Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen (1738)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen
Afbeelding van Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnenToon afbeelding van titelpagina van Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.04 MB)

ebook (20.37 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gezangen, of het vrolyk gezelschap der negen zanggodinnen

(1738)–Jan van Elsland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 263]
[p. 263]

Wonderbaar nieuw,
In de Historiale Courant, van den 16, 18 en 20 October Ao. 1736.

Stem: De Harderwykse Studente Marsch.



illustratie

 
Weer wat nieuws en wat raars in onse Stoori Crant,
 
een wonder boven wonder voor't verstand,
 
Hoe een Boer, afgestorven in 't ser-viesche distrikt,
 
by zyn Zoon des nagts nog heeft gebikt:
 
want zyn maag bleef even graag.
 
In der daat 't was een vraat van vier-en-sestig Jaar,
[pagina 264]
[p. 264]


illustratie

 
Die na zyn dood (sakkerloot dat 's sonderling en raar!)
 
door zyn kist (zoo men gist,) nog het bloet,
 
uit den mens, zoog in zyn doode pen - - - - s,
 
Na zyne lust en wens.
 
't Was een Bloedzuigend beest,lang geweest;
 
want in 't graf trok hy straf vlees en bloed,
 
van d' aard uit veele menschen af;
[pagina 265]
[p. 265]


illustratie

 
tot een priem, of een fliem, hem in zyn bast wierd gepast,
 
En zoo raakten die van Pier van hier,
 
gants verbant geheel van kant.
 
2.
 
Daar is een Officier van 't Keizerlyk (misschien,)
 
Schryft dat hy dit Mirakel heeft gezien,
 
In het Dorp Kisilova, net drie myl van de Stad.
 
'k Meen Gradisco, (dat je 't wel bevat,
 
En cordaat
 
Seer wel verstaat.)
 
Ja dees Officier reed me derwaarts heen te paard,
 
Zoo dra hy hoord
 
Dat 'er voort
 
De Henker zich toe klaard,
 
Om deez' Loer
 
Van een Boer,
 
(Die men, bloozend en blond,
 
Nog fris en wel gezond,
 
Zyn adem haalend vond,)
 
Het gezuig en gelurk,
 
Van dien schurk,
 
Met zyn smuil,
 
In zyn kuil
[pagina 266]
[p. 266]
 
Te beletten aan dien druiloor of dien uil;
 
Want hy kreeg,
 
Wel ter deeg,
 
Een Ysre pen,
 
Die Jan hen,
 
Zoo dat hy nooit aan zyn pram,
 
Meer quam,
 
Of geen slok
 
geheel meer trok.
 
3.
 
Nu brengt dit Fabuleus en dollemans verhaal,
 
Hier aan geleerde Moffen menigmaal,
 
Kracht van stof, om te toonen dat men meer van dat soort
 
Van bloedzuigerye heeft gehoord,
 
Want het is
 
Nu klaar gewis
 
Ja dat nu d' Universityten in Duitsland,
 
En d' Accadee-
 
miën mee,
 
Met hun hoogwys verstand,
 
Meer dan ooit,
 
(Of wel nooit)
 
Heeft gedaverd daar van,
 
Want elk geletterd man
 
Hing 't zegel meê hier an,
 
In 't Hoogduits en Latyn,
 
Als een Swyn,
 
En in 't frans,
 
Als een gans,
 
Schreevenze ider om de prys en roozekrans,
 
Tot een blyk
 
Van dit lyk,
 
En zyn bloeddor-
 
stige borst,
[pagina 267]
[p. 267]
 
Ja de Delfsche Courantier,
 
Schynt hier
 
Meê in dat
 
Bevat zoo wat.
 
 
 
4.
 
Hoor hier hoe dat dien Delvenaar nu redineert,
 
Op dit geval, dan regt, dan weer verkeert;
 
Men zou dwaaselyk doen, indien men dit gantsch verhaal
 
Glad ontkennen wilden t'eenemaal
 
Maar waarom?
 
Dat men daarom,
 
Hier zoo veel nu by een getuigen, al den brui
 
Van goed fatsoen
 
Zich op doen,
 
Hier by geloofbaar lui;
 
't Klinkt zoo voort
 
Zoo 't behoort
 
Dit geval, dus verspreid,
 
Gelooft elk (zo men zeid)
 
Ja zonder haat of neid.
 
Maar een weinig daar naar
 
Stelt hy klaar
 
En gewis,
 
(Alles mis,)
 
Dat dit bloedgezuig geheel inbeelding is:
 
Maar het kwaad
 
Dat die daad
 
Veroorzaakt, hout
 
En vertrouwt
 
Hy een wezentlyke zaak.
 
(Dat 's raak!)
 
Maar 't beregt
 
Is nu zeer slegt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 16 oktober 1736

  • 18 oktober 1736

  • 20 oktober 1736


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank