Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het sonnet (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het sonnet
Afbeelding van Het sonnetToon afbeelding van titelpagina van Het sonnet

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.36 MB)

Scans (1.76 MB)

ebook (2.86 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie
toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het sonnet

(1884)–Frederik van Eeden–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

[Woord vooraf]

Een enkel woord ter inleiding van mijn eersteling schijnt mij niet overbodig. Vooral daar mij gebleken is dat mijn bedoeling, zij 't dan ook door eigen schuld, niet altijd goed wordt begrepen.

Van der Pluim, de grootste steen des aanstoots, is misschien ook de zwakste figuur. Wie hem echter alleen als kapstok voor hatelijkheden beschouwt, vergist zich. Hij moet de type voorstellen van personen, - zooals ik er vaak ontmoet heb, die gaarne hun eigen stem hooren en vermaak scheppen in hun eigen welbespraaktheid; die uit zucht naar geestigheid zich zelven en hun vak bespotten; die schermen met groote woorden en kunstige of gezochte rhetorische wendingen, doch wier battonnades gewoonlijk vrij onschadelijk zijn.

Daar ik echter reeds hier en daar een pijnlijk gelaat gezien en een booze schreeuw gehoord heb, vermoed ik dat hij bij ongeluk raak heeft geslagen. Nu, daarvoor zal ik geen verontschuldiging verzoeken.

Het spijt mij, dat Eugéne, om de intrige te verduidelijken een ‘Jonker’ moest zijn. Ik heb daar volstrekt geen bedoeling mede.

[pagina 6]
[p. 6]

Zijn prototype komt misschien nog meer onder niet-adelijken voor.

Bovendien moet ik mij ten sterkste verzetten tegen de ongelukkige gewoonte om in elk persoon een portret te zoeken. Men vraagt mij dikwijls met een geheimzinnig gebaar: ‘zeg eens, bedoel je die niet? Ontken ik, dan is de vrager teleurgesteld, verklaar ik hemzelven te bedoelen, dan wordt hij boos.

Naar mijne meening moet in een satire geen portret voorkomen. Daarmede treft men slechts één persoon en amuseert de menigte ten zijnen koste. Wanneer men echter een gebrek, dat duizenden gemeen hebben, belichaamt en openlijk aan de kaak stelt, dan kwetst men niemand en treft toch allen.

Mijn personen maken geen aanspraak op den naam van levende menschen. Het teekenen van een mensch in al zijn veelzijdigheid is, naar mijne meening, niet voor de satire, zelfs niet voor het drama weggelegd. Zoolang de tooneelschrijver rekening moet houden met een ongeduldig, naar levendige emoties en sterk gekleurde tooneelen hunkerend schouwburg-publiek, moet hij zich bepalen tot het belichamen van een enkelen karaktertrek of het scheppen van een type, de fijnere zielsstudie daarentegen aan den romanschrijver overlaten.

Zelfs de personen van den grooten Molière zullen wel nimmer een volmaakt evenbeeld in de werkelijkheid gevonden hebben en toch hebben zij de onsterfelijkheid verworven.

Maar mijne bedoeling is wel, dat de woorden en handelingen van de ten tooneele gevoerde wezens overeenkomen met die, welke wij dagelijksch om ons opmerken.

[pagina 7]
[p. 7]

Vreemd genoeg, in één stad heeft men hun bestaanbaarheid terstond erkend, in een andere beslist tegengesproken. Ik weet niet welke conclusie ik hieruit trekken moet.

De journalistiek heeft zich als mijn voornaamste mikpunt beschouwd. Zij heeft hierin ongelijk, hoewel zij zulk een krachtig en onontbeerlijk element in onze maatschappij uitmaakt, dat op haar mogelijke ontaarding, al is die nog zeer ver, de aandacht wel gevestigd mag blijven. Ik trachtte echter een kwaad aan te wijzen, dat overal bestaat en in veel ruimer kringen dan de litterarische welig tiert. Het is het oordeelen met aanzien des persoons. Het eerst vragen: wie is het? en daarna: wat is het? Weinigen hebben daarop gelet. Ligt dat aan mijn zwakke krachten? of aan de verregaande alledaagschheid van die kwaal, die niemand er nog iets bizonders in doet zien?

Ten slotte betuig ik hierbij mijnen dank aan den heer H.J. Schimmel, door wiens toedoen ik het te danken heb, dat mijn werk door hat Nederlandsch Tooneel zoo voortreffelijk vertolkt is. Weinige dagen voor de opvoering schreef hij mij o.a.:

‘Uw stuk is een eersteling, waarvan de opvoering door mij is doorgedreven, vooral op grond dat één voorstelling een jeugdig auteur meer baat dan urenlange discussies over de theorie van het drama. Kan een gewone schouwburgdirectie die betalende wil blijven en voor zich zelve iets wil overhouden, zich de weelde van zulk een les niet veroorloven, ‘het Nederlandsch Tooneel’ kan dat van tijd tot tijd wel eens doen. Maar zoo ge denkt, dat

[pagina 8]
[p. 8]

deze les ook aan de Vereeniging het Ned. Tooneel geen geld kost, dan vergist ge u zeer.’

Men ziet, niet alleen aan den heer Schimmel maar ook aan het Nederlandsch Tooneel heb ik groote verplichtingen. Moge de opvoering van vele geldgevende stukken haar spoedig de opofferingen vergoeden, die zij zich voor het geven van deze les getroost heeft.

 

F.v.E.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken