Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De broederveete (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De broederveete
Afbeelding van De broederveeteToon afbeelding van titelpagina van De broederveete

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (3.46 MB)

ebook (2.77 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel
toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De broederveete

(1912)–Frederik van Eeden–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

1e Acte.

 
De zéven zusters, die der menschen ziel
 
verbeelde' en haar veelvoudige structuur,
 
die komen eerst.
 
Het landschap is een breede
 
bergweide, groen, ópglooiend tot de kim.
 
Het is bij 't einde van den nacht, een graauw
 
groenachtig licht, als onder water, vult
 
de lucht, men ziet niet waar de zon.
 
Maar witte, stille neevelslangen glijden
 
over het veld óp naar den horizon.
 
Een ster boort door der kimme neevelrand.
 
Hoog aan den heemel bleekt de lucht wit-blaauw.
 
 
 
De zéven schrijden luchtig over 't veld,
 
haar armen met de vingeren verbonden.
 
zang der zeven.
 
- ‘Agni, die uit d'oceaan
 
straks het gouden hart gaat beuren,
[pagina 6]
[p. 6]
 
laat uw bloedig vóórlicht scheuren
 
nu den neevel, want wij gaan
 
u begroeten aan de stranden
 
waar 't vereenigd volkrenheer
 
rond den rook der offeranden
 
staat en wacht uw weederkeer.’ -
 
 
 
Zoo zingen zij. Daarop de derde⁀alleen,
 
van naam gedachte, van kleed ivoorwit:
 
de derde.
 
- ‘Zusters, houdt de handen saam,
 
zoolang hooger niet gesteegen
 
is de dag.
 
Roept den naam! Roept den naam!
 
Laat gezangen, laat gelach
 
luiden langs uw vroege weegen.
 
Nog ligt weifeling oover de weien,
 
Wilt niet scheien! wilt niet scheien!
 
Neevelsluier houdt verborgen
 
ter dood leidende valleien.
 
Wacht den morgen! wacht den morgen!
 
Zusters, houdt de handen saam,
 
roept den naam!
 
de zeven.
 
Agni, lichtende, veilige!
 
Agni, heldere, heilige! -
 
die de volkeren wekt, die de waerelden drenkt met licht!’ -
[pagina 7]
[p. 7]
 
Nu zegt de vierde zuster, die van allen
 
wel 't meest bekoort door gratie van gestalt, -
 
haar kleed is wit en roze, vlinder-vlerkjes
 
heeft ze, zij is 't, die psyche wordt genoemd -:
 
de vierde (psyche).
 
- ‘Over de weien in den koelen daauw
 
laten wij graag de vlugge voeten glijen,
 
maar bij ons zijn er, die zich wild verblijen
 
in d'ongewissen scheemer en het flaauw
 
neevelgeglans des morgens die nog toeft,
 
daar hun teer weezen matiging behoeft
 
door twijfel-lommer van des voldags branden
 
als 't varenloof in vochtige waranden.’ -
 
 
 
En de drie jongsten, - purper, paarsch en groen
 
zijn haar gewaden, wapp'rend langs de bloemen, -
 
maken zich los, in uitgelaten dans.
 
Zij zijn van sterflijke natuur, aan stof
 
verknocht, leefkracht, schim, lichaam hare namen:
 
de vijfde.
 
- ‘Maar ik wil voelen den koelen schaauw,
 
maar ik wil drinken den blinkenden daauw,
 
zal die de dag niet verdroogen?
 
de zesde.
 
Zie door het beevende neevelrijk
 
kom ik, een leevende veeder gelijk
 
schielijk gevloogen
[pagina 8]
[p. 8]
 
de zevende.
 
O als het oost nog maar droomerig licht
 
door 't roozige donker der lucht als een schicht
 
met hangendë armen te glijen,
 
dat is verblijen! dat is verblijen!
 
psyche.
 
Dat ik het leenige neevelkleed
 
als streelend fluweel langs mijn leeden weet,
 
langs mijn zachte, zijïge zijen,
 
dat is verblijen! dat is verblijen!’ -
 
 
 
Bij hun wild spel, zegt dan der zustren oudste,
 
wier naam is atman, dat is: Adem Gods, -
 
haar kleed glanst rein-blank, met een eigen glans,
 
naast haar de tweede gaat, wier naam is 't woord,
 
in geel kleedij, met goudglans aan de zoomen,
 
maar nog versomberd door de scheemering: -
 
de oudste (atmân).
 
- ‘..... Kinderen, ga bij 't speelen niet te vèr
 
dat u mijn stem immer vinde......
 
de tweede.
 
Godlijke Zuster, maar zoo hen verblindde
 
dë al te schitterende morgenster,
 
die in het dagen sterft? Zie, Lucifer
 
is wel zóó schoon, hij vreest het dagen niet,
 
zijn bleekheid overschijnt het morgenbleek eg niet
[pagina 9]
[p. 9]
 
weifelt zijn licht in 't jonge weifellicht.
 
Zuster, ze zullen doolen als 't gezicht
 
der zonne mart achter de strakke kim
 
en Lucifer zijn tintelend geglim,
 
innig beperkt, zoo heevig fonk'len laat.
 
de derde.
 
Maar kondigt niet zijn gloor de dageraad?
 
en duidt zijn fijn gevonk niet scherp de richting
 
van waar wij wachten des Heelals verlichting?
 
Rust dan van vreugde, lust'ge zust'ren, niet
 
zoekend den dag, verbonden door het lied.
 
zang der zeven.
 
Harmakhis, die uit de vochte
 
vloeden het geweldig licht
 
heft, verheerlijkend wie zochten
 
aanblik van dat heil-gezicht,
 
Kom ons aanzien, over transen
 
van uw nachtelijke hal,
 
werp de lange vlammenlansen,
 
Richter, door uw Wereld-al.
 
 
 
Stralende dooder des nachts,
 
die de zeeën met luister belegt,
 
die de volkeren wekt, die de waerelden drenkt met licht!
 
de tweede.
 
O goede! houd uw glinsterend gezicht
 
van wie daar speelen niet lang weggericht.
[pagina 10]
[p. 10]
 
Uw zust'ren hebben het te zeer van noode.
 
Zie, die zoo zacht gevleugeld is, ter doode
 
voert haar gewis de jonge dartelheid.
 
En is zij niet de schoonst' en liefste⁀en zijt,
 
Atmân! gij-zelf haar niet het meest geneegen?
 
Zoo wend uw aanschijn weer die jong'ren teegen,
 
dat zij u volgen kunnen veiliger
 
en hen uw stem en reine schijn verbinde. -
 
atmân.
 
..... Kinderen, ga bij 't speelen niet te vèr,
 
dat u mijn stem immer vinde.....’ -

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken