Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het oude Nederlandsche lied. Deel 3 (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het oude Nederlandsche lied. Deel 3
Afbeelding van Het oude Nederlandsche lied. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Het oude Nederlandsche lied. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (20.60 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het oude Nederlandsche lied. Deel 3

(1907)–Florimond van Duyse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 2369]
[p. 2369]

608. Rijck God, wien sal ic clagen.

 
1.
 
Rijck God, wien sal ic clagen
 
dat heymelijc liden mijn,
 
dat mi dit vleesch doet draghen
 
brengende den gheest in pijn;
 
ick vinde mi bedroghen
 
om dat ic mi op mi verliet,
 
daer ic alleen moeste ploghen
 
te stellen al mijn vermoghen
 
in Iesus Christus swaer verdriet.
 
 
 
2.
 
O vleesch vol avontueren,
 
suldy van mi niet gaen,
 
dat mi troost mach ghebueren
 
doer Gods gheests soet bistaen?
 
Mach ic gheen troost verwerven,
 
so blijft mijn siel in swaren druc;
 
moet ic Gods gracie derven,
 
in wanhope sal ick sterven,
 
ende liden deeuwich ongheluck.
 
 
 
3.
 
O Iesu, God van minnen,
 
helpt mi in desen noot;
 
o waerheyt, troosterinne,
 
ick bid u met herten devoot:
 
en laet mi niet verloren,
 
staet mi bi, want wel sijn mach;
 
tvleesch, dat ic hadde vercoren,
 
doet mi in drucke versmoren;
 
dat claghe ic u nacht ende dach.
 
 
 
4.
 
O Christelike gheesten,
 
die gerne Gods woert hantiert,
 
als ghi van dien maect feesten,
 
dat ghi u so niet en regiert,
[pagina 2370]
[p. 2370]
 
ghelijc dees drinckers stercke,
 
die altijt rellen van des Gods woerts cracht,
 
verachtende alle wercken,
 
ordeelende alle clercken,
 
doer des drancx wijsheyt qualijck bedacht.
 
 
 
5.
 
Die dit liedeken herdichte,
 
swerelts vrienden sijn hem ontgaen;
 
al houden si hem voer slichte,
 
noch heeft hi wijsheyt ghedaen;
 
al heeft hi nu verloren
 
al der werelt vrientscap en macht,
 
een ander heeft hi vercoren,
 
doer wien hi alle thoren
 
ontvliet ende alle vruecht verpacht.

Tekst.

Een dev. en̄ pr. boecxken, Antw. 1539, nr. 132, uitg. D.F. Scheurleer, bl. 163, aant. bl. 341, ‘op die selve wise / oft op die wise alsoot beghint’, hierboven weergegeven; - Het hofken der geestelycker liedekens, Loven 1577, bl. 165, zelfde tekst, ‘op die wijse alsoot begint’.

Dit ‘herdichte liedeken’ (zie str. 5, v. 1) is een geestelijk pastiche van nr. 139, bl. 207, Antw. lb., ‘een nyeu liedeken’, dat waarschijnlijk zelf zijn ontstaan te danken had aan nr. 142, bl. 213, ‘een oudt liedeken’ van dezelfde verzameling (zie hiervoren I, nr. 184, bl. 681). Echter heeft het ‘nyeu liedeken’, dat wij ter vergelijking laten volgen, negenregelige strophe. In de eerste strophe is een regel uitgevallen, dien wij naar aanleiding van den bovenstaanden geestelijken tekst tusschen haakjes brengen. Gewoonlijk bepaalt de vergeestelijking zich bij de aanvangsregelen van het wereldlijk lied; hier hebben wij integendeel een zeldzaam voorbeeld van eene in al de strophen volgehouden pasticheering.

 
1.
 
Rijck God, wie sal ic claghen
 
dat heymelijck lijden mijn,
 
dat ic alleene moet dragen,
 
dat doet mynder herten pijn;
 
ick vinde mi bedroghen,
 
[om dat ic mi op haer verliet,]
 
dat clage ik minen oogen;
 
in lijden so moet ic dooghen,
 
ende blijven in swaer verdriet.
 
 
 
2.
 
O radt van avontueren,
 
wildy niet omme slaen,
 
dat mi mach troost ghebueren,
 
soot voortijts heeft ghedaen;
[pagina 2371]
[p. 2371]
 
mach ic gheenen troost verwerven,
 
so blive ic inden druck;
 
moet ic die liefste derven,
 
van rouwe so moet ic sterven;
 
het waer mi so grooten ongheluck.
 
 
 
3.
 
O Cupido, god vander minnen,
 
helpt mi wt deser noot;
 
vrou Juno, troosterinne,
 
ick bid u met herten devoot:
 
en laet mi niet verloren,
 
staet mi bi, oft wesen mach;
 
die ic hadde wtvercoren
 
laet mi in drucke versmoren,
 
dwelc ick u claghe nacht ende dach.
 
 
 
4.
 
Ghi amoureuse gheesten,
 
die gaerne genoechte hanteert,
 
in dansen ende in feesten,
 
dat ghi u so niet en regeert
 
ghelijck Samson, die stercke;
 
hem was benomen alle zijn macht
 
al door der vrouwen wercken,
 
ende thooft van alle clercken,
 
Salomon seer wijs bedacht.
 
 
 
5.
 
Al die dit liedeken dichte,
 
fortuyne die was hem ontgaen;
 
al vallet wat in slichte,
 
hi heeft zijn beste ghedaen;
 
al hadde hi zyn liefken verloren,
 
hi is nu also bedacht,
 
al hebbens die nijders thoren,
 
een ander heeft hi wtvercoren;
 
dies hi nu alle vruecht verpacht.

Een dev. en̄ prof. boecxken, 1539, nr. 128, bl. 158, bevat ook een lied: ‘O lacy ic mach wel claghen // en beweenen minen tijf’ (vgl. hiervoren, den aanvang van nr. 608) met negenregeligen strophenbouw en insgelijks voorgedragen op de wijs: ‘O radt’, enz.

[pagina 2372]
[p. 2372]

Melodie.

De aangeduide ‘selve wise’ is de wijs: ‘O radt van avontueren’ (zie hiervoren II, nr. 421, bl. 1569), die men terugvindt in den aanvang van de tweede strophe van het hierboven medegedeelde wereldlijk lied, nr. 139, Antw. lb., en gepasticheerd in den aanvang van de tweede strophe van het daaruit ontstane, hierboven insgelijks medegedeelde geestelijk lied.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Anoniem Devoot ende profitelyck boecxken, Een


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank