Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen (1667)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen
Afbeelding van Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymenToon afbeelding van titelpagina van Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

Scans (22.01 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen

(1667)–Pieter Elsevier–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Ordonnantie voor alle Rijmers en Poëten.

Extract van een Brief geschreven uyt Parnas, noopende eenige nieuwe Ordonnantien in den Raat van Apoll, ende de Zang-Godinnen, geordonneert en besloten, doen ter tijdt expres by een vergadert.

VOor weynig dagen is alhier op den Bergh van Parnas eenigh verschii onder Apoll en de Zang Godinnen ontstaan: Apoll niet konnende verdragen, dat het Negental, de Meester speelde, ende meer gonste en

[pagina 57]
[p. 57]

genegentheydt de Juffrouwen toedroeg die eenige Poëzyen ofte andere werken in 't licht gegeven hebben, dan wijt-beroemde Dichters en Poëten, van een yegelijk gepresen, en als van de gantsche wereldt geamplecteert ende omhelst, maar gelijck deze Godinnen van het Vrouwelijcke geslacht zijn, en derhalven hare sexe favorabel, hebben zoo wel haar zaken weten te verdedigen, dat Apoll (die tot noch toe een Souverain gebiedt over haar gebruyckt hadde) evenwel genootzaakt is geweest zigh op slechte voorwaarde met haar te verdragen, ende heeft dit naarvolgende Accoordt met haar beslooten, te weten, dat Apoll als President op 't Parnas zal voor-zitten, twee stemmen in den Raadt hebben, en dienthalven d'eer van al 't gunt op den Zang-heuvel beslooten werdt, te Publiceren ende uyt te roepen: daar en tegens zal yeder Zang-Godin haare stem hebben, en Apoll zal niets vermogen te besluyten, ten zy deze ne-

[pagina 58]
[p. 58]

gen Susters haar gevoelen daar af geopenbaart, ende t'eenemaal daar in bewillight hebben: dit dan aldus beslooten zijnde, is den Raadt andermaal vergadert geweest, en heeft deze naarvolgende Articulen geordonneert, en gestatueert, ordonneert, statueert, en gebiedt wel expresselijck een yegelijck van wat qualiteyt, staat, ofte conditie hy zoude mogen zijn: deze regulen naar te komen, ende wel in acht te nemen, op poene van in onze ongenade te vallen, en grootelijcks gestraft te werden.

Ordonnantie voor Poëten.

Eerstelijck,

ALle de gene die onder getal van Rijmers en Poëten ofte andere soodanige Autheurs aangenomen werden, sullen gehouden zijn yetwes ter eere van 't Parnas, en d'Amsterdamze Schouburg op 't papier te zetten.

2. Alle de Poëten zullen gehouden zijn, dickwils in 't

[pagina 59]
[p. 59]

swart gekleet te gaan, om des te beter de graviteyt ende stadigheyt van haar Professie uyt te beelden, en de outste van haar Confraters zullen geen kanten aan beffen nog kleederen vermogen te dragen.

3. De Vrouwen die onder 't getal van fraeye Geesten gereeckent werden, en haar met de Rijm-konst bemoeyen, sullen groote eer en respect toe gedragen werden, en niemandt zal vermoogen te zeggen, dat dewijl zy Vrouwen zijn, hare schriften daarom niet krachts genoech souden hebben, ofte al te laf zijn: ter contrarie, men zal hare wercken vol geest en soetigheydt achten, en voor Prijs-weerdigh houden, schoon zy het onwaardigh waren.

4. Men verbiedt wel expresselijck alle Dichters geen Vrouwen te nemen die van de zelfde konst zijn, nochte Rijm-kundige Vrouwen, sullen geen Rijm-kundige Mannen vermooghen te Trouwen, niet alleen om

[pagina 60]
[p. 60]

alle oneenigheden weder-zijdts voor te komen: maar voornamentlijck om dat soodanige Vrouwen geen behoorlicke zorge voor haar huys-houdinge konnen dragen, also de Poëzy een gants mensch is vereyschende.

5. Desgelijks wert een yegelijk op poene van onse ongenade verboden geen kreup'le Vaerzen te maken, nochte zig te dienen van eenige woorden die in de Rijmkonst, ofte onse moederlijke taal niet gebruykelik mochte zijn. Voorts alsoo der Rijmers gevonden werden soo laatdunkende en onbeschaamt, die zig zelfs inbeelden, geen regulen meer onderworpen te zijn, en derhalven (als met authoriteyt en volmacht) van Latijnse, Franse, en andre uytheemse woorden gewoon zijn Duytsche woorden te maken: Soo ist, dat wy voorgenomen hebben sodanige onordentelickheden in 't toekomende rigoreuselijck te straffen, en by soo verre yemant naar de Publicatie deser gevonden werdt, die dese misslagen sal begaan hebben,

[pagina 61]
[p. 61]

sal in de tijt van vijf achter een volgende jaren niets vermogen te laten drukken ofte in 't licht geven: op Poene van aan eer en reputatie gestraft, en uyt het getal van Apollos Voester-kinderen uytgewist te werden.

6. Alle die gene die yets nieuws konnen inventeren of uytvinden, sullen by een ygelijk in groote estime zijn: te weten, als sulcks voor desen noyt gesien is.

7. Alle die gene die Apoll, ofte de Muze veracht, ofte tegens haar geschreven sullen hebben, sullen noyt pardon verkrijgen; maar verklaart werden, Crimenlaesae Majestatis, begaan te hebben; haar titul en waardigheyt verliezen, en van haar Confraters onwaardig geacht werden, de naam van Poëten te dragen.

8. De Poëten sullen voor geleerde en vermaarde lieden aangezien werden, gezien de groote meenichte van gequalificeerde Persoonen, die de Poëzy exerceren, beminnen en hanthaven.

[pagina 62]
[p. 62]

9. Een ygelijck wert gewaarschouwt zig te wachten, yetwes tegens de Juffrouwen te schrijven, Pasquillen op haar te maken, ofte yets diergelijcks tegen haar eere uyt te wercken: alsoo dat zelve by de Zang-Godinnen generaliter seer qualijck opgenomen werdt: derhalven seer wreede straffe daar over by haar gestatueert.

10. Men zal zoo haast een Poët, ofte ander considerabel Autheur komt te overlijden, geduurende den tijt van veertien dagen moeten rouw dragen, en des zelfs doodt met lamentable Epitaphien ofte Graf-schriften beklagen, en een yegelijk sal deze Costume in 't toekomende seer nauw dienen te observeren.

11. Alle Gouverneurs, Capiteynen, Luytenanten en Soldaten, ofte alle die geene die Rapier ofte ander geweer op zijde dragen, ende nochtans voor Poëten onder onze Broederschap aangenoomen zijn, zullen meer als onse andere Broeders ge-estimeert werden, aangezien

[pagina 63]
[p. 63]

zy machtiger zijn, diffenderende zoo wel met de Pen, als Degen de eer van haar Confraters en andere fraye Geesten.

12. De Autheurs die voor desen eenige Tonneel-spelen gemaakt hebben, en tegenwoordigh niet meer schrijven, sullen evenwel haar oude Privilegien en voorrechten behouden, en vry op 't Schouburg komen, sonder te betalen.

13. De Dichters die eenige Tonneel-spelen gerijmt hebben, en als noch met andere befigh zijn: sullen vry, sonder het ingaan te betalen, eenige van haar vrienden op 't Schouburg mogen leyden; voornamentlijck soo'er yets van haar maaksel vertoont werdt, als wanneer sy groote liberteyt sullen gebruycken.

14. Alle de geene die eenige Historien beschreven ofte de selve in onse Taal over-geset hebben, sullen mede vry op 't Schouburg komen, aangesien soodanige

[pagina 64]
[p. 64]

verstanden, de geesten der Dichters zijn opwekkende, en dikwils bequame stof geven om voor het Tonneel te arbeyden:

15. Die gene die groote lust hebben tot Wetenschappen, en vermaak scheppen in Gedichten te leesen, ofte hooren leesen, sullen mede (schoon zy zelf niet in 't licht gegeven hebben) een plaats op 't Parnas bekleden, en achter de rang der Poéten gestelt werden.

16. De Heeren Regierders van 't Schouburg, Rechters, Oordelaars, en geduurige toehoorders van de Tonneel-spelen, sullen grootelijks bedankt werden voor hare gouste, en affectie de Poëten toegedragen, haar E. namen sullen naar haar doodt in den Tempel der gedachtenisse bewaart werden, en sullen op 't Parnas de voortste plaats bekleden.

17. Niemandt sal vermogen eenige Poëzyen in 't licht te geven, ten zy de Directeurs ofte Hoofden van 't

[pagina 65]
[p. 65]

Schouburg de Copye oversien, geapprobeert en Privilegie daer op verleent hebben: werden derhalven alle Drukkers on Boekverkoopers geadverteert en gewaerschouwt geene soodanighe Gedichten te drukken noch te verkoopen, ten zy Privilegie van dito Hoofden aen den Autheur vergunt is: op Poene van confiscatie der sodanighe Boecken, en de verbeurte van vijf hondert Caroli guldens, applicabel, een derde aen den aenbrenger, een derde tot onderhout der arme en gebreckelijcke Poëten, en het resterende derde deel aen den Armen.

18. De Lied-boekjes, en andere Amoreuse deuntjes, sullen hedendaegs meer geestimeert, en beter verkocht werden, dan groote en serieuse boeken.

19. De gedichten van Kats, J.H. Krul, en van verscheyde anderen van den Ouden tijdt, sullen meer van Vrouwen, en Jonge Dochters, als van Rijm-kundige

[pagina 66]
[p. 66]

Mannen gepresen werden, zijnde de Poëzy tegenwoordig tot meerder perfectie gekomen:

20. Alle Gedichjes, Knip-vaersjes, Punt dichjes, en andere vrolijke Snakerytjes, sullen seer geestigh geacht werden, als maerde selvige van Jonge Dochters gepresen en aengenomen zijn.

21. Niemant sal onder 't getal van Parnassus-Broeders aengenomen werden, ten zy dat alreede tien duysent, ofte meer gerijmde Regels in 't vyer geworpen, ende vier riemen beschreven Papiers verbrandt heeft, zijnde de Vrouws-persoonen echter aen dese Ordonnantie niet verbonden.

22. Yder Poëet sal gehouden zijn, de geboorten-dagen van Vondel, Huygens, Vos, en andere considerabele Autheurs feestelijk te vieren, en soo lang sy in 't leven zijn juyst op dien dag te komen begroeten; werdende de gantse Rey van Parnas daer door ge-eert.

[pagina 67]
[p. 67]

23. Alle die geene die yetwes ter eeren van ymant gemaekt sal hebben, die 't selve niet is meriterende, sal den Autheur gehouden zijn 't selve Publijk te weder-roepen, op dat door sodanige schande, aen d'eene sijde, geene sodanige Lof-dichten gegeven, nochte aen d'ander sijde geen ontfangen mogen werden.

24. De Comedianten sullen voor Personen van meriten aengesien werden, mitsgaders alle die geene die aen't Schouburg zijn dependerende.

25. Alsoo de armoede, en geltzucht veel Poëten doet tegen de waerheyt spreecken, Pasquillen om gelt maecken, en eerlijcke lieden lasteren: Soo ist. Dat wy wel expresselijk geinterdiceert, en verboden hebben, interdiceren en verbieden mits desen alle Rijmers, ofte andere Schrijvers van dien aert, in 't toekomende soo godloos niet te liegen, als voor desen en tot noch toe dagelijks in swangh gaet, en om dese quade gewoonte

[pagina 68]
[p. 68]

voor te komen, en gantselijk te niet te doen: Soo doen wy een yder kondt, dat niemant voortaen onder onse Broederschap sal aengenomen werden, als de sodanige, die voor eerlijcke lieden gehouden werden, en met quade practijke sich niet en behelpen, ten eynde sodanige misslagen streckende tot groote disreputatie, en schande van alle Poëten, te niet mochte werden gedaen: en by zoo verre yemant gevonden wert, die zich door geltzucht heeft laten bewegen, om eerlijke Persoonen door Pasquillen, ofte andere Infame Gedichten aen eer en reputatie te krencken, sal voor eeuwig van 't Parnas en Schouburg gebannen werden, en niets van sijn werck mogen laten drucken, of in 't licht geven.

26. Niemant van de Poëten zal vermogen yetwes tegen sijne broeders te schrijven, ten zy generael consent daer toe verkregen heeft.

27. De Poëten tot haer jaren gekomen zijnde, en

[pagina 69]
[p. 69]

niets hebbende waer van te leven, sullen in een bequame plaets gehuysvest werden, van Kost en Dranck, Toebak en andere nootwendigheden werden versien, en sal dit Huys genaemt werden het Paleys der Vernuftigen en boven den in gank van de deur sullen dese Vaersen staen:

 
Dus zegent God de Stadt, en welvaert van den Staet,
 
Wanneer men geen Poëet ziet-bedelen op straet.

Boven de Deur van de Eet-zael dese Vaerzen.

 
Gaet in, ghy Schrandre Poëten:
 
Die honger heeft, die kan wat eten,
 
Drinkt lustig toe, en spaert geen spijs:
 
Want hier en geeft men geen accijs.

28. Niemant sal vermogen een Poëet ofte vermaert Rijmer over schult te arresteeren, veel min te doen gyzelen of vast zetten, 't zy ook waer uyt de schult soude mogen spruyten: maer den Crediteur sal gehouden

[pagina 70]
[p. 70]

zijn de Directeurs ofte Opsienders van hare Poëten-gilt albevorens daer over aen te spreken, en te verwittigen; dewelcke als dan sullen besorgen, dat sodanige Penningen werden getelt, als dito Poëet mochte schuldigh zijn; ten eynde geen Dichter de schant soude hebben, dat yemant van sijn Confraters over schult soude vast sitten. Doch alsoo'er Personen souden konnen werden gevonden, die sich te veel op dit recht verlatende, en derhalven onse weldaden misbruyckende, over al mochte schult maken, sullen de Opsienders genootsaeckt zijn neerstigh te ondersoecken, waer uyt de schult is spruytende: en by soo verre bevonden werdt 't selve sonder hoogh dringende noot geschiet te zijn, sal sodanigen Dichter naer Exigentie van saken, ten Rigoreusten werden gestraft.

29. De Poëten sullen hooger als andere Geleerden geacht werden, alsoo'er meer verstant, memory, en

[pagina 71]
[p. 71]

oeffening werdt vereyst om een Rijmer te zijn, als een History-Schryver, Translateur, ofte Oversetter.

30. Soo haest de Poëten, ofte andere diergelijcke Autheurs yetwes hebben laten drukken, en de Exemplaren albereyts werden verkocht, sullen sy de ses eerste dagen van de verkopinge festeren en sich verlusten, en tot dese onkosten sullen hare Drukkers en Boekverkopers eenigsints gehouden zijn te contribueren.

31. Men sal van nu af aen, een Plaets in yder Stadt verkiesen, in de welke een bequame Bibliotheecq, ofte Boecken-kas sal werden gestelt, meest bestaende in Poëzyen, en soo haest yets nieuws werdt gedruckt en uyt-gegeven, sal den Opsiender van dito Bibliotheecq 't selve daer in voegen, om te met een aensienlijk getal Boecken te vergaderen, en de lees-gierige geesten daer door te scherpen en op te wecken.

32: De Rijmers sullen gehouden zijn, dickwils te

[pagina 72]
[p. 72]

bestemder uur en plaetse by den anderen te komen, aldaer van de Rijm konst te spreecken, en 't gunt onder haer gemaekt weder zijds te communiceren. De af-wesende sullen naer discretie, en pro rato haer boeten betalen.

Dit dan aldus met een gemeene toe stemminge beslooten zijnde, is de Goddinne de Faam uyt last van hare Meesters bevolen, haer binnen de tijdt van drie dagen alhier te laten vinden, om dese voorsz. Articulen uyt de handt van Apoll te ontvangen, en de selvige in alle de Steden van Hollandt, en de Geunieerde Provintien te publiceren en uyt te roepen, ten eynde niemant hier van Ignorantie en kome te pretenderen.

Gegeven uyt Parnas.

Accordeert met de Principalen ende was geteekent

APOLLO.

Onder stont N.N.

[pagina 73]
[p. 73]

Siet hier al 't geene op 't Parnas deser dagen aenmerckens waerdigh is gepasseert: Soo haest wederom iets nieuws sal voor-vallen, sal in geen gebreeke blijven UE. daer van op het spoedigste deelachtigh te maken: vermits ik oordeele de vernuftige geesten daer ten hoogsten aen gelegen te zijn.

Vaerwel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken