Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het oude Nederlandsche lied. Deel 2 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het oude Nederlandsche lied. Deel 2
Afbeelding van Het oude Nederlandsche lied. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Het oude Nederlandsche lied. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.25 MB)

XML (1.74 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het oude Nederlandsche lied. Deel 2

(1905)–Florimond van Duyse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1755]
[p. 1755]

458. Weest nu verblyt te deser tyt.
(Pacificatie van Gent, 1576)



illustratie

 
1.
 
Weest nu verblyt ,, te deser tyt,
 
wie dat ghy syt;
 
over is nu ‘snachts droev’ duysteren schyn;
 
al onse plagen ,, in blyde dagen
 
verandert syn.
 
 
 
2.
 
't Weer vriend'lick blickt ,, elck is verquickt,
 
dat 't God soo schickt,
 
en ons de sonne der vrede dus geeft
 
tot een bevryding ,, en tot verblyding
 
van al wat leeft.
 
 
 
3.
 
Als alles haest ,, was op syn quaest,
 
was God ons naest,
 
syn hulp, syn heyl, syn schut hy tot ons send;
 
laet ons hem loven ,, die daer van boven
 
de saeck dus wend.

Tekst.

Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck, Haerlem 1626, bl. 86. Lied op de Gentsche Pacificatie, met stemaanduiding: ‘Quand la bergere’. Vgl. onder de

[pagina 1756]
[p. 1756]

Geuzenliederen: ‘Verblijt u Neerlant met jolijt’, een lied op hetzelfde onderwerp, ‘op de wyse vanden 68 Psalm, Staet op Heer, etc.’ (Dr. J. van Vloten, Nederl. geschiedzangen, 1852, II, bl. 182; - H.J. van Lummel, Nieuw Geuzenlied-boek, nr. 117, bl. 266).

‘Deze gedenkwaardige oorkonde werd op den 8sten November 1576 te Gent onderteekend door St. Aldegonde met acht andere gemagtigden van wege den Prins van Oranje en de Staten van Holland en Zeeland aan de eene zijde, en door Elbertus Leoninus en andere afgevaardigden van wege Braband, Vlaanderen, Artois, Henegouwen, Valencyn, Rijssel, Douay, Orchies, Namen, Doornik, Utrecht, Mechelen aan de andere zijde. De overeenkomst was een meesterstuk van staatkunde aan den kant van den Prins; want er werd daarin voor de veiligheid van de Hervormde godsdienst zoo krachtig gezorgd als men onder de omstandigheden verwachten kon...’ (John Lothrop Motley, De opkomst van de Nederl. Republiek, vertaald onder toezigt van Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, 2de druk, 's-Grav. 1860, III, 351 vlg.).

Melodie.

I. Valerius, t.a.p.; met 3-maat, hierboven met 6/4-maat weergegeven.

II. Les rossignols spirituels, Valencienne I, (1619), bl. 110:



illustratie

 
Gra-ces au pe - tit Ie-sus
 
qui de là sus
 
A bien dai - gné ve - nir ça bas
 
Ren - dre la vi - é
 
A nous ra - vi - é
 
Par son tres pas.
 
No - é, No - é, No - é, trois fois,
 
Res - iou - ys - san - ce
 
Par la Nais-san-ce
 
du Roy des Roys.

III. La pieuse alouette, Valencienne, I (1619), bl. 114, ‘sur l'air mondain: ‘Quand le berger revient des chams // toujour bon tans, etc.’ (vgl. Het prieel der gheest. mel., Antw. 1617, bl. 263):



illustratie

 
Gra - ces au bon pe - tit Ie - sus,
 
Qui, de là - sus,
 
A bien dai - gné ve - nir çà - bas,
 
Ren - dre la vi - e,
 
A nous ra vi - e.
 
Par son tré - pas.
 
No - ël, No - ël, No - ël, trois fois,
 
Ré - joü - is - san - ce,
 
Pour la nais-san - ce,
 
Du Roy des Roys.
[pagina 1757]
[p. 1757]

IV. Pers, Bellerophon, 1633, bl. 77, ‘stemme: Quand la bergère’:



illustratie

 
U gey - le Liefd'
 
o Ve - nus kind /
 
en is maer wind /
 
U py - len / ko - ker en ge - weer /
 
U fel - le schich - ten /
 
En snel - le lich - ten /
 
Die leg - ghen neer.

V. Stalpaert, Gulde-iaers feest-dagen, Antw. 1635, bl. 1084, stem: ‘Ghy herders die wel licht'lijck siet’:



illustratie

 
Doet nae de Schrift u on - der - wijst /
 
Noch laeckt / noch prijst /
 
Een man in sijn ghe - daen - te niet /
 
Als ghy den de - sen /
 
Van hoo - gher we - sen /
 
Als ghee - nen siet.

VI. Le Sage et D'Orneval, Le Theatre de la Foire, I, Paris, 1721, ‘Le temple du destin, pièce d'un acte, par M. le S**, representée à la Foire de Saint Laurent, 1715’; bl. 353, gedialogeerd couplet tusschen Columbine en Pierrot, nr. 41 der muziekbijlagen:



illustratie

 
Ah! c'est toi, Pier - rot mon pou - let,
 
Mon da - douil - let,
 
Mon gras-souil-let?
 
J'al - lois chez toi, mon doux sou - ci,
 
Pour te re - met -tre
 
Cer-tai - ne let - tre...
 
Tien. La voi - ci.
[pagina 1758]
[p. 1758]

VII. Brunettes ou petits airs tendres, Paris, Chr. Ballard, III (1711), bl. 157:



illustratie

 
Quand la Ber - ge - re vient des champs,
 
Toû-jours chan - tant,
 
Toû-jours dan - sant:
 
Sa que-nouil - let - te va fi - lant,
 
Toû - jours ber-ge - re, Toû - jours le - ge - re,
 
Toû - jours bon temps.

Herdrukt met eenige afwijkingen in Weckerlin's Échos du temps passé, II, nr. 24, bl. 52.

Weckerlin, L'ancienne chanson populaire en France, 1887, bl. 417, naar Premier livre de chansons composées en musigue à 4 parties par M. Pierre Certon, Paris 1552, deelt den tekst van een lied uit 7 str. mede, waarvan de eerste luidt:

 
Quand la bergère va aux champs,
 
sa quenoillette va filant,
 
o ve, o ve, o ve laquy,
 
o ve la lay,
 
la bergère au champ dou roay.

Eitner, Bibliogr. der Musik-Sammelwerke 1877, bl. 832, vermeldt eene in 1569 gedrukte meerstemmige bewerking: ‘Quand la bergere va aux hams (sic)’ van Pierre Sanserre, Senserre of Santerre. De naam van dezen componist komt reeds voor in de Parijsche uitgaven van Attaignant in 1539.

Deze zangwijs was ook sedert 1623 in Duitschland bekend; o.a. voor een lied op ‘St. Michael’, met aanvang: ‘O unüberwindlicher Held, Sanct Michael!’; zie Erk u. Böhme, Deutscher Liederhort, III, nr. 2089, bl. 776; zie mede aldaar nr. 2093, bl. 786.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Nederlandtsche gedenck-clanck


auteurs

  • Adriaen Valerius


plaatsen

  • Gent


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank