Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Louteringen (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Louteringen
Afbeelding van LouteringenToon afbeelding van titelpagina van Louteringen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.27 MB)

Scans (1.65 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Louteringen

(1927)–Jan H. Eekhout–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

Christofoor

 
‘- En toen ik 't knaapje dan ten schouder hief
 
Zong daar opeens een zachte nachtegaal
 
In 't struikgewas zijn teeder Godsverhaal...
 
Ik dacht: nooit droeg ik eer een last zóó lief!
 
 
 
Een jonge maan steeg boven 't ommeland -,
 
En wijl ik licht en blijde henenschreed,
 
Zag 'k hoe ons beider schaduw rekkend gleed
 
Ter trage glooiïng naar den waterkant.
 
 
 
't Riet ruischte uiteen..., de schaduw ging ons vóór...
 
Hooger en hooger 't vloeiend water rees -
 
Vol zilveren sterbloei! - en ik lachte en wees
 
Hoe 't was als waadden wij den hemel door!
 
 
 
Hel wederlachte 't kind, of sprong kristal
 
Aan duizend scherven in de zuivere lucht,
 
En, plots, ik wankte en beefde, zeer beducht,
 
Want 't werd mij vreemd als torste ik gansch 't Heelal...
 
 
 
't Lijf krommend plantte ik de zolen vast
 
Ten gladden bodem; 'k hijgde lijk een dier
 
Na eind'loos smartelijke tochten schier
 
Bezwijkend onder martelenden last.
 
 
[pagina 38]
[p. 38]
 
Ik kreet: Wie zijt ge?... geef mij antwoord toch!...
 
Dringender kreet ik en tot driemaal toe.
 
Toen sprak de knaap mij, stil en innig: “Hoe,
 
Herkent gij Hem niet, Dien zóó lang ge zocht?...”
 
 
 
- 'k Weet verder slechts nog dit: dat 'k d'handen saâm,
 
Niets voelend meer van het onaardsch gewicht,
 
Rende door 't water als door louter licht,
 
En almaar stamelde des Christus Naam.’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken