Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sirius en Siderius (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sirius en Siderius
Afbeelding van Sirius en SideriusToon afbeelding van titelpagina van Sirius en Siderius

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

Scans (9.15 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sirius en Siderius

(1980)–Frederik van Eeden–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 221]
[p. 221]

XI.

Middelerwijl zeilde de groote, witte vier-mast-schoener door de keerkringen, met Enna, Sirius en Sidérius aan boord. En op dit schip, dat geen passagiers droeg, maar enkel de ruuwe eenvoudige lieden der bemanning, beheerd door een strenge, weinig spraakzame, maar bekwame en rechtvaardige gezagvoerder, werd de schoone, in fijne witte stof gekleede moeder met haar roozige zuigeling eerst recht geëerd en gehuldigd.

Zij kreeg de beste hut, en de maare van het sterrekind, dat geluk bracht en de waereld verlossen zou, werd door de schipbreukelingen ooverge-bracht, door Sidérius bekrachtigd en door alle opvarenden gereedelijk aanvaard.

Vervuld met de kleine zorgen voor haar kind, in haar eenzaamheid getroost door het onwrikbare geloof in zijn toekomst, kende Enna geen onrust of verveeling. De klare, eentoonige dagen in de passaatstreeken reiden zich aan elkander in glans-

[pagina 222]
[p. 222]

rijke pracht, als groote, volkoomen gelijke paerlen aan een snoer. Zuiver was de dag, van het eerste ontwaken door des kindekens kreeten, tot het stille rustuur des avonds op 't achterdek met de steeds eeven diep genooten schoonheids-laving van den zonsondergang. De weinige woorden, in den langen dag gesprooken, over zee en schip, over vaart en weeder, hadden allen in zich de kracht der vriendelijke gezindheid en misten de valschheid van het overboodige.

En nooit nog had de schipper zijn vaartuig in het wilde stormgebied van Vuurland gewaagd met een zoo vertrouwensvolle bemanning. De orkaanen spaarden hen niet en dagen en nachten achtereen moesten de mans in oliepak en laarzen zwoegen tot behoud van 't schip. Toch ging er geen dag voorbij, zonder dat Enna een kort moment vond om zich met haar sterrekind aan dek te vertoonen en den afgetobden den steun te geeven van haar vriendelijken blik en bemoedigend woord. Bij de waterbergen die de orkaan daar opjoeg, geleeken de Atlantische golven maar kleine heuvels en in de dalen tusschen hen gleed de groote schoener weg als een zwemmende meeuw. Toen op een nacht twee booten waren weggeslagen, zeide Enna: ‘dat bewijst dat we hen niet noodig hebben,’ en niemand twijfelde

[pagina 223]
[p. 223]

aan haar woord. De matroos die door een zee tegen de verschansing werd geslingerd en zijn voet brak, beklaagde zich niet, want hij genoot weeken lang, de zeegen van Enna's zorgvolle verpleeging.

In den kommer om haar man vond zij verligting door het bijzijn van den rustigen, sterken gezel die haar en haar kind als hulp scheen te zijn toegevoegd. Lange gesprekken voerde zij niet met Sidérius, want hij was een man van weinig woorden. Maar als hij haar verzeekerde dat de sloep wel opgepikt zou zijn, daar zij in een heirbaan lag der groote schepen en de lucht spoedig was opgeklaard, dan was dat voor Enna als een stellig bericht, en zij wist ook zonder woord van anderen dat al wat geschiedde zoo weezen moest en het best was voor haar kind.

Ook berustte zij erin, dat zij Taede niet in haar droomen gewaar werd. Zij droomde wel vaak van hem maar op de gewoone bedriegelijke wijze, niet met het besef, zooals zij dat somtijds ondervond, dat ze werkelijk met zijn weezen verkeerde. Maar daaruit besloot zij ook dat hij nog onder de leevenden was. Ware hij gestorven dan zou hij het haar wel doen weeten.

 

Toen kwamen de eentoonige, straffe, heete

[pagina 224]
[p. 224]

dagen om den equator in den zonneschijn-gordel van den stillen oceaan, en na een avontuurlooze vaart van drie maanden, waarin haar jongen opbloeide als een roozeknop, zagen zij op een klaren avond de roodvergulde kusten van Californië en betrad zij eindelijk dat land van blaauwen hemel en frissche wind, met de schitterende sterrenachten.

Zij begreep het toen als heilige bedoeling dat haar kind dáár moest opgroeien en zij zocht en vond er een wijze van duurzaam verblijf. Wellicht verneemen wij nog eenmaal hoe het haar en Sirius daar verging.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken