Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nazomer (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nazomer
Afbeelding van NazomerToon afbeelding van titelpagina van Nazomer

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nazomer

(1859)–Prudens van Duyse–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 82]
[p. 82]

De Kleene.

 
Wij traden onder 't dak der voedster,
 
Met neêrgedrukte ziel en zin.
 
Wat licht glom bij 't gewijde water,
 
Een pallemtaksken stak er in,
 
En nog stond daer het teenen wiegjen
 
Van 't arme kind; nu echter lag
 
In 't wiegjen 't zedig kistjen, ach!
 
Van den kleene.
 
 
 
Ik neme 't deksel af van 't kistjen,
 
En zie het afgemarteld wicht,
 
Gebunseld in zijn laetste linnen,
 
Met blanke muts en blank gezicht,
 
En knip een blonde lok van 't hoofdjen,
 
Dat schaers op moeders boezem lag.
 
Nog stonden ze open, de oogjens, ach!
 
Van den kleene.
 
 
 
Wij knielden, met gevouwen handen,
 
Voor 't arme kind, geen kind nu meer.
 
De meter kuste 't koude voorhoofd
 
En zegende 't, gelijk weleer,
 
Toen zij voor hem een beter toekomst,
 
Dan 't ramplot zijner moeder zag,
 
En dekte weder 't aenzicht, ach!
 
Van den kleene.
 
 
[pagina 83]
[p. 83]
 
En zwijgend treedt de graver binnen,
 
En knielt voor onzen heilgen schat,
 
En biedt ons beurtlings 't pallemtaksken,
 
Ompeereld van 't gewijde nat,
 
Gelijk de dauw op 't bloemtjen tintelt,
 
Bij 's morgens eersten zoeten lach
 
Geplukt, zoo dropt het palmnat, ach!
 
Op den kleene.
 
 
 
Wij volgen... Stil! hier ligt Gods akker.
 
Drie houten kruiskens staen gepaerd
 
Op groene koetskens van drie kindren,
 
Met palm omperkt: een doodengaerd!
 
Het ballingsken koomt hier ook slapen:
 
Slaept hij, die nauw zijn moeder zag,
 
Hier gants alleen?... Of wacht zij, ach!
 
Op den kleene?
 
 
 
O ja, gij wacht hem, jonge moeder;
 
Gij wacht uw eerst geboren kind,
 
Dat gij zoo onuitspreeklik teeder,
 
En zoo kortstondig hebt bemind.
 
Daer, waer een kruis uw rustbed aenwijst,
 
Koomt hij, dien ge enkel éenen dag
 
Leide aen uw zaelgen boezem, ach!
 
Hij koomt, de kleene.
 
 
 
Gij badt, dat gij hem ras mocht weêrzien,
 
Toen gij ontwaekte in 't eeuwig licht;
 
Gij badt voor 't erme martelaerken,
 
Gij badt voor 't aengebeden wicht,
 
Dat gij den tijd pas had te zegenen.
 
En God, die al zijn lijden zag,
 
Sprak liefdrijk, met een vaderlach:
 
‘Koom, o kleene!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken