, 550, 552.
  
Littoijen 
– deurgesteecken, beset, 554, 559;
– wercken dapper, 574, 577;
– een redoute, 607.
  
Hage in Hollant in vrese, beset, 558, 561.
  
Batenburch 
– ingenomen, 563;
– verlooren 615.
  
Diesse gestopt, 569.
  
Heere Sidnei 
– in tleger, 577;
– vertreckt ende keert, 578;
– gaet wech, 579;
– in Vlaenderen, verliest sijn bagagie, 646;
– wijckt uyten slach, 667.
  
Capiteyn Swam sterft gecasseert, 578.
  
Pays 
– tusschen den Ertshertoge ende de Staten heimelijck gedreven, 581, 618;
– van bestant, deputatie, 619;
– Staten antwoorden, 625, 626;
– de handeling berst uyt bij versouck van pasport vanden viant, 633;
– antwoort, 635;
– insisteren, vercrijgen, 682, 686;
– commen bijeen 700, 703;
– scheiden, 705, 706;
– waer dese alarmen vandaen quaemen, 730.
  
Heere van Chastillon 
– uyt Vranckrijck in tleger, 583;
– vertreckt naer tleger wederom, 636;
– in den slach, 667.
  
Vrieslant 
– swaericheyt ende scheuringe daer onder de Staten om de middelen, 589;
– beclaecht om der Fockers renthen, 618;
[pagina 798]
[p. 798]
– senden in den Raet van State Frans Janss., 622;
– Staten excuseren Fockers renthen, 625;
– noch in scheuringe, 679, 708, 711, 716, 726;
– Staten Generael committeren derwerts, 727, 728, 729;
– sij doen clachten, 743;
– noch in dispute, 753;
– beginnen te accorderen, 763;
– pacificatores daer, doen uytspraecke, 775;
– verdraegen ende consenteren, 776.
  
Raef Dexter geschoten, 597.
  
Graef Harman van Manderscheit 
– wilt naer de Staten commen, geweigert, 597;
– sendt aen Prins Maurits, 600;
– crijgen vande Staten pasport, 608;
– int lant, tot Buyren, 612;
– den Haege, 616;
– propositie, 616 tot 619;
– Staten deputeren bij hem, 619;
– claecht van wegen Trier, 621;
– crijght antwoort, 622 tot 628;
– excuseren saken van Meurs, 629;
– begeren neutraeliteit voor Wachtendonck, 630;
– repliceren, 631;
– antwoort, 633;
– afscheyt, vereert, 634;
– wilt naer Brabant, 635, 637;
– in Zeelant, 637.
  
Carel Nutsel 
– gedeputeert met Gr. Herman, vide op Gr. Harman overal. Beschuldicht vanden Almirante, 742, 760;
– suspect bij den Staten, 742.
  
Biscop van Cuelen 
– sendt in tleger, 598;
– naer de Staten, 601;
– beschuldicht vanden Almirante, 742;
– scrijft aenden paus vande landen van Munster, beschuldicht de Staten, 764.
  
Heechuysche Mase, redoute daer, 604.
  
Heer van Cruningen 
– in tleger, 607;
– capiteyn, 684.
  
Heer van Varick crijght redoute, 607.
  
Rossum, vrouwe aldaer, crijght redoute daer, 607.
  
Graef Ernst 
– gaet commanderen in de Bommelerweert, 610;
– naer Ophemert, 614;
– beset de Waelcant, 615, 621;
– ontboden, 621;
– gelast te breecken, 628;
– commandement, 638, 652, 653;
– naer Leffingen, 661;
– versuymt, 662;
– verslaegen mette Schotten, 663;
– consideratien tegen Solms, 693.
  
Sgravenweert 
– besichticht om den beer vande grachte, 612;
– Duytsen begeren de plaetse, 617;
– item Cleefschen, 620;
– Staten sustineren Gelders te wesen, 624;
– Duytsen insisteren, 632;
– Staten persisteren, 633.
  
Duynkercken 
– gedreicht aen te tasten, 612;
– Staten willen dat dirigeren, 637;
– veel oirlochschepen van daer uyt, 724;
– ordre daer tegen, 725;
– een genomen, 729, 731, 732.
  
Daem Verhorst, capiteyn 
– gevangen, 613;
– verlost, 694.
  
Augustijn Humans, lieutenant gevangen, 613.
  
Gravinne van Meurs 
– sterft, haer testament, 614;
– Duytsen clagen over haere executie, 618.
[pagina 799]
[p. 799]
Meurs 
– vervalt aen Pr. Maurits, 614;
– bij de Cleefsche gesaiseert, 620;
– Staten claegen, 624;
– Keiserse excuseren, 629;
– om datelicheyt te beletten, 630;
– Staten willen tspolieren ofte hebben, 634;
– consultatien vande hoven, 764.
  
Grave van Solms 
– wert Gr. van Hoorn, Weert, etc., 614;
– naer tleger, 636;
– commandement, 639;
– naer Albertus schantse, 649;
– schiet, 651;
– naer Nieuwpoort, 651, 653;
– consideratien tegen Gr. Ernst, 693;
– versuymich, 701.
  
Hulst, garnisoen mutineert, 614.
  
Aken 
– Duytsen claegen over executie tegen haer, 617;
– Staten excuseren, 625;
– beswaeren die vande religie, 779.
  
Vlaenderen 
– tocht derwerts geprepareert, 614, 619, 621, 629, 631, 633, 635, 637;
– deliberatien waer in te vallen, 638;
– forcen van dien tocht, 639;
– naar Philippine, 640;
– debarqueren daer voorts, 641;
– naer Assenede, schepen veel wech, huys van Wackene geforceert, 642;
– ruyteren naer Gent, lant gebrantschat, 643;
– naer Eckeloe verdoolt, verbittertheyt op de boeren, 645;
– tot Male, Eeckeloe verbrant, roof voor Brugge, galeijen van Sluys nemen schepen, 646;
– alarm, voorbij Brugge, 647;
– verdoolt tot Jabbeeck, 648;
– tot Oudenburch, 649;
– belet in de vivres, 650, 651;
– trecken voorts, 652, 653;
– voor Nieupoort, 658;
– Gr. Ernst ende Schotten geslagen, 663;
– viant naer tleger ende ordre totten slach, 665 tot 670;
– begint, 671;
– slaen, 671 tot 675;
– victorie, 675;
– doden, 677, 680;
– gevangenen, geschut, vendelen, 678, 679;
– naer Oisteinde, 680;
– viants bagagie versuymt, 681;
– naer Nieupoort, 683, 685;
– sonder hoipe, 690, 693, 694;
– gebroocken, 695;
– naer Isabelle, 698;
– Staeten consenteren, 699;
– Isabelle verlaten ende geheel Vlaenderen, 712, 713;
– consenteren schougelt, 723.
  
Oistindische compagnie crijght retour, 619, 629, 722, 727.
  
Jan de Haen capiteyn sterft, 620.
  
Jasper de Busigny 
– capiteyn, 620;
– in Snaeskercken, 652;
– verslagen, 660.
  
Maerten Schenck, saiseert eerst Sgravenweert, 620.
  
Triersche clachten, 621, 632;
– Staten antwoorden, 634.
  
Furst van Anhalt 
– in den Haege, 629;
– naer tleger, 636;
– in den slach, 667;
– vertreckt naer Duytslant, 741.
  
Milord Gray 
– in den Haege, 629;
– naer tleger, 636;
– verliest bagagie, 646;
– in den slach, 667.
  
Parker, ritmeester, verlaet sijn compagnie, 629.
[pagina 800]
[p. 800]
Heere Drury 
– in den Haege, 629;
– naer tleger, 636;
– verliest bagagie, 646;
– in den slach, 667.
  
Eduart Cicil ritmeester, 629.
  
Carel van Wingaerden 
– colonnel, 631;
– met volck t’Oisteinde, 688;
– in tleger, 692;
– blijft t’Oisteinde, 713.
  
Luys de Velasco 
– commandeert t’ontset van St Andries, 569, 571;
– scrijft aende gemutineerden, 631;
– ontboden naer Vlaenderen, 650;
– tot Oudenburch, 665;
– versamelt de ontlopenen vanden slach, 680, 682, 684, 685, 686, 694.
  
Hans Bernard Swits, capiteyn, 635.
  
Hertoge van Holsteyn 
– in den Haege, 635;
– naer tleger, 636;
– in den slach, 667.
  
Ophemmert, crijsvolck daer, 635.
  
Nieupoort 
– gedreicht, 638;
– ruyteren van daer naer Gent, 645;
– wederom, 646;
– tleger derwerts, 651;
– schieten, 653;
– belegert, 657;
– schepen daer, buyt gemaeckt, vierboet met geschut verlaten, huysen gebrant, 658;
– viant comt, slaen Gr. Ernst mette Schotten, 663;
– ordre totten slach, 665, 666;
– de stadt noch niet al verlaten, 666;
– heel verlaten, 670;
– slach aldaer, 671 tot 675;
– victorie, 675;
– doden, 677;
– reste, 678, 679;
– verlaten, 680;
– weder naer Nieupoort, 683, 685;
– belegert, approcheren, 685;
– gebreck, Staten in tleger, 686;
– swaericheyt, valsch alarm, batterien, 687;
– crijgen volck, starckte, geschut geplant vande haven, 688;
– irresolutie in tleger, 688, 689;
– schieten vande stadt, geschut afgehaelt, 689;
– inunderen tlant, volck in stadt, becommeringen, 690;
– wanhoipe, uytval, 691;
– onwillicheyt, 692, 694;
– vallen uyt, 692;
– volck in tleger, dat scheyden wil, uytval, 693;
– wilt breecken, 694;
– veel volck in stadt, 695;
– preparatie tot breecken, convoy in stadt, schepen wech, vierboet gemineert, 696;
– leger vertreckt, 697;
– gaen besien de doden vanden slach, 698.
  
Generael Vere 
– commandement, 639;
– avantgarde in den slach, wilt retrancheren, wert gelast tot slaen te letten, 666;
– vecht wel, gequest, 672;
– wijckt naer een schip, 673;
– last totte racreute, 685;
– Excie besouckt hem, 696.
  
Brugge 
– roof voor de stadt, 646;
– gebrantschat, leger voorbij, 647;
– speelhuysen gebrant, 648.
  
Oudenburch 
– verlaten, 646;
– beset bij Pyron, 649, 652;
– sendt onvoorsichtelijck sijn volck uyt, 658;
– onversien van volck, gaet over, 659;
– beset, 665, 680;
– versuymt, 686.
[pagina 801]
[p. 801]
Bredene 
– verlaten met geschut, 646;
– beset bij Bruges, 649, 652;
– verlopen, 660;
– viant sent volck daer, 709.
  
Admirael van Hollant brengt amunitie ende bagagie t’Oisteinde tegen de galeijen, 648.
  
Plassendael over, 649;
– verlopen, 659.
  
Albertus schantse 
– belegert, 649;
– geschut derwerts, breeckt in, 650;
– beschoten, gaet over, 651;
– in groote schrick, 663;
– gedreicht, 664;
– blijft vrij, 667;
– geslecht, 707, 712;
– verlaten, bij den viant ingenomen, 713.
  
Cormieres, capiteyn, doot, 650, 652.
  
Isabelle schantse 
– schiet naer tleger, gesommeert, 653;
– belegert, 695;
– schieten, batterien, 698, 699;
– approchen, crijgen convoy, 701;
– Gr. van Solms versuymt hoochte te nemen, 701, 706;
– batterien, 706;
– wanthoipe, willen breecken, haelen geschut af, 707;
– batterie, retrancheren noch omdat se blijven moeten, 708;
– becommert in de retraicte, 709, 710;
– schepen tottet vertreck, 711;
– breecken leger, 712.
  
Snaeskercken 
– beset, 652;
– overgegeven, 659;
– volck vermoort, 660.
  
Nieudam 
– gedreicht, 651;
– gemijt, 652;
– verlopen, beset, 658;
– viant derwerts, 661;
– Tijmpel daerom daer, 665;
– gerepareert, 687;
– Excie daer, steeckt dijck deur, 688;
– alarm, 696;
– verlaten, 697.
  
Clara schantse 
– gesommeert, 653;
– wercken daer, 701.
  
Colombijn schantse 
– gesommeert, 653;
– wercken daer, 701.
  
Suythampton, graef,  
– bij Essex geadvanceert, 655.
  
Batenburch, ritmeester, gequetst, 658.
  
Piron, colonnel 
– versuymt Oudenburch, 659, 660;
– qualijck naer den viant, 662;
– vlucht, 663.
  
Bruges 
– verlaet schandelijck Bredene, 660;
– verveert, 662;
– vlucht, 663.
  
Risoir 
– loopt met sijn ruyteren wech, 663;
– versuymt veel, 667;
– crijcht couragie, 676.
  
Justijn van Nassau, almirael 
– in den slach, 667.
  
Walen 
– hun regement in bedencken, sweeren, 667;
– chargeren wel, 673.
  
La Sale, ritmeester 
– dwers deur den viant, 671.
  
Horatio Vere, colonnel, vecht bravelijck, 672.
  
Conteler, ritmeester, doot, 677.
  
Hamylthon, ritmeester, doot, 677.
  
Jaspar Barnard, ritmeester, doot, 677.
  
Caspar Çapena, colonnel 
– gequest, gevangen, 678;
– Excie besouckt hem, 696;
– sterft, 721.
[pagina 802]
[p. 802]
Luys del Villar, colonnel 
– gevangen, 678;
– naer Hollant, 685;
– bij den Almirante, 745;
– beschuldicht vande gravinne vanden Brouck, 749.
  
Senechal de Montelimar gevangen, sterft, 678.
  
Grave van Solms gevangen, 678.
  
Nijs, capiteyn, 683.
  
Jacob Philps, capiteyn, 683;
– doot, 691.
  
John Hamylthon, capiteyn, 684.
  
Charles Logier, capiteyn, 684,
  
Piron de jonge, capiteyn, 684.
  
Philips Cardon, capiteyn, 684.
  
Waes, capiteyn, 684.
  
Balthasar de Gistel, capiteyn, 684.
  
Ernst Borck, capiteyn, 684.
  
Pomarede, capiteyn, 684.
  
Du Puis, capiteyn, 684.
  
Chilandre, capiteyn, 684.
  
Bastocq, colonnel, doot, 684.
  
Pontaubert, capiteyn, sterft, 686.
  
Du Buisson, capiteyn, 686.
  
Veurn 
– volck daerin, 689, 695;
– tlant seer gebroocken, 690.
  
Heere van Valenchijn 
– lieutenant colonnel vande Bourguignons in Nieupoort;  
– doot, 691.
  
Gr. van Busquoy te Dixmuyden, 691.
  
Arthur, ritmeester, 693.
  
Keurlingen van Vlaenderen, 694.
  
Duvenvoorde, colonnel met volck t’Oisteinde, 706.
  
Milord Cobham 
– in tleger, 707, 708;
– vertreckt, 710.
  
Walter Rhaley 
– in tleger, 707, 708,
– vertreckt, 710.
  
Sr. Herry Pemel 
– in tleger, 707, 708;
– vertreckt, 710.
  
Graef van Noorthumberlant 
– sal comen, 707;
– comt, 708.
  
Graef van Rutlant 
– sal comen, 707;
– comt, 708.
  
Andries de Roy gequest, 707.
  
Ingenhaeff, capiteyn, doot, 710;
– begraven, 711.
  
Middelburch tracteert Sijn Excie, 718.
  
Coning van Schotlant 
– consenteert racreute, 720, 734;
– in pericule van graef van Gaury, 725.
  
Buyssen 
– in zee crijgen den alarme, 724;
– ordre daertegen, 725;
– maeckt verslagentheyt, 726.
[pagina 803]
[p. 803]
Heere van Wackene 
– sijn huys gebrant, 642;
– doet schade onder de buyssen, 724;
– ordre daertegen, 725;
– hij naer Spangien, 731, 732, 781.
  
Gr. van Gaury 
– quaet voornemen tegen den coning van Schotlant, 725, 735.
  
Overijssel 
– swaricheyt aldaer met Swol, 727.
  
Hertoginne van Aerschot vertreckt, 730.
  
Gr. van Fuentes 
– te Milan, 731;
– wilt Savoijen assisteren, 761.
  
Neutralen 
– beswaert bij Alfonso, 732;
– claegen, 749;
– placcaet daertegen gemaeckt, 778.
  
Don Sebastiaen 
– coning van Portugael, te Venetiën geseyt te wesen, 733;
– sententie, 780.
  
Marquys de Rohan 
– in den Haege, 734;
– vertreckt, 743.
  
Gr. Frederick van Solms 
– naer Duytslant, 735.
  
Maroccos coning 
– doet presenten in Engelant, 741, 747.
  
Caron 
– uyt Engelant, 736, proponeert in Staten, 739;
– antwoort, 746.
  
Rijnberck 
– bij den biscop van Cuelen aenden viant geconsenteert, 742.
  
Gravinne vanden Brouck 
– vervolcht tegen den Almirante, 743;
– claecht aende Staten, 749.
  
Jacob van der Burch, capiteyn, gecasseert, 748.
  
Massau, capiteyn, compagnie gecasseert, 748.
  
Don Juan de Braccamonte, gecasseert, wert colonnel, 748.
  
Sevenburgen, moeyte aldaer, 751.
  
Pappa, gemutineert, 751.
  
Canissa belegert, 751.
  
Hertoge van Mercur in Ungaren, 751.
  
Ertshertog Ferdinando in moeyte met sijn onderdanen, 751.
  
Palsgraefs tweede soin sterft, 751.
  
Capiteyn Guillaume du Puys gevangen, 751.
  
Gr. van Arenberchs 
– goederen gedreicht te vercopen, 756;
– hij dreicht den Advocaet van Hollant, blijft achter, 774.
  
Gr. van Egmont wilt Biemster bedijcken, 756.
  
Biemster versocht te bedijcken, 756.
  
Almiraelschip voor Antwerpen genomen, alarme daer, 764.
  
Leiden, Studenten van Universiteyt in discipline, 773.
  
Gravinne van Manderscheyt crijcht renthen op Sevenbergen, 773.
  
Mr. Symon van Veen, fiscael, wert raet in Hollant, 773.
  
Ambrosio Landriano verlaet sijn staet, 774.
  
Nicolo Basta, lieutenant generael vande cavalerie, 774.
[pagina 804]
[p. 804]
Schot, capiteyn, doot, 781.
  
Wilfort, capiteyn, 781.
  
Leerdam, questie om de contributie met Hollant gesubmitteert, 781.
  
Bern, canton, versocht tot alliantie mette Francoisen, meesters van Savoijen, 784.
  
Hamont, capiteyn, doot, 784.

FINIS.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken