Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gezinsuitstapjes in Nederland (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gezinsuitstapjes in Nederland
Afbeelding van Gezinsuitstapjes in NederlandToon afbeelding van titelpagina van Gezinsuitstapjes in Nederland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.83 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie
non-fictie/koloniƫn-reizen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gezinsuitstapjes in Nederland

(1966)–Leo van Egeraat–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Dagrecreatie voor het hele gezin


Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]


illustratie

19 Dagtrip naar de veenkoloniën
en de boerenburchten

Het is misschien een ongewone suggestie die ik u doe: ga met uw gezin eens een dagtrip maken naar de veenkoloniën en het Drents-Groningse grensgebied en naar de streek van de Groninger boerenburchten rond Bellingwolde. Merkwaardig, verrassend en fascinerend zijn de etiketten die ik op deze gebieden zou willen plakken. Uw kinderen zullen wat ze hier zien niet licht vergeten. Uzelf trouwens ook niet.

Uiterst merkwaardig zijn de veenkoloniën. Sinds de zeventiende eeuw werd hier de afgraving van het veen op grote schaal ter hand genomen. Dat gebeurde eerst door particulieren (door Wildervanck bijvoorbeeld, wiens naam in een plaatsnaam voortleeft), later door de stad Groningen, die onder andere het naar haar genoemde Stadskanaal groef. De landmeter Jan Sems trok het kanaal in een rechte lijn tussen de Martinitoren en Ter Apel, waardoor meteen ook de Gronings-Drentse grens ontstond. Toen de afgravingen gereed waren, werden de gronden bemest en bleken de zo ontstane dalgronden goed geschikt voor de verbouw van fabrieksaardappelen (zelfs verwerkt in de Italiaanse macaroni). Daardoor ontstond op zijn beurt (ik noem

[pagina 107]
[p. 107]

hier de naam Scholten) een aardappelmeelindustrie, een stijfsel-, stroop-, spiritusindustrie enzovoort. Bovendien werd het stro van de boeren verwerkt tot strokarton, vooral toen Engeland hiervoor interesse kreeg (diverse fabrieken hebben nog Engelse namen) en zo werd Nederland een van de grootste strokartonproducenten ter wereld. De afvalprodukten van de industrieën worden gespuid in de kanalen en vooral rond Pekela mag u op windstille dagen uw neus wel dichthouden. Deze veenkoloniën reken ik tot de interessantste punten van het noorden, ze zijn - vind ik - een ‘moet’. U ziet eindeloze en eindeloze straten langs de kanalen, tien, twintig kilometer lange lintbebouwing in optima forma, even afschuwelijk lelijk als uiterst spectaculair. De schrijver Bordewijk noemde de streek weerzinwekkend, anderen noemen haar triest en koud-rationeel. Ze is inderdaad lelijk, maar tegelijk een attractie. Ze is interessant, veel rijker dan men op school geleerd heeft, hier en daar zelfs grootsteeds. De hele streek is afgestemd op de ruimtelijke blik, in de lengte, in de verte. Er is geen sprake van romantiek, maar wel van een haast wiskundige bekoring. En juist door een zeker tempo van rijden, met de auto dus, groeit de schijnbare monotonie van de streek uit tot iets monumentaals.

Hoe u rijden kunt om dat alles te zien? Bijvoorbeeld door te beginnen in het Drentse Borger en dan te rijden via Exlo, Exloërmond, Musselkanaal, Stadskanaal, Wildervank, Veendam, Nieuwe-Pekela, Oude-Pekela (steeds de weg door de plaatsen zelf nemen, niet de buitenom voerende wegen), naar Winschoten, een afstand van ongeveer zestig kilometer.

Op deze tocht kunt u in Borger het grootste hunnebed van ons land zien, een typisch Israëlitische begraafplaats, een museumboerderij en voor de ingang van de kerk een rooster om de duivel (of de varkens) de toegang onmogelijk te maken. Er is ook een natuurbad. In Exlo kan het u gebeuren dat u voor het moderne raadhuis (dat meer dan een miljoen heeft gekost) een kudde schapen ziet voorbijtrekken. Daarna eisen de veenkoloniën zelf al uw aandacht op. Onderweg kunt u zwemmen in Wildervank, Veendam, Pekela en Winschoten (alwaar ook een speeltuin). Tijdens deze tocht zou u eigenlijk ook het veenkoloniaal museum in Veendam moeten binnenstappen, in Nieuwe-Pekela kunt u de kinderen eventueel naar het hertenkamp laten kijken. Als u een paar van deze punten onderweg inlast, is er, zoals u bemerkt, een heel aardig tripje van te maken.

Maar bovendien kunt u dan op dezelfde dag een tweede spektakelstukje van het noorden gaan bekijken, de boerenburchten, zoals men de Groninger hofsteden wel genoemd heeft. Na de veenkoloniëntrip in Winschoten aangekomen, behoeft u daar slechts de veertig kilometer lange rondrit Winschoten - Beerta - Nieuweschans - Bellingwolde -

[pagina 108]
[p. 108]

Blijham - Winschoten te maken om deze werkelijk wonderlijke streek te zien, en desnoods kunt u al volstaan met naar Bellingwolde te rijden. In heel dit gebied groeit alles om zo te zeggen vanzelf. Hier wonen de boeren in paleizen. Boeren? Het zijn eerder technici, monteurs en economen en hun vrouwen zijn geen boerinnen, maar hebben de leiding van de administratie. Al zijn de laatste jaren de zaken wat minder goed gegaan (men zal meer moeten omschakelen op veeteelt), met deze zelfbewuste boeren hoeft men voorlopig geen medelijden te hebben. De ene boerderij is nog pronkvoller dan de andere en de erbij horende schuren lijken op kathedraalruimten. Laten we hier niet over mooipraten. Nietzsche heeft eens gezegd: ‘Gelukkig de mens die een smaak heeft, al is het een slechte.’ Laten we alleen constateren dat deze boerenpaleizen een bezienswaardigheid zijn. U let er ook wel op dat veel boerderijen van het grappige kop-hals-romp type zijn? En dat Bellingwolde ook anderszins een werkelijk móói dorp is, met zijn reeksen boerenpaleizen, zijn smaakvol ingericht Rechthuis en zijn antieke gelagkamer van hotel Reiderland?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken