Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen (1667)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen
Afbeelding van Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymenToon afbeelding van titelpagina van Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

Scans (22.01 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den lacchenden Apoll, uytbarstende in drollige rymen

(1667)–Pieter Elsevier–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Spiegel der Niewsgierige en Belacchelijcke courantiers.

DE Ervarentheyt stelt ons dagelcyks veele dingen voor oogen, soo aen malkanderen geschakelt zynde, dat het by na onmogelijck is, dat het eene; sonder het ander soude konnen bestaen, het welcke, om u te toonen dat waerachtig is; wy in dese Spiegel der Nieusgierige en Belacchelijcke Courantiers terstont sullen doen sien.

Haer overtollige nieusgierigheyt, lust, en begeerte tot Nouvelles ofte nieuwe Tydinge, heeft my genoot-

[pagina 124]
[p. 124]

saakt haar te noemen met de naam van Courantiers, vermits zy van de Haarlemse, Amsterdamse, en Haagse Couranten by na haar Testament maken, en zelve ('t geen te belacchen, ofte liever te beklagen is) by na zoo veel geloofs schijnen toe te schrijven: en dese Passien en swackheden soodanigh in de Zielen van veele Nieuwsgierige gedrukt zijnde, is het als onmoogelijk, te zaam Nieuwsgierig en Redelijk te zijn: de dagelijkse ondervindinge vertoont ons genoegsaam de onmoogelijckheyt, dat een Nouvellist ofte Courantier soude redelijk en ongepassioneert zijn.

Laat ons dan beginnen haar Leven en Humeuren af te beelden, en voor eerst seggen dat hare nieuwsgierigheden, en nauwkeurige vragen, haar onverdragelijk maken by die geene, die 't ongeluk hebben haar in eenige Compagnien often Geselschappen te ontmoeten; zijnde de lust van yetwes Nieuws te weten zoo groot (dat hoe weynig

[pagina 125]
[p. 125]

kennis zy aan ymandt zoude mogen hebben, echter niet nalaten konnen hem met dese woorden aan boort te komen; Mijn Heer wat hebje ons Nieuws van Daag? of wel wat hebje ons Goedts? Hoe gaat het met Spagnien en Portugael? is de Vrede gesloten? wat hnort men van den Bisschop van Munster? van Engelandt? van den Keyser? van de Lunenborgse Volckeren? en Brandenborgse Assistentie? of diergelijcke verdrietige Discoursen: en zoo men haar (gelijk het gemeenelijk gebeurt) al seyt't gunt men mochte gehoort hebben, sullen sy noch wel tienmaal vragen, of men niemendal Nieuws en heeft, even al eens of men haar te vooren niets en hadde geseyt; zoo'er by geval ymant mocht by komen, vraagtmen al het zelve, te weten, Wat hebje Nieuws? en dikwils gebeurt het dat sy door een onbeschaamde en onverdragelijcke Nieuwsgierigheyt een ander af vragen sullen 't geen sy niet en weten, noch konnen weten. Zien zy dat men haar niet meer

[pagina 126]
[p. 126]

Nieuws te zeggen heeft, en zy niet meer konnen of derven vragen, zullen zy als dan onse gedachten ondersoecken, en vragen of wy Melankolijck zyn? wat wy denken? zoekende alsoo de geheymenissen onser gedachten selfs te verspieden.

Komt haer een Lacquey ofte bekende Dienaer te gemoet, terstont vragen zy wat haer Heer doet, waer hy is, en waer hy gaet, komter een Boer in de Stadt, wat men in syn Dorp, of op het Landt seyt, en soo voorts. Sien zy by geval ymant van hare bekende van buyten in komen, flucx sullen zy met hand en vingeren na de soodanige wysen, seggende: Siet hier soodanige Persoonen? buyten twijffel sullenzy ons wat Nieuws mede gebracht hebben! of zy komenuyt den Hage, en weten meest al datter Paßeert. Komt er een Vreemdeling uyt een vreemde en ver afgelegen plaetse, zy ontsien haer niet, deselve by de mantel en schabberlack te trekken, hem in 't mid-

[pagina 127]
[p. 127]

den van haer te zetten, en soo nauwkeurig t'ondervragen, dat den armen man (niet meer wetende te antwoorden) hier en daer syn oogen slaet, practiserende op wat wyse hy sich van dese moeyelycke Courantiers sal ontslaen.

Soo het vergadering van Staten is, ende gelyck het menichmael geschiet, yetwes van importantie en groote gewichte wort gebesoigneert en verhandelt, of zoo 'er eenige veranderingen in de Stadt of Staat voorvallen, strax seggen zy, Hebick het niet geseyt dat het soo gaen soude? Siet soo spreecken zy gemeenlijck van saken van Staat, 't zijn alle Koningen, Dienaers van Staat, Raadts-Heeren. Advocaten, Capiteyns en Soldaten, en soo komt het dat wy hedensdaegs soo veel Koningen sien sonder Koninckrijcken, Dienaers van Staet sonder gesach, Raats-Heeren sonder Recht, Advocaten sonder Practijck, Capiteynen sonder Soldaten, en Soldaten sonder Dienst. Saken van

[pagina 128]
[p. 128]

Staat zijn de eenighste Subjecten van haar discoursen, 't zijn alle Geheym-schrijvers, Afgesanten, soo ordinaris als extraordinaris, Burgemeesters, Schepenen, Commissarissen, goede mannen en somtijts quade, &c. Alles schijnt door haar, en by haar uyt gewrocht te werden, te weten, by dese slag van Nouvellisten: daar zijnder, die ordinaris drie a vier Boek-winkels, Markten, halve Kerken en verscheyde andere plaatse vervullen, Als in den Haag op het Hof en de Zaal. Tot Amsterdam op den Dam, en de Boekwinkels op het Water. Tot Uytrecht op de Ganse-merkt en in den Dom onder den Orgel, doch meerendeels inde Boekwinkels, alwaar sy veeltijts heele en halve dagen, met het leesen van oude Couranten doorbrengen, als van Engelandt, Hollandt, Vrankrijk en Spanjen, en dikwils sommige tijdinge, meer als ses maanden oudt zijnde, voor wat nieuws uytstroyen, hier weten sy alle Vergaderinge, by een komste, Bruyloften en Maaltijden van Grooten en gequalifi-

[pagina 129]
[p. 129]

ceerde Persoonen, hier spreeckt men van vele Processen, en Pleydoyen, dienende somtijdts voor 't Hof, somtijdts voor den hoogen Raet. Hier appointeert, insinueert, arresteert, condemneert, defendeert appelleert, en suppliceert een yegelijck naer sijn eygen fantazye, hier geeftmen appointementen op billicke Requesten, hier pleyt, en procedeert men in 't midden van de Boekwinkels in 't aensien van haer nieusgierige spitsen, schijnende selfs de geenen te condemneren, die andersins over sijn partye behoorden te triumpheren, naer dat hare passie dan groot, ofte matich zijn.

Soo men haer eenighe Brieven, waer in yetwes vermelt werdt, of te eenige Pasquillen ofte schimp Gedichten komt te vertoonen, die zy by ongeluk, of liever door mirakele noch niet hebben gesien, versoecken en suppliceren sy ootmoedelijck, men haer Copye daer af gelieve te vergunnen, ten eynde sy 't selve aen persoonen

[pagina 130]
[p. 130]

van qualiteyt hare seer speciale vrienden mochte toesenden, niet af-latende van 't bidden, en hare beden met beloften vermengende, voor en al eer sy op d'een of d'ander wijse zijn vergenoegt. So men by geval yets nieuws komt te beloven, en men in gebreke blijft de beloften naer te komen, sullen sy haer niet schamen (op wat tijdt, plaets, of gelegentheyt het soude mogen zijn) het beloofde af te eyschen, en ons soo lang te vragen, tot dat wy eyndelijck (hare onverdragelijcke smeeckinge moede zijnde) haer met het een of 't ander al was 't een leugen hebben gepaeyt.

Soo haest sy in eenige vergaderinge, ofte geselschappen gekomen zijn, terstont verhalen, of vragen sy naer wat Nieuws, breeckende alsoo door haer belacchelijcke nieuwsgierigheyt veeltijts een nuttiger, en veel aengenamer discours, van het een op het ander, en van den Os op den Ezel loopende.

[pagina 131]
[p. 131]

Sien sy drie a vier persoonen malkanderen met zoete discoursen onderhouden, ontsien zy haer niet soetjes achter de selve als verspieders te luysteren, de ooren als een Winthont op stekende, en soo'er yetwes near haer zin gepraet wert, als dan onbeleeft en onbeschaemt haer tusschen die eerlijcke lieden in te voegen. Gebeurt het dat men haer yets nieuws zeyt dat sy al-bereyts hebben gehoort, flux nemen sy het woordt anderen uyt de mont, vervolgende 't gunt sy alreede gehoort hadden, sonder aen anderen tijdt te geven te voleyndigen, 't geen sy te vorens aengevangen hadde te verhalen.

En om hare Nouvelles voor gheloofweerdigh by een yder te houden, seggen sy meerendeels 't geen sy weten van Personen van aensien gehoort te hebben, en van goeder handt onderrecht te zijn, en door dese middel soecken veel Nouvellisten of Courantiers veele d'oogen te blindtdoecken, en van haer te doen gevoelen, dat sy by na by

[pagina 132]
[p. 132]

al de menschen verkeeren, en voornamentlijck by groote Personagien toeganck hebben, en derhalven meer als andere geloofweerdig. Soo haest sy ons iets nieuws verhalen, assureren en versekeren sy ons wel hondert mael, (dat het geen sy seggen) waerachtigh is, dat sy 't hebben van persoonen van Conditie, dat het noch niemant als haer bekent is: Maer sy dencken niet, dat terwijlen sy ons dese Nouvelles mede deelen, dat wy misschien de honderste op eenen dag zijn, aen de welcke sy al het selfde hebben geseyt, en dat (dese hondert het selfde gedistribueert hebbende) de voorsz. Nouvelles algemeen, en over al bekent zijn, eer sy ons ter ooren komen.

Terstont hebt gy gesien dat hare vergaderinge meest in Kercken onder den Orgel, en in verscheyde Boekewinkels gehouden wierden: doch behalven dese, hebben sy veeltijds hare by een komste op de Marckten, hoecken van Straten, en op soodanige plaetsen daer sich veel Volcks ontmoet en

[pagina 133]
[p. 133]

groote passagieis, alwaer men de respective Courantiers siet presideren en voorsitten in het midden van een groot getal Toehoorders, dewelcke als met open mont, en ooren naer de fabuleuse tydingen van dese Courantiers, schijnen te gapen. Op dese plaetsen is het, Beminde Leser! daer soo wel (als in de Raethuysen,) werdt raedt gepleegt; hier weet men alle by een komsten, Bruyloften, Maeltijden, Begraeffenis en Uytvaert der Grooten, hier stelt men ordre op de rang, en op het luyden van de Klock ter eere van de Overledenen, en alhier wert het Ampt van d'af gestorvene in sijn leven bedient; aen dese en geene gegeven, en van alles naer de fantazye deser Nieuwsgierige Courantiers gedisponeert: de Ceremonie en Stacy gedaen zijnde, weet men hier datelijk wat ordentlijck of onordentlijck, wat wel of qualijck was aengeleyt, en fin hier weet men alles wat in het vieren van eenige Stacy te prijsen of te laecken is. 't Is in dese by een

[pagina 134]
[p. 134]

komste, daer men Keyser en Koningen uyt huwelijckt aen dese of gene Princesse oft Dame. Hier spreekt men van Velt-slagen en Battallie, van het in nemen van een Stadt, 't zy met accort, stormenderhandt, ofte entreprise, hier maekt men Vrede, en verklaert men Oorlog, 't zijn dese Courantiers die by na aen haer Postuur schijnen gereet te zijn, die geene slag te leveren, die tegens haer sich stellen, en niet van haer gevoelen zijn: 't is een ongemeen vermaeck dese Courantiers tegen te spreeken, en somtijts in haer vaer-water te sitten, als dan siet men, met wat Posturen en belacchelijcke Actien, sy hare wel-spreeckentheyt weten op te proncken, het wel en qualijck varen van ons lieve Vaderlandt, schijnt men aen haer heele trony te konnen sien, zoo gevoelig zijn sy beminde Leser! in de schade van ons Landt! ha! belacchelijche Nouvellisten! wiens lichaem alsoo weynigh (op eene plaets kan zijn) als haer geest? sy verlaten meenichmael hare toehoor-

[pagina 135]
[p. 135]

ders en geselschap, seggende noch goeden avont noch goeden dagh, noch het een nochte het ander, maer voegen haer (sonder een woort te spreken) op nieuw by andere, op d'een of d'andere hoek van de straet, ofte ter plaetse, daer sy wederom yets nieuws duncken te hooren. Onder de nieusgierige Courantiers zijnder verscheyde, die haer speculatie en vermaek hebben, met Pasquillen en blauwe boekjes te loopen, en de selve over al bedektelijk te laten sien; strydende teghens de hedendaeghse Regeeringe, somtijts in faveur van sijn Hoogheyt den Prince van Orangien, somtijts tot verachtinge van den Raat-Pensionaris, ofte tegen die genen, die als dan, door de ingenomen passie van dese onnoosle Courantiers werden verdacht gehouden, en van welkers verstant, gesach, en welvaren sy jalours zijn: 't belacchelijckste hier van, is dat sy veel vroome Patriotten (wien het welvaren van desen Staet grootelijcks ter harten gaet) zullen ver-

[pagina 136]
[p. 136]

werpen, en op haer Maxime van Regeeringe (zonder eenige reden) vuur en vlam sullen schijnen te spouwen.

Andere Nouvellisten en Courantiers zijnder, die haer tydt verspillen, met korte verhaelen, en beschryvinge van gedenkwaerdige saken, in haer tijdt voorgevallen, op te soecken, als van d Opkomst van Cromwel, Stuaerts Val, Van de Koninginne Christina op het overgeven van haer Rijck aen haer Neef. De Ballingschap en herstellinge van Carel de II de assistentie van de Nederlanders aen de Croon van Denemarcken, en op de doot van den Koning van Sweden, en diergelijcke remarkable geschiedenissen deser eeuwe, en dese slagh van Courantiers soude niet te misprijsen zijn, ten ware het Exces, ende verscheyde leugens, waer mede zy alle dinghen soecken te vercieren, haer alsoo belacchelijck maeckten als de voor gaende.

Onder alle de Courantiers zijn de stoutste, onbeschaemste, en slimste dese naervolgende, die alsoo haest

[pagina 137]
[p. 137]

zy eenig nieuws hebben gehoort, terstont 't selve met soodanige omstandigheden, en schijnbare reden zullen weten te veranderen, dat zy selfs die geene daer zy 't eerst van verstaen hadden, met het selfde nieuws sullen abuseren en bedriegen; zoo dat een waere tydinge, in een fabuleuse haest verandert door de groote assurantie van dese Courantiers, wetende haer backhuys soo statich te trecken, dat haer gantse wesen getuygen schijnt te zijn van alle haere woorden, en door dese slach van Courantiers werden dickwils de gauwste en minst-geloovige bedrogen, ende wat voornemen men somtijdts neemt, de selve niet te sullen gelooven, wert men niet te min meenighmael door de aerdigheyt waer mede sy ('t gunt sy ons willen wijs maeken, weten op te proncken) daer toe als genootsaeckt; soo dat dese statige by die somtijdts zijn gesien als Oraculen, by dese als groote en onbeschaemde leugenaers by die wederom als luyden van verstant, by

[pagina 138]
[p. 138]

dese als verwaende Staetkundige Gecken, en dit laetste ver trouwe het waerachtighste te zijn: Andere Courantiers vint men wederom, die met haer drie a vier, vijf a ses by malkanderen zijnde, in korten tijdt de werelt weten door te reysen, van vreemde Princen en Vorsten, en de geheymenisse van haer Policye te spreken; en haer te verwonderen over haere maxime van staet, zo dat zy meenigmael disputeren, vragen, examineren verwonderen, veroordeelen, en alle te gelijk sprekende, malkanderen de ooren soo warm maken dat zy eyndelijck, (om den een en d'ander te verstaen) dik wils genootsaeckt zijn alle te gelijck stil te swijgen: meenighmael hitsen sy malkanderen op, en hieten malkander liegen, waer door de twist en kyvagie schijnt grooter te worden: maer selden siet mende selve met vuyst slagen verselt, alsoo met de tong afleggende het geene de handen, of liever het hart niet soude konnen doen; so dat selden scheyts-lieden daer by werden versocht.

[pagina 139]
[p. 139]

Laet ons, beminde Leser! eer wy eyndigen het overige van haer leven, en humeuren, U E. voor oogen stellen, en daer door doen sien hoe onbeleeft hare overtollige nieuwsgierigheyt haer gemaeckt heeft.

Dickwils hebbe ick aengemerckt, dat sy op publijcke plaetsen met malkander in 't ront staende, en van meenschte van haer vrienden en bekenden gegroet zijnde, noyt wederom en hebben gesaluteert, nimmer sien sy naer de gaende, komende, en voor by gaende Persoonen, en meenichmael gebeurt het, dat hare respective Overheden ongegroet haer voor by passeeren, soo zijn sy (in 't aenhooren van hare dagelijckse Nouvelles) op getoogen; en het schijnt dat dese quade ghewoonte seer stricktelijck by haer werdt geobserveert, ten eynde sy (in het wenschen van goeden dagh of avont, en het ontdekken van haer hoofden) daer door in hare discoursen niet en mochte werden gestoort. Soo ymant moch-

[pagina 140]
[p. 140]

te twijffelen aen al het geene hier boven van de Niieus gierige Courantiers geseyt is, die gelieve eens nauwkeurig 't selve in acht te slaen, hy sal bevinden, dat dit niet alleen waerachtig is: maer dat'er noch verscheyde andere Nouvellisten werden gevonden, die groot en intrest en belang schijnen te hebben in Stads gebouwen, en Particuliere timmeraedje, en naer langh van de lengte, breette, dickte en smalte gediscoureert, en haer advys dan gegeven te hebben, wederom op nieuw beginnen te vragen, Wat hebje nieuws? Schoon sy 't selve albevoorens tienmael hadden gevraegt.

't Zijn alle Fabryken, en manqueeren nimmer haer ter plaetse daer getimmert wert te laten vinden; meer om yets nieuws te hooren, of te doe hooren, als wel ten regarde van de timmeraedje, en sullen liever eenige tydinge versinnen, 't zy dan van wat natuur de selve soude mogen zijn, dan Nouvelles gebreck te hebben, soo dat

[pagina 141]
[p. 141]

sy niet alleen (om haer nieusgierigheyt te voldoen) wat nieuws willen weten: maer oock het vermaeck soecken te hebben van self aen andere yetwes nieuws mede te deelen, en hier door komt het, dat soodanige Persoonen d'onbequaemste van de weerelt zijn, om yetwes geheym en secreet te houden.

Noch anderen zijnder, die soo haest haer een curieus en aerdig vaers in Rijm ghetoont werdt, van huys tot huys, van winkel tot winkel, pen en papier sullen versoecken, ten eynde sy 't selve mochte copieren: doch veele zijnder die de nieuwsgierigheyt ghenoechsaem heeft gestraft, en die alles willende weten, en ondersoecken, dikwils ('t gunt sy niet en sochten) gevonden hebben.

Onder alle dese Nouvellisten of Courantiers, zijn de snaakse ende kortswijlige, wel de vermaeckelijckste en aengenaemste; gesien haer aerdige swier en boerterye,

[pagina 142]
[p. 142]

waer mede sy hare vertellingen, en nieuwe tijdinge weten te vercieren, waer door de toehoorders wonderlijck gediverteert, ende vermaeckt werden: haer boerteryen dan aengenaem sijnde, sijn oock hare Nouvelles aengenaem, en zijn soo veel nuttiger in dese Eeuw, als d'andere Courantiers schadelijker zijn.

Het getal dan van de Courantiers soo groot zijnde, en dagelijcks meer en meer aengroejende, sal men haest in ee gewoonte komen, van dese twee a drie verdrietige woorden te vragen, te weten, watnieuws? Weetje niemendal nieuws? In de plaetse van dese woorden van affectie en genegentheyt. Hoe vaert ghy al? of hoe staet het met u gesontheyt? Vele zijnder die niet anders soude willen wenschen, vermits sy somtijts in andere gheselschappen komende, en geseyt hebbende hoe vaerje al? dick wils ten eynde discours en zijn, niet wetende hoe sy anders beginnen sullen, als wat nieuws hebje ons? soo

[pagina 143]
[p. 143]

dat het een sonder 't ander ten minste niet soude gaen: Hier soud men noch konnen by voegen, datter hedendaegs veel Persoonen van qualiteyt gevonden werden, dese Nouvellisten mede ten deele (hoe wel niet in alles) naervolgende: ende meer doende als haer qualiteyt, en conditie toelaet, soo wel (als d'andere Courantiers, by lieden van kennis en oordeel belacchelijck zijn.

Siet hier dan de Spiegel der Nieuwsgierige Courantiers, wat effecten en mallicheden de selve heeft beginnen voort te brengen: en men soude mijns oordeels konnen seggen, dat de veelheyt der veranderingen, en gedenckwaerdige gheschiedenissen in onse Eeuw voorgevallen, als mede 't getal van fraje geesten daer in levende, eenigsins oorsaek zijn, dat dese tegenwoordige tijden meer van sodanige soorte van nieuwsgierige, als wel de voorgaende versien zijn.

UYT.

P.E.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken