Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het oude Nederlandsche lied. Deel 3 (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het oude Nederlandsche lied. Deel 3
Afbeelding van Het oude Nederlandsche lied. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Het oude Nederlandsche lied. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (20.60 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het oude Nederlandsche lied. Deel 3

(1907)–Florimond van Duyse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 2651]
[p. 2651]

690. Wilt ontspringhen, lofsanck singhen.

Eerste melodie.



illustratie

Tweede melodie.



illustratie

 
1.
 
Wilt ontspringhen, lofsanck singhen
 
onsen Heer' ghebenedijt,
 
want hy doet ons groote dinghen;
 
hier af looft hem met iolijt,
 
en wilt u van quaet bedwinghen;
 
sijn weldaet ghedachtich zijt.
 
 
 
2.
 
Ingheseten, wildy weten
 
wat den Heer' ons heeft ghedaen?
 
Door zijn goetheyt onghemeten
 
gheeft hy ons zijn lichaem saen
 
voor een spijse om te eten;
 
wilt hem weerdelick ontfaen.
[pagina 2652]
[p. 2652]
 
3.
 
Proeft u sinnen wel van binnen
 
eer dat ghy ontfanghen sult
 
desen grooten schadt der minnen,
 
die hemel end' aerde vult;
 
eer dat ghy die sult beghinnen,
 
spreeckt ootmoedelick u schult.
 
 
 
4.
 
Groot en cleyne, maect u reyne
 
en trect aen u bruylofts cleyt;
 
comt ter tafel Godts ghemeyne,
 
aensiet wat daer is bereyt:
 
Godts lichaem en bloet certeyne,
 
alsoo hy ons selve seyt.
 
 
 
5.
 
Dese spijse groot van prijse,
 
liefd' in onse sielen straelt;
 
wt des hemels paradijse
 
is hy voor ons neer ghedaelt;
 
looft hem, met d'engelsche wijse,
 
van dees spijse onghefaelt.
 
 
 
6.
 
Glorie, lof, hoocheyt, eere,
 
sy die hooghe triniteyt,
 
die ons arme menschen teere
 
dese spijse heeft bereyt;
 
u loven wy, onsen Heere,
 
nu en inder eeuwicheyt.

6, 1. Glorie, drie syllaben.

Tekst.

Het prieel der gheest. melodie, Brugghe 1609, bl. 102, ‘op de wijse: alsoot beghint’, tekst hierboven; - Ib., uitg. Antw. 1617, bl. 97, zelfde wijsaanduiding; - Het Paradiis der gheest. vreuchden, Antw. 1617, nr. 53, bl. 109, op de wijse: ‘Komt nu ter stacy iubilacy . sonder aldaer ghemerckte nemen op den 3. ende 4. reghel / die den toon van den 1. ende 2. repeteren’; - Catholijck sanckboeck (later verschenen als Gheest. harmonie), Embrick (1620), exemplaar zonder titelblad 1633 (?), nr. 75, bl. 105, zonder wijsaanduiding; - Theodotus, Het Paradys der gheest. en kerck. lofsanghen (1621), uitg. Antw. 1648, bl. 283; - Willems, Oude Vl. ldr., nr. 220, bl. 469, eerste strophe, naar Het prieel, enz., uitg. Antw. 1630.

Aangeh. in Den blijden-wegh tot Bethleem, Antw. 1645, bl. 156, en Den gheestelycken speel-wagen, Antw. 1671, bl. 154, voor: ‘Seght, ghetrouwe knecht des Heeren’.

Melodie

I. Het prieel, enz., 1609, t.a.p.; - II. Het prieel, enz., 1617; - Theodotus, t.a.p., ‘op de voorgaende wijse’, n. op de wijs van het lied: ‘Maeckt uw' tonghen // versch ontspronghen’, dat, bl. 278, op zijne beurt tot wijsaanduiding heeft: ‘Pangue lingua, ofte: Wilt ontspringhen’; - Willems, t.a.p.

Het prieel, enz. 1609, bl. 136, bevat daarenboven ‘op de wyse alsoot beghint’, eene variatie van II, die men ook aantreft bij Stalpaert, Extractum catholicum, 1631, bl. 267, voor: ‘Heer genade! mijn misdaden’; en Id. Gulde-iaers feest daeghen, 1635, bl. 418, ‘stem: als 't begint’ voor: Wilt u wat pijnen; - aangeh. aldaar bl. 1017, voor: ‘Doet geworden / ons Bernarde!’ Uit deze variatie spruit, dat de melodie II reeds vóór 1617 was bekend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Anoniem Gheestelicker melodie, Het Prieel der


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank