Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Levensschetsen van jeugdige Christenen (ca. 1850-1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van Levensschetsen van jeugdige Christenen
Afbeelding van Levensschetsen van jeugdige Christenen Toon afbeelding van titelpagina van Levensschetsen van jeugdige Christenen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.93 MB)

Scans (31.52 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Illustrator

P.W.M. Trap



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Levensschetsen van jeugdige Christenen

(ca. 1850-1860)–Peter Duys–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 43]
[p. 43]

De jeugd eens zendelings.

Op den 8sten September 801 werd in het noorden van Frankrijk een kind geboren, dat later een groot man is geworden. Zijn naam was Ansgarius. Reeds op vijfjarigen leeftijd verloor hij zijne godvruchtige moeder, die door hare zorgen en gebeden al het mogelijke gedaan had, om de eerste jaren zijner kindschheid te bewaken.

Naar de gewoonte van dien tijd werd hij in een klooster opgevoed. De indrukken, welke hij daar ontving, hebben echter niet dien ernst bij hem opgewekt, die hem later kenmerkte. Deze werd veroorzaakt door een merkwaardigen droom.

Hij droomde namelijk, dat hij zich in een moeras bevond, waardoor een glibberige weg liep, waarop hij slechts met moeite konde voortgaan. Naast dezen weg lag een betere, meer vaste, goed gebaande weg, waarop hij eene menigte in het wit gekleede vrouwen zag

[pagina 44]
[p. 44]

voorttreden, en onder deze vrouwen herkende hij zijne moeder. ‘Mijn zoon, wilt gij uwe moeder zien?’ werd hem toegeroepen. - ‘Gaarne, gaarne!’ antwoordde hij. ‘Vlied dan alle ijdelheid en leer ernstig te leven, want wij verachten alles, wat nuttelooze tijdverspilling is, en niemand komt tot ons, die hierin nog zijn geluk zoekt.’

Sterk was de indruk, dien deze droom op het hart van den knaap maakte. Hij begon na te denken over het doel, waarvoor hij op aarde leefde; een ernst werd hem eigen, die op zijnen leeftijd niet gewoon is: hij vermeed alle nuttelooze vermaken, wijdde zich toe aan het leeren en onderzoeken, en naar het begrip van dien tijd meende hij, dat hij zich het best in een klooster, destijds de bewaarplaatsen der geleerdheid, op het beoefenen van wetenschappen konde toeleggen, waarom hij op zijn veertiende jaar het monnikskleed aannam.

Nu wijdde Ansgarius zich zoo uitsluitend aan het verzamelen van geleerdheid, dat de godsdienst daardoor wel wat veel door hem werd vergeten. Er had toen echter eene gebeurtenis plaats, welke zijn ernstig godsdienstig beginsel op nieuw opwekte. Karel de Groote, dien hij nog kort te voren in al zijnen aardschen luister had aanschouwd, werd door den dood van al zijne magt beroofd. Deze gebeurtenis trof hem diep, en meer dan ooit gevoelde hij het vergankelijke van alle aardsche goederen. De droom, waarin zijne moeder tot hem had gesproken, kwam hem weder in de gedachte, en hij besloot,

[pagina 45]
[p. 45]

zich niet aan het aardsche, maar aan het hemelsche te wijden.

God had eene groote en schoone taak voor Ansgarius weggelegd. Er woonden in het Noorden ruwe vol ken, die nog onbekend waren met God en den Zaligmaker. Dit waren de Denen en Zweden. Wel was door Willebrordus en andere vrome mannen onder hen het evangelie verkondigd, maar dit was zonder goed gevolg gebleven. Eenigen tijd daarna kwam Harold, koning der Denen, bij Lodewijk den Vrome hulp zoeken tegen zijne oproerige onderdanen. Op de dringende begeerte van Lodewijk nam Harold het Christendom aan, en toen hij naar zijn land zoude terugkeeren, wenschte hij een ijverigen zendeling mede te nemen, om ook zijn volk tot het Christendom te bekeeren. De keuze viel op Ansgarius, die aanstonds bereid was de belangrijke, maar moeijelijke roeping te volgen. Van dat oogenblik wijdde hij zijn geheele leven om onder de woeste bewoners van Denemarken, Zweden en Noorwegen het evangelie te verbreiden, waartoe hij moeite noch gevaren heeft ontzien. Niet alleen verrigtte hij zelf dezen moeijelijken arbeid, maar hij zond ook andere boden des geloofs uit. Hij werd tot de hooge waardigheid van bisschop van Hamburg verheven; maar ook toen nog bleef hij de ziel van de zending onder de volken van het noorden, - zoodat de bekeering tot het Christendom van dat deel van Europa vooral aan hem is te danken en hij met regt den eerenaam draagt van Apostel non het Noorden. Overigens betoonde zich Ansgarius in alles een nauwgezet en

[pagina 46]
[p. 46]

godvruchtig Christen. Hij begon niets, zonder eerst tot God gebeden te hebben. Hij bezocht de gemeenten, behartigde het belang der scholen, verzachtte het lot der slaven, zorgde voor armen, weduwen en weezen. Op deze wijze droegen de beginselen, die hij als kind zich eigen had gemaakt, tot zijnen dood toe de heerlijkste vruchten, zoowel voor hem zelven, als voor duizenden zijner medemenschen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken