Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dagboek 1878-1923. Deel 2: 1901-1910 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dagboek 1878-1923. Deel 2: 1901-1910
Afbeelding van Dagboek 1878-1923. Deel 2: 1901-1910Toon afbeelding van titelpagina van Dagboek 1878-1923. Deel 2: 1901-1910

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.71 MB)

XML (1.64 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/dagboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagboek 1878-1923. Deel 2: 1901-1910

(1971)–Frederik van Eeden–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[1904]

vrijdag 1 januari

Grauwe lucht, nog O. wind en vorst.

Mijn gevoel was goed bij 't ingaan van 't jaar. Ik verwacht een wat minder zwaar jaar. Gister avond was het ook vrij aangenaam. Ik las in een boekje van Duimcken over de Trusts/ dat vond ik aardig. ▫ Van morgen begon het ook vrij goed, maar Martha toonde een zwart-sombere stemming en nu is 't moeielijk.

Verwey schreef wat onzin over mijn boek.

maandag 4 januari

Mistig. Gister en eergister prachtig weer. Wij deden twee tochten op schaatsen. Zaterdag over Nederhorstenberg naar Abcou, Baambrugge en

[pagina 580]
[p. 580]

Weesp. Gister van Amsterdam over Monnikendam naar Marken.

Bij 't heengaan gister was Paultje weer traag en zwaarmoedig. Ik moest hem dreigen om hem vooruit te krijgen om den trein niet te verzuimen. In den trein zat hij zoo verdiept en droevig te staren met gebogen hoofd, dat Martha schreide. Arme, goeie jongen. Ik vroeg hem van daag wat er toen in zijn hoofd was omgegaan. Hij zeide: ‘hij dacht aan de geesten, dat die niet op aarde terug wilden komen en het dus dáár blijkbaar beter hadden dan hier.’ ▫ Hij is zoo goed en zacht.

O mijn God! o

Ik weet nu wat ik schrijven ga. Ik zal nog wel verzen maken. Maar ik schrijf eerst de kleine Johannes af. Voor mijn kinderen.

Ik las uit ‘het Leven van Frank Rozelaar’ in de XXSste eeuw en vond het prachtig.

6 januari

Helder weer, stil, vrij koud. ▫ Het blijft hetzelfde. Somber, maar gelijkmatig en mijn bezigheden loopen geregeld. Ik moet zoo zijn. Blijheid is bedrog voor mij. Wat ik ondervond veroorlooft geen blijheid.

Gister had ik het wat in mijn ingewanden, maar van nacht sliep ik heerlijk en voel mij nu zeer wel. Hans is in Amsterdam bij Hijmans.

maandag 11 januari

Dooi, er ligt nog sneeuw, zeer morsig. ▫ Ik voel mij wel, en redelijk opgewekt. Ik zit nog zeer in geldbezwaren, er wordt zooveel van me gevergd en mijn inkomsten minderen. ▫ Betsy vroeg mij te spreken.

zaterdag 16 januari

Stormachtig. N.W. wind. Guur en somber weer. Sints drie dagen is mijn neus weer erg, die was een tijd lang goed. Van nacht sliep ik goed.

Voor een week gymnastie-uitvoering. Ik sprak Vrijdag 8 in Delft en redeneerde lang met Frans Waller. Wij voelen dat onze tegenstrijdige wegen in meer gevaar van botsing komen. We naderen elkaars levenskringen.

Maandag sprak ik in Enkhuizen, en den volgenden dag bracht ik een bezoek bij Betsy. Ik was aangedaan en het bezoek deed mij goed. Wij spraken een uurtje rustig.

Maandag ga ik naar Engeland. Op Walden is het druk, veel bedrijvig-

[pagina 581]
[p. 581]

aant.
heid. Het gaat er goed. Met mijn eigen kas staat het bedenkelijk. De verkoop in 1903 was slecht en ik moet Paul's kostgeld en Emons betalen, alles van 1000. Ik moet maar bij werken.

woensdag 20 januari

Harrow. Mooi weer. Hier zonnig. Beneden mist. Maandag verliet ik Bussum en werd bij Paul geroepen, op 't punt om naar Engeland te gaan. Ik troostte en hielp hem zoo goed ik kon, en ging met een zwaar hart naar hier, hoewel ik wel hoopte dat hij gauw wat beteren zou. Arme, lieve jongen. ‘Vader zal mij wel een wil geven’. ▫ Op mij werkte dat alles heilzaam. God geve dat mij dit alles afdoend verbetere. Ik ben onderworpen en moedig.

Engeland was zeer somber. Motregen en mist. Om 1 uur was ik in Harrow. En nu van daag begin ik mij hier rustig en op mijn gemak te voelen en ben tevreden dat ik gekomen ben. ▫ Ik voel nu eerst de groote beteekenis van Lady Welby's bedoelingen en inzichten. Dat alles hangt ook met mijn werk te samen. Het is het groote, collectieve, internationale werk van tot Wijsheid geraken. ▫ Ik dacht veel over ‘de kleine Johannes’ en het werk groeit in mijn hoofd.

vrijdag 22 januari

Prachtig helder weer. ▫ Gisteren in Londen. Sprak de lui van de S.P.R./ lunchte bij Tuckey, zag Piddington, mrs Stannard, mr Sturdy, mad Hammerle, Fealding. ▫ Ik ben hier nu recht rustig en tevreden. Nog nooit was ik in Engeland zoo gelukkig. Van Paul nog geen bericht. Mevr. Mess is dood. Ik werk aan de Kl. Johannes.

maandag 25 januari

Tamelijk koud. Nog geen wind en geen helder vergezicht. Vrijdag deed ik een prachtige wandeling van Ealing. Zaterdag was het dikke mist in Londen, en at ik bij Miss Hollins, een typisch Engelsch dineetje, ik alleen met drie dames. Des morgens had ik het prachtige gedicht van Margaret L. Woods vertaald, en 's avonds schreef ik 't over. ▫ Gister 24 Jan. ging ik naar Kropotkin en lunchte bij hem. ▫ Vandaag blijf ik den ganschen dag in Harrow, schrijvend. ▫ Ik had een paar prachtige gesprekken met Lady W. Een goede brief van Paul.

[pagina 582]
[p. 582]

aant.

dinsdag 26 januari

Meer wind, zoeler. ▫ Van nacht onrustig om Paul. Ik wou naar huis, maar het is toch beter dat ik blijf omdat deze kans niet gauw terugkomt. Van daag wat beter bericht. Gister thuis gebleven, wandeling met miss Carter.

woensdag 27 januari

Regen en wind. ▫ Gister een gesprek met Cobden Sanderson. Vandaag een mislukte tocht naar Eton. ▫ Ik ben somber en verlang naar huis. Ik kan maar weinig verdragen tegenwoordig. Ik voel dadelijk gedeprimeerd, zonder dat het mij erg belemmert. Elk uur dat ik ver van mijn kinderen ben valt mij lang en drukt mij. Ik wou werkelijk dat er maar een telegram kwam om mij thuis te roepen, dat ik Zondag weer met ons vieren in de opkamer zat. ▫ Het is op Walden zeker niet somberder dan in dit weelderige huis. Engeland is een somber land.

zaterdag 30 januari

Hevige regen. ▫ Ik ben weer geheel opgeknapt, vroolijk en actief. Woensdag een mislukte tocht naar Eton, somber thuisgekomen.

Donderdag de Wallace-collectie gezien. Prachtige de Hooch, Jan Steen, Rembrandts. Gainsborough's Perdita. Het was donker, maar ik genoot zeer. Daarna lezing van Geddes.

Gister meeting en diner van de S.P.R. Zat tusschen Oliver Lodge, Crookes, mrs Sidgwick aan 't diner. Sprak prof. Barret later. Een zeer geslaagde avond. ▫ Ik zal lid blijven van de S.P.R. en mijn plannen over waarnemingen in den slaap en symplastie en ideoplastie uitwerken.

Van daag in Londen geweest bij Fisher Unwin. Ga meer en meer van Geddes houden. Hij was zeer beminnelijk en grappig.

zaterdag 6 februari

Regenachtig, niet koud. ▫ Zaterdag avond kwam ik bij Kropotkin aan, waar het vriendelijke gezin op mij zat te wachten, het was er gezellig. Den volgenden morgen veel gepraat en geleerd, 's middags druk bezoek, Darmapala en zijn twee vrienden, mevr. Stepniak, Willem en zijn vrouw,

[pagina 583]
[p. 583]

aant.
een groote Belg uit Italië, miss Meier, een russisch beeldhouwer. 's Avonds gingen ze ‘grootmoeder’ uitgeleide doen.

's Avonds souper bij Fisher Unwin met Derkx en de twee dochters van Cobden. Om half twaalf thuis.

Maandag een rustige dag in Harrow. Het groote plan van Dunfermline bepraat met Geddes, het fermenteerde in mijn hoofd en vandaag (6 Febr.) heb ik het project verzonden.

Even hartelijk van Lady Welby als van Kropotkin afscheid genomen. K. kuste mij en ik kuste L.W. Ik word daar in Engeland verwend. Miss Carter deed nog een wandeling met me, door 't drassige weiland. De terugreis voorspoedig, om half tien was ik op Walden aan 't ontbijt. Geen groote bezwaren. Alleen vrees dat de was-fabriek mijn bijen zal schaden, en wat wanorde op 't groote huis. Daarin zal ook wel verbetering komen.

Dinsdag avond H.B. vergadering in Amsterdam. Die was goed. Woensdag en Donderdag aan mijn Dunfermline plan gewerkt. Gister naar Amsterdam en Haarlem, prettig bij mijn moeder geweest. Plan voor de stakers, om ze aan 't werk te krijgen. Vandaag bezoek van Wink.

maandag 8 februari

Regen.

l'Oiselet a quitté sa branche ... ▫ Sints gisteravond dit volksdeuntje in mijn hoofd. In verband met de Kl. Johannes waar ik nu druk in ben. Met Paul gaat het gelukkig goed, en hij is ook gezond. Ik had een goed gesprek met hem. Hans was ruw geweest en kreeg straf. Ik zelf was nog al opgewekt.

donderdag 11 februari

Regen. ▫ Martha sints Maandag in Noordwijk. Ik ontbijt 's morgens bij aapje, erg gezellig. Ik ben flink en goed en alles gaat vrij voorspoedig. Alleen is onze nieuwe boekhouder ongesteld. De Japansche oorlog is begonnen. Gister kwam hier Jacob de Haan en lokte mij uit, zoodat ik hem geducht de waarheid zei. Ik lees een boek van Gorky, maar vind het niet zeer treffend. Er ontbreekt iets moois aan.

zondag 14 februari

Onstuimig weer. ▫ Gister in Amsterdam. Ik schrijf aan 't IVde hoofdstuk van Kl. Joh. Ik ga daar nu geregeld mee door tot het af is. Ik corrigeer ook de IVde bundel studies en de 3de druk van Lioba, en de 2de van Koele Meren.

[pagina 584]
[p. 584]

vrijdag 19 februari

Helder, zonnig. Vorige dagen zeer guur en ruw. ▫ Twee dagen met Dharmapala opgetrokken. Een goed beminnelijk man, maar niet zoo fijn als Yagadisha. Doch deze is edeler van karakter. ▫ Ik was in Haarlem met hem, Bloemendaal. Alleen jammer dat ik Paul niet zag. ▫ Nu ga ik naar Leiden om te spreken.

maandag 22 Jebruari

Regen en wind. ▫ Spreekbeurt was goed afgeloopen. Hoewel naderhand met teleurstelling over 't wanbegrip. Gevietst van Haarlem naar Noordwijk en Leiden. Nu wat overstelpt met werk, waardoor Kl. Joh. moet wachten wat mij terstond deprimeert. ▫ Gister de meubelmakers hier gehad.

woensdag 24 februari

vietste ik naar Utrecht en bezocht de school van Paul, hetgeen mij een zeer bemoedigende indruk gaf. 's Avonds sprak ik in Deventer, logeerde in de Engel. Donderdag 25 werkte ik in de Engel aan Kl. Joh. en ging 's avonds naar Hengelo. Sprak daar en sliep in Mercurius. Den volgenden morgen spoorde ik naar Leeuwarden, vietste naar Oude Leye en sprak 's avonds in Stiens. Logeerde bij Porte in de benauwde bedstee. Vietste den volgenden morgen naar Engelum, at bij van der Heyde en deed een wandeling met hem, zag de ruïne van Swarzenberg. Sprak 's avonds in Beetgum. Zondag ging ik in de kerk bij van der Heyde, preek over Esau en Jacob. 's Middags fietste ik naar Wijnaldum, sprak daar om 4 uur. Logeerde bij Ds Bakker. Praatte veel met hem. Maandag morgen gefietst naar Harlingen, met spoor naar Winschoten, gefietst naar Finsterwold, daar gesproken, bij Smid in Winschoten geslapen. Dinsdag thuis. 's Avonds H.B. vergadering. Woensdag thuis. Donderdag naar Amsterdam, 's avonds in Krommenie op de feestavond geweest met Emons. Vrijdag (gister 4 Mrt) met Reens dertig stakers-gezinnen bezocht. Ontmoeting met M. Marx-Koning en met Ietje Israëls.

Ik heb Russell's Principles.

[pagina 585]
[p. 585]

aant.

woensdag 9 maart

Gisteren en heden prachtig weer, stil en warm, zooals niet heugt. ▫ Gister wandelde ik in Spanderswoud en zat in de zonneschijn bij Boekestein. 's Middags in de Horstermeer. Van avond naar Haarlem voor de reis.

vrijdag 11 maart

Luzern. Hotel du Lac. ▫ Gister gespoord van half zes tot half twaalf 's avonds. Eergister-avond vergadering van de besturen, waar we machtiging kregen voor het plan van Reens en mij. Het lijkt mij veelbelovend.

's Middags, tusschen Münster a/St. en Neustadt was het prachtig. Vochtig, zonnig zomerweer en heerlijke bergen. ▫ Heden is het veel kouder, met N. wind en sneeuw. Het gaat mij goed, en moeder ook. Van middag op 't Vierwaldstättermeer gevaren, de Rigi en de Pilatus gezien. Er waren mooie zonlicht-glanzen, de lucht was wolkig maar transparant.

Aan Kl. Joh. IV gewerkt. 't Gaat goed.

zaterdag 12 maart

Locarno. Hedenmorgen dikke sneeuw in Luzern. Het was mooi, de kleuren. Het wit, en het groen van 't meer, en het bruin en grijs van daken en muren. De lucht was stil en frisch. De tocht over den Gotthard bij prachtig weer. Wolken dreven om de sneeuwbergen, maar de toppen blonken prachtig in diep blauwe lucht. Hier is het ook stil, zonnig en frisch, maar men kan buiten zitten. De bergen zien bruin, en tot de helft besneeuwd. Alleen in de tuinen zijn zuidelijke planten. In den hotel-tuin staan groote camelia-boomen, een er van bloeit al. Bericht van huis. 's Middags voelde ik heimwee naar de kindertjes. Nu is 't weer goed.

zondag 13 maart



illustratie

Locarno. Ik zit op de veranda van 't hotel, in de zonneschijn. Het is prachtig weer. Ik sliep niet zeer goed, maar toch wel mooi. Schreef gister hoofdstuk IV af.

[pagina 586]
[p. 586]

maandag 14 maart

Locarno. Doodstil, zonnig, volkomen helder. Koel en frisch. ▫ Gister een wandeling over Riva-Piana, Minusio, Brione en Orselina. Alleen. 't Was warm. In een Osteria werd gedanst en morra gespeeld. Ik zat er een tijd bij. Ik schiet goed op met Kl. Joh. Aardige pensiongasten zijn er niet. Ik ben op mezelven aangewezen. Meestal ben ik zeer tevreden. ‘Mijn hart is vol hoop’ zei ik gisteren. Maar 't kost mij moeite niet naar huis en kinderen, naar Aapje en Walden, naar de Amsterdamsche zaak te verlangen.

dinsdag 15 maart

Locarno. Hetzelfde weer. Ik zit in den zonneschijn te schrijven. Gister veel gewerkt. Joh. vordert goed. Hoofdst. V. Het schijnt of dat mij die gemoedsrust geeft. Daarvoor is het goed dat ik ben gegaan. Ik wandelde gister naar de Madonna del Sasso, en lag een oogenblik heerlijk in 't gras. Ik maakte ook teekeningetjes. De avond was ook prettiger. 's Nachts sliep ik onrustiger, den vorigen nacht heerlijk.

donderdag 17 maart

Gister morgen bewolkt, 's middags weer lekker zonnig. Van nacht wat regen/ nu weer bewolkt. ▫ Eergister met moeder een rijtoer gemaakt in heerlijk weer. Gister met Muriel Gailey naar Ascona gewandeld en daar de kolonie bezocht. Kennis gemaakt met de Graesers, de voorhistorische menschen. Maar goede, lieve Duitschers. Het was er heel aangenaam. Ik ga er heden weer heen. Werk voorspoedig.

vrijdag 18 maart

Lugano. Hotel Reichmann. Kamers gelijkvloers, vlak aan 't meer. ▫ Gister met moeder naar Ascona gereden, de Graesers bezocht. 's Middags een roeitocht naar de overkant met de Engelsche meisjes. Te Magadino uitgestapt, leukoyen en scilla geplukt. Het was een echt bloemenland. 2 uur geroeid.

Van morgen uit Locarno vertrokken. Ik heb er een goede herinnering aan, maar niet van de menschen. Hier in Lugano is 't met de menschen nog erger, geloof ik. Maar de kamers zijn prachtig gelegen. De tocht over Luino

[pagina 587]
[p. 587]

en Ponte Tresa was ook heerlijk. We aten gezellig buiten in Ponte Tresa. Ik was onrustig door bericht van Reens, en nu ook weer wat door brieven.

maandag 21 maart

Lugano. Stil, heerlijke zonneschijn. ▫ Het was hier kouder, en ik kreeg weer wat last van mijn neus. Zaterdag alleen op den Salvatore gewandeld, 's middags militaire muziek op de markt. Gister met boot naar Porlezza, met spoor naar Menaggio, vandaar gestoomd naar Bellagio, daar gegeten, geroeid naar villa Carlotta, de prachtige tuin gezien en geroeid naar Menaggio terug. Op het Comomeer was het prachtig. 's Avonds wat door de stad gewandeld en nog laat zitten schrijven. ▫ Nu weer tot rust gekomen.

zaterdag 26 maart

Milaan. Sints drie dagen regen, regen. Een goede week achter den rug. Maandag met moeder op den Salvatore, prachtig stil weer. Dinsdag roeitocht naar Gandria en Caprino. Woensdag wandeling naar Montagnola, Gentilino enz. 's Avonds muziek in de thee-salon, dans van frl. Elisa. Donderdag het afscheid, met spijt. Ik heb zoo heerlijk aan Joh. gewerkt op het kamertje aan het zuiderraam, onder de sparreboom. Donderdag naar Milaan, Dom gezien. 's Avonds naar de familie Boschetti. Gezellig gesprek/ zang. Vrijdag het museum Poldo Pezzoli gezien, 's middags de schilderijen in Brera. 's Avonds naar signora Majno Bronzini/ een levendige conversatie, met Willem en signorina Elisa. Het Asyl gezien, keurig netjes. Vandaag weer regen. Van morgen bezoek in 't hotel van Majno en zijn vrouw.

vrijdag 1 april

In de hut op Walden. Vrij goed weer, wind, wolken en zon.

Zaterdag avond gingen wij naar de Scala en zagen Dinorah en een ballet. Om één uur thuis.

Zondag spoorden wij over Turijn naar Genève onder gestadige regen. In Genève was het droog weer, logeerden op Beau Rivage, zagen 's morgens de stad, aten in een restaurant en voeren 's middags over het meer naar Lausanne. Van daar spoorden we 's avonds in een volle coupé, naar Basel. Te Basel sliepen we in hotel St. Gothard en spoorden Dinsdag naar Keulen.

[pagina 588]
[p. 588]

Genoegelijke reis, ik las in Vita Nuova. In Keulen onrustige avond, gelogeerd in Ewige Lampe. Woensdag reis naar Amsterdam, met frl. Roll. Amusant. 's Middags vergaderd met Reens, 's avonds gesproken in den Haag. Eindelijk 's nachts 12 uur thuis. Hans kwam mij tegemoet. Het was alles heerlijk. Gister kwam Paul ook thuis. Op Walden gaat alles goed. Veel brieven enz. Mevr. Hijink dood, dat is een droeve zaak.

zondag 3 april

Het is slecht weer, regen en wind. Ik ben zeer blij weer thuis te zijn en voelde mij gisteren zeer tevreden. De vergelijking met Italië hinderde niets aan het vooruitzicht van een Hollandsch voorjaar. Ik ben tevreden over ons Spaarkas-plan. Thuis vond ik het heerlijk. Ik las in het aardige Duitsch van Brentano. Ook Antonius en Cleopatra, dat ik prachtig vond. En ‘the Digit of the Moon’.

Mijn verjaardag was prettig. Olly Kapteyn, van den Broek en Aapje.

woensdag 6 april

Storm, maar zonnig.

Maandag met Paul naar Hilversum. 's Avonds thuis. Dinsdag avond naar Arnhem, 's nachts terug. Ik heb veel geslapen, eigenaardig weemoedig, nog niet aan 't werk gekomen.

dinsdag 12 april

De eerste voorjaarsdag. De bijen vliegen druk uit. Er zijn veel viooltjes. ▫ Ik ben zeer goed. Verleden week Donderdag waren we allen in Noordwijk. Ik sliep met Paul in Haarlem. Zaterdag was ik met Martha en de jongens en Willem, Frank, Kitty en een paar kleinkinderen in Artis en aten bij Kras. ▫ Zondag speelde Harriet Roll op Walden. Het Amsterdamsche plan slaagt en ik heb er veel plezier in. Ik lees Russell's Principles.

donderdag 14 april

Gisteren regens en zoel. 63o. Vandaag prachtig weer, stil en vochtig en zonnig. De nachtegaal gehoord en druk vliegen van bijen. Dit is toch teerder en mooier dan iets van Zuidelijke landen.

[pagina 589]
[p. 589]

aant.

zondag 17 april

Ideaal weer, prachtig. Het is zonnig en stil en toch niet drukkend. Donderdag werd het 's middags zeer heet, wel 73o. Den volgenden dag wat koeler. Ik heb hoofdstuk VII af en alles voorgelezen. Ik was Vrijdag avond in Amsterdam bij van Hall. Sliep 's nachts bij Hijmans, slecht. Vol blije plannen. Johannes in mijn hoofd voltooiend. Gister morgen winkelhuizen gezien in Amsterdam.

dinsdag 26 april

Koel weer, maar niet guur. Wat regen, na lange droogte. ▫ Zondag ging ik de arme Willem Bauer opzoeken en vond hem opgehangen in het tuinschuurtje. Arme, fijne, gevoelige man met zijn groote gaven. ▫ Het was een lugubere vlek in dit blije, hoopvolle, levensrijke voorjaar. Maar het deprimeerde mij niet.

Ik ga bijna elken dag naar Amsterdam en vind het er vroolijk. Op Walden is 't ook prettig en de bijen maken het goed. Ik zie alleen nog op tegen de 1 Mei, omdat ik iets wou maken, wat nog niet klaar is. ▫ Ik heb de proeven van de Studies IV gecorrigeerd. Dit wordt een goede bundel.

2 mei

De één-Mei-dag is voorbij. Het was prachtig weer en ik had spijt van hier te moeten weggaan. Heden is 't guur en regen. Ik sprak in Rotterdam, 's avonds in Amsterdam. Ik reisde met D. Nieuwenhuis en voelde sympathieker voor hem en wou hem genoegen doen. Ik maakte Vrijdag avond een Mei-vers, en wil dat hem opdragen. 's Avonds in Stroucken was een mooie vergadering. Maar mijn stem was wat heesch en dat vermoeide me. ▫ Anders ben ik tevreden.

6 mei

Na een paar dagen koele N. wind, nu regen, zonder wind. ▫ Reis veel naar Amsterdam, om ‘de Eendracht’ gister en eergister. Het gaat er goed mee. Plan om een concert te organiseeren. Ik las de ‘brieven die hem nooit bereikten’. Ik kocht twee brandkasten. Tot nog toe gaat alles glad.

[pagina 590]
[p. 590]

11 mei

Tot nog toe steeds regen en kou. Gister hevige regens. Vandaag N. wind bewolkt. ▫ Ik zag gister ochtend, in een paar zonnige uren, de bijen na. 's Middags ging ik per spoor naar Utrecht en bezocht Anna Fles en at bij Paul. Ik las het boekje ‘Jezus en de Ziel’ van Jan Luyken. Ik kreeg plotseling het besef dat ik met mijn innerlijke tucht en cultuur aan 't verslappen was. Ik schommel, eerst ging ik te hoog, nu gaf ik weer te veel toe, scheen mij. ▫ Ik ben getroffen door Jan Luykens vurige vroomheid, zijn hier en daar zeer mooie verzen en zijn fijne, gevoelige plaatjes. Hij doet aan W. Blake denken, maar is zachter en teerder.

Ik werk 's avonds vlot aan Kl. Joh.

Ik vóórvoelde een vers, een gebed, om kracht, daar nu het welzijn van zoo velen van mij gaat afhangen.

vrijdag 20 mei

Zondag prachtig weer. Ik wandelde 's morgens achter Boekesteyn. 's Avonds over Zwaenenburg. Maandag was het heel warm. Donderdag 12 Mei Hans' verjaardag, bij goed weer. Ik ging 's avonds met mijn moeder mee terug naar Haarlem, en bezocht den volgenden morgen Betsy. Het werd toen grijs en koeler, maar den volgenden dag was't weer goed. Bezoek van de Bögelund's.

Maandag avond en Dinsdag morgen waren vol droevig-zoete emotie. Ik was diep ontroerd en voelde tegelijk ontrust, deemoedig en toch vol zoete aandoening. Het was zoo mooi. Ook de fel-groene meiboomen, met de zonneschijn, de muurbloemen.

Ik was Dinsdag middag op de ingelanden-vergadering van de Horstermeer polder. Daarna werd het kouder en is tot nu toe koud gebleven.

Ik wacht met eenige spanning of het toegezegde geld van Hjalmar Wijk komt.

Er was weer eenige gisting op Walden die mij zeer ontstemde. Zeker omdat ik 't niet meer gewoon ben. ▫ Maar het heeft geen ernstige beteekenis.

Suze Bauer is bij ons. Morgen gaan we fietsen. Ik was den ganschen dag in den bijentuin.

[pagina 591]
[p. 591]

24 mei

Hedenavond wonderzacht, stil, vochtig, bedekt. Zaterdag regende het den geheelen dag/ toen het 's avonds wat droog werd, reden wij met ons vieren uit, om zes uur. Aten brood te Blauwkapel, reden door Utrecht naar Jutfaas, en toen het nog niet geheel donker was dóór naar Vianen. Daar kwamen wij om 9 uur, en sliepen in 't hotel Hartmann.

Den volgenden morgen was 't koel, wat winderig, bedekt maar droog. Wij keken het stadje Vianen, en reden toen langs de prachtige, boomrijke dijken naar Gorinchem. Daar aten wij brood aan de Merwede, en gingen per stoomboot naar Woudrichem. Van daar in een roeiboot naar Loevestein, en zagen het slot. Het wijde, open grasveld vóór het slot, alles vol gele bloemen. Alles lucht en licht en groen.

Van Loevestein gingen we terug naar Woudrichem en werden overgezet naar Dalem. Vandaar reden we over Spijk de Linge langs, langs Heukelum en Asperen, Marienweerd, met de prachtige notenboom bosschen en de bloeiende appelboomen door het weelderige land naar Geldermalsen. Daar logies in 't Wapen van Gelderland. Nog laat het dorp en het buiten rondgewandeld. Dinsdag morgen eerst gewandeld, toen over Buurmalsen en Buren naar Wijk bij Duurstede. Het was prachtig weer, helderblauw met lichte, frissche wolken, niet te warm. Alles wemelend van licht en groen en gele bloemen. Wijk b.D. lag zoo heerlijk mooi over de heldere rivier, toen we met de pont overvoeren. Mijn hoofd is als vol schilderijen in één dag. Te veel op eens.

Toen langs de drukke straatwegen van Doorn, Driebergen en Zeist over Soesterberg en de Vuursche naar huis. Martha moe, de jongens flink. De band van Hans sprong, maar hij redde zich goed.

Het was even mooi en vervullend als verleden jaar, en een zekere weerzin tegen Walden-drukte volgde. Ook nog de spanning der onzekerheid.

Van nacht onlekker gevoel, misschien van mijn neus-katarrh.

Vandaag Amsterdam, dat gaat goed. Maar ik voel slaperig en moe.

29 mei

Stil koel weer, bedekt. Deze gansche week warm en lekker.

Alles bloeit prachtig en staat voordeelig. Het regent af en toe, maar 't weer wordt niet slecht. Een paar avonden konden wij laat buiten zitten, en Donderdag kwam een bijenzwerm. Ik schrijf 's avonds aan Johannes,

[pagina 592]
[p. 592]

en ben 's middags veel op de Eendracht. Er zijn kleine moeielijkheden, maar over 't algemeen gaat alles goed.

vrijdag 3 juni

Heden N.O. wind, 's morgens koel en bedekt, 's middags zonnig. Het weer blijft steeds goed. Nu en dan heerlijke regens. ▫ Dinsdag had ik bezoek van Dr Schoenmakers/ de ex-priester en van juffr. Reens. Ik praatte veel met den kleinen schranderen man. Woensdag den ganschen dag in de bijen. Gister fietste ik naar Utrecht en werd doornat in een zware zomerbui. Bijna elken dag in Amsterdam, voor de Eendracht. Gister avond las ik hoofdstuk IX voor. Ik geloof dat het goed wordt. Op Walden alles goed. Ik ben tevreden. Ik kreeg van B. een ringetje dat ik op onbegrijpelijke wijze verloor en weer vond.

19 juni

Bijna steeds goed weer. Van daag alleen wat dor en guur, ik had hooikatarrh, en was wat down door reactie na een drukke week. ▫ De tijd gaat snel. Ik ben zeer in actie geweest. Reens liet mij vrijwel alleen voor de Eendracht en ik voelde plezier in de taak en was het meester. Nu kwam weer de voldoening van verleden jaar in Amersfoort, een groep menschen die van mij houden en op mij vertrouwen en die ik aanvoer. Ik had dat in Amersfoort gevoeld als mijn rechte taak en verwonderde mij of ik dat ooit weer zou te doen krijgen. Op Walden leek het er nooit na. Daar vermeed ik altijd alles wat op aanvoering of leiding leek, en brak daarmee steeds mijn invloed. Met Emons veranderde dit, toen ik hem op een zekeren afstand, met reserve bleef behandelen in plaats van amicaal zooals de Boer en de Koe. ▫ Nu voel ik met de Eendracht-lui evenals in Amersfoort. De oppositie van een domoor brak ik onmiddellijk en nu voel ik voor hen allen hartelijk, en doe vol lust mijn best voor hen. Dat is mijn liefste actie.

Gister opening van het magazijn. Hoe eigenaardig ben ik in deze groote beweging gekomen, door een onvervaard volgen van mijn intuïtieve neiging tot helpen met oplettend in 't oog houden van mijn bedoelingen. Men zou het voor berekening kunnen houden, maar het is een betoomen en loslaten van neigingen door overleg.

Zou deze zaak werkelijk zoo groot worden als ze belooft? Ik voel soms alsof ze ontzachlijk behoort te worden, wil ze overeenkomen met mijn

[pagina 593]
[p. 593]

aant.
bedoeling. ▫ Walden en G.G.B. hebben waarde door hun idee, en behoeven niet stoffelijk groot te worden om hun beteekenis te krijgen. ▫ Maar de Eendracht kan alleen zijn beteekenis krijgen door een ontzachlijke uitbreiding. Anders zal ik voelen of ik mijn moeite verspild heb. Wel is het helpen geen verloren moeite maar dan zou 't zijn als mijn dokterswerk, doekjes voor 't bloeden. Maar ik doe dit met oneindig meer voldoening dan 't dokters werk.

zaterdag 25 juni

Gister drukkend, 's avonds een onweersbui, hevige regens, van daag de eerste dag van den zomer met slecht weer. ▫ Ik ga elken dag naar Amsterdam. Het gaat er goed en ik voel het werk te kunnen doen. Ook met de bijen gaat het goed. Er hebben er al 14 opzetten, en de meesten werken al boven.

Ik schrijf aan hoofdstuk XII en corrigeer Hedwig. Dat laatste vind ik een mooi boek. Ik las het afschuwelijke boek van Jacob de Haan en schreef hem er over. Gister hield ik een rede op Walden over Materialisme.

Martha is naar Zuidlaren. Ik ben eigenlijk zeer gelukkig - de hooikoorts niet meegerekend. Veel rozen, het achterlaantje, het nieuwe boek, het voorspoedige sociale werk, mijn dierbare jongens, aapje.

Maandag ga ik naar Duinweide. Ik had een helderen droom die mij versterkte.

dinsdag 28 juni

Sints Zaterdag vrij guur weer, grijs en N. wind. Heden wat stiller en zonniger, een mooie maar koele avond. Het weer had slecht op me gewerkt ook door verkoudheid. Nu is 't wat beter. Van morgen bezoek van Fransche socialisten. Ik ben niet naar Duinweide gegaan want B. schreef me af, op een wijze als van ouds.

zondag 3 juli

Goed zomerweer. Vandaag wat regen. Nog geen hitte gehad. ▫ De rozen bloeien prachtig. Ik las in Halb-Asien van Franzos en leerde Schiller daardoor waardeeren. De waarde van zijn ‘Begeisterung’ voor arme, hongerende zieltjes.

[pagina 594]
[p. 594]

aant.

Elken dag naar Amsterdam. Schrijf aan hoofdstuk XII met veel rustig genoegen. Ik ben nu recht tevreden - en zou niets meer verlangen, wat mijn werksaamheid betreft, als ik nu nog tijd kon vinden voor wat philosophische studie.

donderdag 7 juli

Warm. De bijen werken hard. Ik las hoofdstuk XII voor. Gister tot laat in Amst. gebleven. H.B. verg. G.G.B. Ik voel vandaag wat lui en down.

zondag 10 juli

Steeds prachtig zomerweer. Niet drukkend heet, maar frisch en zonnig. N. wind.

Heden wedrennen. Ik bezocht de Boer. Paul is weer wat ongesteld. Duodenaal-katarrh. Het gaat mij anders goed. Ik lees 's morgens in de hut in ‘the revolt of Islam’. Dat deed mij goed. Johannes staat stil.

vrijdag 15 juli

Echt warm, in mijn hut 70o, buiten 86o in de schaduw. Gister avond een prachtige avond. Maar het is zeer droog, alles staat uit te drogen. ▫ Johannes nog niet verder. Een zekere wolk op mijn stemming. Toch werkkrachtig en tevreden. Ik droomde een nacht van Henriette. Aandoenlijk. Ik vergeet niet. ▫ Elken middag naar Amsterdam. Dat gaat goed en voldoet me.

Paul geelzucht. Ik weet niet hoe 't nu gaan zal met Noordwijk. Laat ik maar tevreden zijn met het oogenblik.

zondag 17 juli

Hoogzomer. Onveranderlijk strakke lucht. N. wind, 's avonds doodstil. Wind tamelijk frisch. ▫ Gymnastie feest. Gister honig geslingerd. 's Middags weer in de Warmoesstraat.

donderdag 21 juli

Steeds mooi weer. Gister voor 't eerst een weinig regen. Vorige dagen koele N. wind. Gister en van daag stil, lichtbewolkt. ▫ Ik ben in Noordwijk,

[pagina 595]
[p. 595]

aant.
met Paul. ▫ Ik had er niet veel verwachting van, maar het valt mee. Langsaam dringt het weer door en geeft rust. Ik sliep heerlijk. Wijk aan Zee lijkt mij echter beter, omdat ik dan hooger leven kan. Ik was verontrust door ergernissen. Altijd over literaire kwesties. Die ergeren mij veel meer dan sociale. ▫ Maar ik overwin. Als ik nu Johannes maar weer op dreef krijg. Ik wilde dat ik verzen schreef. De Noordwijksche onrust hoop ik ook meester te worden. Ach, alles is zoo goed, God is zoo schoon, als ik 't maar niet vergat.

Het leven vol schoonen strijd - en dan de toekomst, de vrije toekomst!

vrijdag 22 juli

Steeds prachtig weer. Maar droog. ▫ Gister avond weer in Amsterdam. Geslapen bij van Nierop. Ach! wat verlangde ik hierheen. Ik las Epipsychidion, en maakte verzen op de fietstocht van Haarlem hierheen. ▫ Ik werd diep getroffen door de schoonheid van Shelley's werk. Alsof ik 't nooit gelezen had. Hoeveel maal las ik 't niet. Maar nu eerst dringt het dóór. En dat dit begrepen is door Kloos, toen hij twintig was en geschreven door één die nog geen dertig was.

zaterdag 23 juli

Prachtig, warm weer. ▫ Het gaat iets minder. Ik ben onrustiger. Maar alles is toch glorieus en heerlijk.

zondag 24 juli

Vannacht onweer. Vandaag weer even mooi en warm. ▫ Schreef een vers op Epipsychidion. Hoofdstuk XIII af.

27 juli

Prachtig zomerweer. Maandag ging ik naar Amsterdam en Bussum. Eerst met Hans in Haarlem koffiegedronken. 's Avonds op Walden. Ik was een weinig gedeprimeerd. Gister weer op de Eendracht geweest, in Haarlem gegeten, een heerlijke fietsrit naar Noordwijk. Het regende

[pagina 596]
[p. 596]

aant.
's nachts heftig en 's middags ook. 's Avonds heerlijke maneschijn en warmte. Ik ben nu weer zeer opgewekt. Ik droomde van nacht weer van Henriette. Dat is nu de tweede maal. En op dezelfde wijze, een liefelijke herhaling van de mooiste gevoelens van mijn jeugd. Alsof ze niet weg waren. Ik lecs La guerre et la paix. Ik voel mij met de Eendracht rustig krachtig, zeker van op den goeden weg te zijn. In 't geheel niet angstig of zorgvol. Niet uit overdreven optimisme, maar uit besef dat ik geen berouw kan hebben/ wat er ook gebeure.

donderdag 28 juli

Goed weer, bijna geen wind (W.) wolken. Lekker warm. ▫ Ik ben goed. Wat is het leven raadselachtig. Als ik verwacht ongelukkig te zijn en onrustig/ voel ik mij juist rustig en opgewekt. Ik voel mij zeldsaamjong en veerkrachtig. Ik kan niet zeggen dat ik mij in iets verouderd voel, en ik ben toch bijna 45. Mijn lichaam is wel eens wat kaduuk, maar dat komt ook steeds weer bij. En mijn geest is frisch, zoo vol plannen en arbeidslust dat ik haast niet begrijp hoe ik genoeg van het leven krijgen zal. ▫ Ik voel nu vooral beter wat ik alzoo schrijven kan. Door mijn rijk en veelzijdig geestelijk en praktisch leven is er een onuitputtelijke poëtische stof in me, die ik nog nooit verwerkt heb. Ik merkte dit aan Johannes. Het boek beviel me zeer onder 't lezen. Het is een aardig, rijk boek. En ik heb er nog genoeg voor. Pan's dood en de demonen, en het feest.

zaterdag 30 juli

Warm, vast weer. Echt zomer. ▫ Ik sliep slechter, had moeite in slaap te komen door excitatie. Sliep toen een paar uur lekker. Schreef aan hoofdstuk XIV. Op de Eendracht een noodzaak om strenger op te treden. Gedacht over het tijdschrift plan van Verwey. Gister avond Grietje Middelhoven weer-gezien (mevr. Sasse). Het deed mij genoegen. Ik zag nu heel rustig op die oude tijd neer. Maar zonder terug verlangen. 't Is nu beter.

Donderdag een mooie fietsrit van Leiden in de maneschijn.

zondag 31 juli

Steeds warm en mooi. Gister de aangrijpende vergadering van ‘de Eendracht’. Paul gevonden te Leiden bij mevr. Dwars te Zomerzorg.

[pagina 597]
[p. 597]

In een kraam poffertjes gegeten. Naar huis gefietst.

Heden laatste dag in Noordwijk - zeker wel de allerlaatste dag. Ik hoop het zelfs. Het wordt tijd. ▫ (terwijl ik het schrijf voel ik op eens dat het niet de laatste dag zal zijn. Maar dan toch wel onder deze omstandigheden).

Aan Verwey uit Johannesje voorgelezen. Het boeide hem zeer. ▫ Ik lees La guerre et la Paix, en Shelley.

woensdag 3 augustus

Haarlem. Prachtig weer. ▫ Het is een wonderbaar mooie zomer. Ik ben nu in 't Frederikspark. Het is niet de zee, maar toch goed. 'S morgens ga ik zwemmen aan de houtvaart. 'S middags was ik in Amsterdam. 'S avonds was ik op de kermis. Ik zit nu hier voor 't open raam op papa's kamer.

vrijdag 5 augustus

Gister zeer heet, warmste dag. 'S middags naar Amsterdam, druk op de Eendracht, luster jasje, 's avonds naar Aerdenhout, Betsy gezien/ bij Bauer nog even gezeten. 'S morgens weer gezwommen. Van nacht heerlijk geslapen, alleen onder een laken.

zaterdag 13 augustus

Het heeft deze week nu en dan hard geregend. Gister harde ZW. wind, vandaag weer prachtig. Ik logeer in 't waskamertje sints Maandag. Martha en Hans in Noordwijk, Paul in Utrecht. Ik slaap heerlijk op 't harde bedje van ijzerdraad en voel mij gezond en vroolijk.

Woensdag fietste ik naar Utrecht en at met Paultje. Gisteren ging ik naar Wijk aan Zee huurde er kamers, fietste naar Haarlem/ at twaalfuur bij mijn moeder, en fietste toen naar Amsterdam, een harde W. wind achter/ in drie kwartier over den rechten, kalen, hobbeligen straatweg. Ik lees Beowulf.

zondag 14 augustus

Steeds mooi weer. ▫ Ik ben gedeprimeerd, waarschijnlijk door reactie. Dat blijkt ook uit nare droomen. Maar nu slaap ik ook weer lang. Ik moet aanstonds weer een rede houden en heb er hoegenaamd geen lust in. Boschfeest op Walden. Ik las over energie noodig tot zintuigprikkeling.

[pagina 598]
[p. 598]

maandag 15 augustus

Buyig weer, warm. Wind en regen. ▫ Ik ben veel beter, hoewel ik nog niet recht lekker sliep. Ik heb weer lust in mijn werk. Mijn twee poeemen. In woord en daad.

vrijdag 19 augustus

Twee dagen hevige storm en buien. Ik ging Dinsdag naar Rotterdam, zag daar het filiaal, fietste van Leiden naar Noordwijk, at en logeerde daar, baadde den volgenden morgen en fietste toen naar Haarlem met Hans. Het was alles prettig. Ik las Fechner: ‘über das höchste Gut’. Gister wat moe en niet vlot met het winkeltje. Ik at Woensdag bij Harriet Roll. Van nacht sliep ik heerlijk.

dinsdag 23 augustus

Wijk aan zee. Guur weer met Noordewind. Grauwe wolken met nu en dan regen. ▫ Het is weer als verleden jaar. Het electrisch fabriekje roffelt, de kinderen praten in de dorpstraat/ ik zit alleen in de woonkamer van pension Weltevreden, Aapje is naar bed. ▫ Ik ben ook weltevreden, al is het wat koud. Het bad was opwekkend. Ik lees Dante en Fechner. Van middag nog even naar de Eendracht. We maakten een duinwandeling van avond. Ik sliep niet veel van nacht, maar voel gezond en behagelijk.

donderdag 25 augustus

Beter weer. Prachtige wolken. N.W. wind met veel zonneschijn. ▫ Vervuld van Fechner's Tagesansicht.

Ik zie geen couranten en lees alleen het Purgatorio, Jan Luyken, het N.T. en Fechner. Duinwandeling. Schrijf aan hoofdst. XVI.

zaterdag 27 augustus

Gister zeer slecht weer. Vandaag iets beter. W. wind en wolken. ▫ Gister weer naar de Eendracht. Beroerde scène met een woedende sollicitant. Ik was niet gevat genoeg het wilde dier bijtijds te temmen. Lang onder den indruk daarvan. Ook hier.

[pagina 599]
[p. 599]

zondag 28 augustus

Een prachtige warme dag. ▫ Tot rust gekomen en ongestoord gewerkt. Zeer verheugd om Fechner's werk. Dit is wat onze tijd behoeft. Ik zal hem meer bekend trachten te maken. 's Morgens lees ik Jan Luyken voor en dat treft mij. Mijn geest is bier veel zuiverder en mijn levens vreugde wordt vaster. Het dorpje, lucht en duin is wonderbaar mooi. Steeds nieuwe schilderijen zie ik, tot ik er wel om huilen kon, dat ik ze niet mag maken. De menschen zijn erg lawaaiïg om me heen, maar dat gaat buiten ons om.

maandag 29 augustus

Bij prachtig weer heen en weer gefietst naar Amsterdam. Ik was een weinig onder depressie-invloeden. Maar ben er nu geloof ik gehcel onder uit geraakt.

donderdag 1 september

Mooi zoel weer, gister regen. Dinsdag goed gewerkt. Gister eveneens (hoofdst. XVII) met veel aandoening. Naar Haarlem gefietst. Orgelconcert bijgewoond met Hans. Mij verbaasd hoeveel beter ik nu orgelmuziek onderscheid. Hans krijgt smaak in muziek. Naar Amsterdam en Bussum geweest. Paul hoest erg. Hedenmorgen weer in Haarlem koffie gedronken en naar Wijk teruggefietst. Met de Eendracht alles goed. Verlang naar mijn werk.

zondag 4 september

Gister zeer slecht weer, van daag zonnig en beter. Gister op de Eendracht was het druk en niet naar mijn genoegen. Daardoor ben ik hier niet zoo rustig als te voren. Ik schreef hoofdstuk XVII en daarmee het 2e boek van Johannes af en las het gister avond voor. Ik slaap zeer goed. Ik vind het hier heerlijk, we hebben een andere, veel gezelliger kamer. Maar toch een gevoel dat ik thuis en in Amsterdam moet zijn, terwijl vooral de G.G.B. vergaderingen mij bezwaren. Alles echter niet erg.

donderdag 15 september

Zoel, druilig weer. Sints een week ben ik weer thuis. Het was in Wijk mooi de laatste dagen. Ik schreef hoofdst. I van boek 3 af en begon II. Daar-

[pagina 600]
[p. 600]

aant.
na door mijn terugkomst en drukte voor ‘de Eendracht’ nog niet meer. Ik ging bijna elken dag reeds vóór 12 naar Amsterdam. Reens heeft zijn zwakte getoond, maar ik ben flink opgeschoten. Mevr. van Vloten is hier, het is lekker weer, ik heb een paar heerlijke nachten gehad, tweemaal helder gedroomd. De G.G.B. vergaderingen bezwaren mij in 't geheel niet meer. Ik ben over 't algemeen zeer tevreden. Ik kreeg een lieve brief van Betsy.

zaterdag 24 september

Het is helder en vrij koud gewcest. Nu is 't bedekt en koel. Ik heb nu 16 dagen niet aan Johannes gewerkt maar druk bezig geweest voor de Eendracht. Het concert, de zaak Toepoel enz. Ik ben vrij goed. Gisteren nacht sliep ik slecht, van nacht weer beter. Ik ben liever wat neerslachtig, dan slaap ik beter. Wat bezwaard over een en ander. Lees Democratie en Nouv. Zélande.

maandag 26 september

Heerlijk weer, stil, wat dampig, zonnig. ▫ De bezwarende dingen zijn achter den rug en zeer meegevallen. Zoowel concert als G.G.B. vergadering zijn goed geslaagd. Het eerste was zelfs een recht succes. Ik sliep vannacht lang en goed en voelde mij van morgen geheel ‘frais et dispos’.

Toen ik met mijn gezin en moeder en Giza bij Kras at, had ik opeens hetzelfde gevoel van innerlijke vrede als toen ik verleden jaar wachtte op de generale repetitie van don Torribio.

zondag 2 oktober

Prachtig herfstweer. Stil, vochtig, warm. ▫ De afgeloopen week druk met de Eendracht. Van nacht sliep ik tien uur aan een stuk. Ik dacht van morgen, als 't ergste mocht gebeuren en dit plan faalt, en G.G.B. en Walden er bij, dan ga ik lekker in een rustig hoekje wonen, in een klein huisje, met wat ik overhoud uit de ruïne, en schrijven. Zelfverwijt zal ik niet hebben, want ik deed mijn best. -

Zeer eenvoudige, voor ieder bevattelijke en verstaanbare begrippen zullen nochtans in de overgroote meerderheid - ook van de zeer schran-

[pagina 601]
[p. 601]

aant.
deren - niet doordringen, zoolang de massaalsuggestie niet medewerkt.

Mijn neus de laatste weken zeer behoorlijk, begint vandaag weer te spoken.

Er zijn levensfeiten die niemand kan verstaan zonder practische leerschool.

Er zijn zeer eenvoudige, begrijpelijke feiten, die niemand gelooft eer ze hem worden getoond, of door massaal-suggestie opgedrongen.

En omgekeerd wordt het ongeloofelijke grif aangenomen door massaal-suggestie.

zondag 9 oktober

Een tocht per fiets naar Haarlem, Noordwijk, Westland en Rotterdam. Eerst mooi weer, Woensdag hevige storm, terwijl ik in Noordwijk sliep. Veel visschersschepen vergaan. Ik heb slechte herinneringen aan den tocht, en droomde van nacht zeer droevig. ▫ Van daag koel helder weer. Fietstocht over Huizen met Martha en Paul. De jongens vroolijk. Dagboekje van Paul. God helpe me beter worden. Het komt er zoo op aan.

21 oktober

De laatste dagen prachtig weer, 's Morgens mistig, doodstil, overdag zonnig, ongeveer 60o. ▫ Martha is in Noordwijk. Zondag waren we weer in Valkeveen. Ik was wat gedeprimeerd de laatste dagen. Ik word nog steeds aangevallen, en natuurlijk brengt ‘de Eendracht’ zijn moeielijkheden.

Ik droomde van nacht van Dante's liefde.

zondag 23 oktober

Warm, stil weer. Bewolkt. Het loof is prachtig. ▫ Paul weer ongesteld. Moet hij maar weer vleesch gaan eten?

Gister opening 2e winkel. En gisteravond voorlezing van hoofdst. III uit 't 3e boek.

donderdag 27 oktober

Nog steeds goed weer, zacht, lichtbewolkt. Bijna 60o. De boomen worden kaal, en het loof scheen er pas aan. ▫ Ik was somber gisteren. Zag alles meer in ware verhoudingen. Ik mag die stemming wel. Dan is de

[pagina 602]
[p. 602]

overmoed er uit en ben ik geheel ontspannen. Het belemmert mij niet. Ik doe evengoed wat ik te doen heb. ▫ Ik werd eergister nacht wakker met zeer zwaarmoedige gedachten. Toen sliep ik in, had een flinke demonenstrijd, waarbij ik krachtig optrad en ze te lijf ging, en daarna volgde een heerlijke verkwikkende slaap.

Gister was Giza hier en stortte haar hart uit.

zondag 30 oktober

Koud. O. wind, bewolkt, namiddags helder. ▫ Ik kreeg Dond. een aandoenlijk briefje van Paul, die naar huis verlangde. Gelukkig werd hij weer beter. Vandaag was hij vrij goed en den heelen dag met mij. Zijn dagboekje was roerend, over het verbreken van zijn vegetariaat. Het opgeven van zulk een mooi-volgehouden strijd is aandoenlijk. Ik heb mijn jongens zoo lief.

vrijdag 4 november

Nog zoel weer, W. wind, bewolkt. 't Is bijkans kaal. ▫ Er zijn beklemmende gedachten soms in mij, om de scheefheid van mijn leven. Ik voel het scherper, naarmate de zomersche overmoed er uit is, en naarmate mijn jongens meer mijn vrienden worden. Ik weet hoe hoog ze mij stellen en hoe ze van mij houden.

Mijn neus plaagt mij ook nog steeds.

Met de Eendracht blijft het goed gaan. Soms drukt mij de verantwoording en de mogelijke gevaren. Soms voel ik ook weer gerust omtrent de toekomst. In geen geval kan ik berouw hebben, want ik deed mijn best, naar beste weten.

zondag 6 november

Zoel weer. ▫ Ik ben zoo, zoo. Het wordt steeds drukker in Amsterdam. Natuurlijk. Dat is wel goed maar het bezwaart ook wel eens.

donderdag 17 november

Een rustige morgen op Walden. Mistig en doodstil. Ik lees mijn dagboeken na, ruimde wat op bij de bijen.

[pagina 603]
[p. 603]

Ik heb hoofdstuk IV van 't 3e boek af en voorgelezen. Aapje is nu naar Amsterdam. Ik lees Pepys diary.

Voor 8 dagen gesproken in Hilversum en debat met van der Goes. Ik had meelij met hem maar heb daaraan niet toegegeven, daar het toch niet begrepen zou worden en hij het ook eigenlijk niet verdient.

Overigens ben ik tevreden, en omtrent de Eendracht niet bezorgd. Jammer toch dat ik mijn eigen idee niet terstond méér heb doorgedreven. Het had best ‘de Meiklok’ mogen heeten. Nu vormt zich het plan van onze industrieele afdeeling. Linnennaaisters, schoenmakers, kleermakers, borstelmakers.

zondag 20 november

Mooi, zacht weer. ▫ Vrijdag was ik in Rotterdam en den Haag. Ik at bij mijn moeder. Het kostte mij moeite Noordwijk voorbij te sporen. Gister opening filiaal Rotterdam en de 2e Eendrachtsbode verschenen. Met Aapje bij Kras gegeten en bij de Chrysanthen gezeten. Prettig.

zondag 27 november

Goed, stil weer. Het heeft deze week gesneeuwd en wat gevroren. ▫ Ik was een paar dagen wat dof en neerslachtig. Hoewel uiterlijk niet merkbaar. De slaap was niet aangenaam zooals anders, en de heldere droomen waren droef-symbolisch. Vandaag is 't weer beter. Ik sliep ook goed. Ik ben meestal laat op. Half negen. Omdat ik 's nachts soms lig te denken, en dan tegen den morgen pas inslaap. Ik ben echter gezond en rustig.

Plan over de combinatie met de Levensverzekering maatschappij. Ik corrigeer de proeven van de Kl. Joh. voor de Beweging. Ik kwam Verwey tegen in Amsterdam, vol leven. Ik lees ‘de Zwerver verliefd’ van van Schendel, een mooi boekje.

Ik schrijf aan hoofdst. V derde deel.

donderdag 8 december

Nog steeds zacht weer, de laatste dagen regen. ▫ Het gaat mij goed. Ik heb moeite gehad door de domheid van mijn Eendrachtsmannen. Maar ik heb nu mijn besluiten genomen en ben rustig en op alles voorbereid. De zaak gaat goed, de reörganisatie is noodig, ik kan die uitvoeren, word ik tegengewerkt dan trek ik mij terug.

[pagina 604]
[p. 604]

Sint Niklaas was gezellig. Ik corrigeer de proeven van Johannes, met voldoening.

dinsdag 13 december

Heden mistig met heldere bovenlucht. Gister veel regen. ▫ Zondag den ganschen dag in Amsterdam vergaderd. Ik won het pleit, maar ben nog niet gansch over de moeite heen. Emons en Menger zijn nu aan 't reorganiseeren. Ook heb ik goede hulp van Dr. Carp. Maar het bezwaart me dat we nog in een gevaarlijke toestand van onvolledige organisatie zitten, zoodat ik op dit oogenblik vlak bij den wal langs zeil.

donderdag 15 december

Vandaag zacht weer.

Gister met de tram naar Haarlem, te laat bij 't terugkomen. Ik sliep een nacht slecht, met nare symbolische droomen, door overspanning. Nu ben ik weer rustig. Maar het ging mij toch slecht, vooral gisteren.

zondagmorgen 18 december

Mooi, zacht weer, net voorjaar. ▫ Ik was ziels-moe. Sliep goed, maar nog niet opgewekt. Ik vond een zekere rust in de gedachte dat ik te kampen heb met een ziekte. Er is iets in mijn psyche abnormaal en naar ik vrees ongeneesselijk. Ik weet dat de duizenden die hetzelfde hebben zich voor volkomen gezond houden. Maar juist het inzicht er van is al zoo belangrijk. Het is er mee als met de homo-sexualiteit. Het is minder erg, maar ook abnormaal. Het belemmert mijn werksaamheid niet direct, maar neemt toch een groot deel van mijn kracht. En het hangt samen met het allerfijnste en mooiste wat ik heb. Als jongen al tobde ik er over, in een dagboekje. En als ik het nu maar weet.

Ik wandelde door Spanderswoud vanmorgen. Ik las over de zeventienjaar cicade Cicade septendecim.

donderdag 22 december

Mooi, helder, stil, koud. Maandag kwam Verwey bij me in de Warmoesstraat en at met me in de lunchroom. Het was een heldere dag en we spraken over ‘de beweging’.

[pagina 605]
[p. 605]

maandag

Tweede Kerstdag. Het is een stille nevelige dag. Gister wandelde ik met Martha en de jongens naar Valkeveen, dronken daar koffie, toen langs 't strand naar Huizen, over de hei terug. Het was genoegelijk. Ik sliep veel van nacht, maar voelde niet fleurig en droomde akelig.

donderdagavond 29 december

Weer zoel geworden, van avond veel wind. ▫ Martha is naar Noordwijk, Hans in Haarlem. Paul in Scheveningen. Ik ontbeet bij Truida en Cor.

Met de Eendracht begin ik nu op te schieten. Ik voel dat ik het nu weer meester ben. Ik zie nu kans het zoover te krijgen dat ik mij zonder gevaar voor 't geheel over eenigen tijd terugtrekken kan. Dat is de juiste weg. Ik moet niet onmisbaar zijn. Maar daarvoor moet ik nu eerst de teugels strak houden. ▫ Hoe bespottelijk lijkt nu het ijdele praten van anarchisten en parlementairen, vooral van de eersten.

Ik las gisteravond de Noorsche Brieven van Walborg. Er is veel moois en goeds in. Ik ging met weemoedig gevoel slapen.

‘De Beweging’ is verschenen. Een goede aflevering. Hans en mijn moeder kwamen mij bezoeken in Amsterdam. Ik had mijn rechte lust aan den lieven, mooien jongen, met zijn breede schouders en rechten gang.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 1 januari 1904

  • 4 januari 1904

  • 6 januari 1904

  • 11 januari 1904

  • 16 januari 1904

  • 20 januari 1904

  • 22 januari 1904

  • 25 januari 1904

  • 26 januari 1904

  • 27 januari 1904

  • 30 januari 1904

  • 6 februari 1904

  • 8 februari 1904

  • 11 februari 1904

  • 14 februari 1904

  • 19 februari 1904

  • 22 februari 1904

  • 24 februari 1904

  • 9 maart 1904

  • 11 maart 1904

  • 12 maart 1904

  • 13 maart 1904

  • 14 maart 1904

  • 15 maart 1904

  • 17 maart 1904

  • 18 maart 1904

  • 21 maart 1904

  • 26 maart 1904

  • 1 april 1904

  • 3 april 1904

  • 6 april 1904

  • 12 april 1904

  • 14 april 1904

  • 17 april 1904

  • 26 april 1904

  • 2 mei 1904

  • 6 mei 1904

  • 11 mei 1904

  • 20 mei 1904

  • 24 mei 1904

  • 29 mei 1904

  • 3 juni 1904

  • 19 juni 1904

  • 25 juni 1904

  • 28 juni 1904

  • 3 juli 1904

  • 7 juli 1904

  • 10 juli 1904

  • 15 juli 1904

  • 17 juli 1904

  • 21 juli 1904

  • 22 juli 1904

  • 23 juli 1904

  • 24 juli 1904

  • 27 juli 1904

  • 28 juli 1904

  • 30 juli 1904

  • 31 juli 1904

  • 3 augustus 1904

  • 5 augustus 1904

  • 13 augustus 1904

  • 14 augustus 1904

  • 15 augustus 1904

  • 19 augustus 1904

  • 23 augustus 1904

  • 25 augustus 1904

  • 27 augustus 1904

  • 28 augustus 1904

  • 29 augustus 1904

  • 1 september 1904

  • 4 september 1904

  • 15 september 1904

  • 24 september 1904

  • 26 september 1904

  • 2 oktober 1904

  • 9 oktober 1904

  • 21 oktober 1904

  • 23 oktober 1904

  • 27 oktober 1904

  • 30 oktober 1904

  • 4 november 1904

  • 6 november 1904

  • 17 november 1904

  • 20 november 1904

  • 27 november 1904

  • 8 december 1904

  • 13 december 1904

  • 15 december 1904

  • 18 december 1904

  • 22 december 1904

  • 26 december 1904

  • 29 december 1904