Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het refrein in de Nederlanden tot 1600 (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het refrein in de Nederlanden tot 1600
Afbeelding van Het refrein in de Nederlanden tot 1600Toon afbeelding van titelpagina van Het refrein in de Nederlanden tot 1600

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.62 MB)

XML (1.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het refrein in de Nederlanden tot 1600

(1953)–A. van Elslander–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Woord vooraf

Toen Prof. Dr F. Baur ons - jaren geleden - de behandeling van dit onderwerp toevertrouwde, verwees hij ons onder meer naar de bladzijden, door Prof. Dr J. Van Mierlo S.J. in de Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden (1e uitgave), d. 2, bladz. 272 aan de Refreinen en andere Gedichten gewijd, meer bepaald naar bladz. 299, waar de bekende specialist van onze Middelnederlandse letterkunde het betreurt dat de Refreinliteratuur nog niet stelselmatig werd onderzocht.

Inderdaad, terwijl we voor het lied in de Middeleeuwen beschikken over de voortreffelijke werken van G. Kalff, Fl. Van Duyse en J.A.N. Knuttel, laat het ontbreken van een dergelijke studie over het Refrein zich als een werkelijke leemte voelen, die wel vooral op rekening kan worden gebracht van het nog enigszins nawerkende wantrouwen, dat vóór een dertigtal jaren vrij algemeen was en de Rederijkersliteratuur in haar geheel - en dus ook het Refrein als één van haar meest typische uitdrukkingsvormen - heeft gegolden. Dat hierin verandering is gekomen, kan ten dele worden toegeschreven aan het belangwekkende, bezadigde en daarom juist zo overtuigende artikel van J.A.N. Knuttel, Rederijkers Eerherstel, in De Gids, 1910, d. 1, bladz. 433.

Bij een eerste kennismaking met hetgeen sedert een honderdtal jaren in zake Refreinstudie was gepresteerd bleek weldra dat de oogst eerder schraal was en dan nog in hoofdzaak bestond uit kleine bijdragen, zowat overal in tijdschriften verspreid, of uit de nu eens vrij algemeen gehouden dan weer nogal brokkelige behandeling van de grote literatuurgeschiedenissen. Niet enkel waren bij de bespreking van den inhoud slechts een klein aantal bundels betrokken geworden, maar de studie van den vorm bleef bijna volledig verwaarloosd tot C. Kruyskamp er in 1940 de aandacht op vestigde. Tot dan toe hadden de handboeken er zich meestal bij bepaald enkele kenmerken op te geven, aan de Const van Rethoriken ontleend, en volledig verwaarloosd het gebruik van de dichters zelf na te gaan.

[pagina VI]
[p. VI]

Het voornaamste verwijt dat bijna alle vroegere onderzoekers treft ligt hierin dat ze bij hun behandeling van het Refrein te veel belang hebben gehecht aan de figuren van M. De Castelein en Anna Bijns. De ene werd beschouwd als de meest kenschetsende, de andere als de meest talentvolle vertegenwoordig(st)er van de Rederijkersliteratuur, een zienswijze die slechts ten dele aan de werkelijkheid beantwoordt. Zo ontstond dan de hele polemiek rondom Anna Bijns, die toch ook haar goede kanten heeft gehad, doordat zij - na den herdruk van haar Refreinen in 1875 door A. Bogaers en W.L. Van Helten - heeft geleid tot de uitgave van de stukken uit de twee verzamelbundels van Enghelbrecht vander Donckt door W.J.A. Jonckbloet-W.L. Van Helten (1886) en E. Soens (1900).

Daarnaast stonden nog volgende Refreinenbundels uit de XVIe eeuw door uitgaven of herdrukken binnen ons onmiddellijk bereik: de Politieke Balladen, Refereinen, Liederen en Spotgedichten der XVIe eeuw, gepubliceerd door Ph. Blommaert in 1847, de producten van het Refreinfeest te Gent in 1539, herdrukt door J.F.J. Heremans in 1877, de Refreinenbundel van Jan De Bruyne, uitgegeven door K. Ruelens (1879-1881), de Refreinenbundel van Jan van Styevoort door Fred. Lyna en W. Van Eeghem (1929-1930), met enkele hoogst belangwekkende bladzijden Toelichting, de Refreinenbundel van Jan van Doesborch door C. Kruyskamp, voorafgegaan van een merkwaardige Inleiding, en verder nog enkele kleine verzamelingen, alles samen echter slechts een gering gedeelte van de bewaarde Refreinenbundels uit de XVIe eeuw. Een bibliographie van deze verzamelingen, het uitgangspunt voor ieder verder onderzoek, was nooit ontworpen; L. Petit, Bibliographie der Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde, 2 d., Leiden, 1888-1910, liet ons hier helemaal in den steek en ons eerste werk zou er dan ook in bestaan in Belgische Bibliotheken - eerst na de Bevrijding konden de buitenlandse bibliotheken in ons onderzoek worden betrokken - op zoek te gaan naar nog onuitgegeven of niet herdrukte Refreinenbundels.

Het is duidelijk dat we in deze omstandigheden niet onmiddellijk konden overgaan tot het schrijven van een synthetische studie. We hebben er daarom de voorkeur aan gegeven ons bij de bewerking van onze licenciaatsverhandeling te beperken tot een bibliographie van de Refreinenbundels uit de XVIe eeuw en een onderzoek van de vormcomponenten, om daarna in onze door de Koninklijke Vlaamse Academie bekroonde studie ook de Refreinfeesten en de Refreindichters te betrekken en eerst in onze doctorale dissertatie aan den inhoud een systematische bespreking te wijden, namelijk in de kapittels: Refreinen ‘int vroede’, ‘int amoureuze’, ‘int zotte’ en Het Refrein en de Hervorming. Ondertussen werden reeds enkele van onze resultaten in tijdschriften gepubliceerd. Een deel hiervan werd met lichte wijzigingen in onzen tekst opgenomen.

[pagina VII]
[p. VII]

Uit onze Bibliographie achteraan moge blijken dat we van de bestaande literatuur over ons onderwerp gebruik hebben gemaakt. We wijzen in dit verband met nadruk op het groot aandeel dat de Zuidnederlandse, naast de Noordnederlandse geleerden, in de studie van het Refrein hebben gehad. Namen als J.F. Willems, Ph. Blom maert, Pr. Van Duyse, C.P. Serrure, K. Ruelens uit de vorige eeuw en L. Willems, Fred. Lyna, W. Van Eeghem, L. Van Boeckel, C. De Baere hebben een goeden klank naast die van G.D.J. Schotel, W.J.A. Jonckbloet, W.L. Van Helten, G. Kalff, C.G.N. de Vooys, Fr. Kossmann en C. Kruyskamp. We zijn hun dan ook heel wat verschuldigd. We hebben ons eveneens het voortreffelijk werk, dat op het gebied van de Franse literatuur werd geleverd, meer bepaald over de geschiedenis van de Franse Ballade, ten nutte gemaakt. Deze werken werden in een afzonderlijke lijst ondergebracht. Als Bijlage werd een lijst opgenomen van Refreinfeesten en Refreinenbundels na 1600.

Bij het bewerken van deze verhandeling zijn we er steeds meer van overtuigd geraakt dat een objectieve en billijke beoordeling van de Rederijkersliteratuur eerst mogelijk zal worden wanneer we deze producten toetsen aan de literaire opvattingen van den Rederijkerstijd. We hebben dan ook het plan opgevat hieraan een afzonderlijke studie te wijden. Het materiaal dat we met het oog hierop reeds bijeenbrachten, werd echter in deze verhandeling nog niet verwerkt: we wensen ze dan ook in de eerste plaats beschouwd te zien als een studie over het genre, zowel naar den inhoud als naar den vorm, waarbij tevens gepoogd werd zijn plaats in het literaire, politieke en religieuze leven van den tijd enigszins te situeren.

Ten slotte een woord van oprechten dank en in de eerste plaats aan onzen leermeester Prof. Dr Fr. Baur, die ons de behandeling van dit zware maar vruchtbare onderwerp wilde toevertrouwen en ons al die jaren met zijn opwekkend woord en rijke ondervinding ter zijde stond; verder aan de heren professoren E. Blancquaert, Fr. De Backer, P. De Keyser, R. Foncke en F.L. Ganshof, voor hun steun met raad en daad en het belang dat ze ook na de voltooiïng van onze studiën in ons bleven stellen; aan Prof. Dr R. Apers, Hoofdbibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek te Gent, Prof. Dr Fr. Lyna, destijds Hoofdconservator van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, Dr G.I. Lieftinck, Conservator van de Handschriften van de Universiteitsbibliotheek te Leiden, den heer Wormald, Conservator van de Handschriften van het British Museum te London, Prof. Dr H. Bouchery, destijds Conservator van het Plantijnmuseum, de heren L. Baekelmans en G. Schmook, Hoofdbibliothecarissen van de Stedelijke Bibliotheek te Antwerpen, die allen onze opzoekingen ten zeerste vergemakkelijkten; aan Dr L. Goemans, Bestendigen Secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor

[pagina VIII]
[p. VIII]

Taal- en Letterkunde, die ons de toelating verleende de nalatenschap L. Willems te raadplegen, aan Prof. Dr R. Guiette, Prof. Dr J. Van Mierlo S.J., Prof. Dr E. Rombauts, Prof. Dr L. Anné, den Z.E.H. Kan. Dr Fl. Prims, Dr W. Van Eeghem, Dr C. De Baere, Dr J.J. Mak, Dr C. Kruyskamp, Dr P.J. Meertens, Dr G.J. Steenbergen, Dr R. Derolez, Dr L. Roose en Dr W. Schrickx.

Een woord van bijzonderen dank aan de Faculteit van Wijsbegeerte en Letteren van de Rijksuniversiteit te Gent, die ons in staat stelde een studiereis naar Engeland te ondernemen; aan het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek voor zijn steun tijdens de moeilijke oorlogsjaren en ook nu weer met de toekenning van een Buitengewone Beurs; en aan de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Rethoricale wercken

  • over Refreinenbundel

  • over Refereinenbundel, Anno 1524

  • over Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

  • over Tweede boeck vol schoone ende constighe refereynen

  • over Seer scoon ende suyver boeck, verclarende die mogentheyt Gods, ende Christus ghenade, over die sondighe menschen

  • over De const van rhetoriken

  • over Politieke balladen, refereinen, liederen en spotdichten der XVIe eeuw

  • over Refereinen en andere gedichten uit de XVIe eeuw


auteurs

  • over Anthonis de Roovere

  • over Jan van Doesborch

  • over Jan van Stijevoort

  • over Anna Bijns

  • over Matthijs de Castelein

  • over Anoniem Geuzenliedboek

  • over Anoniem Politieke balladen, refereinen

  • over Anoniem Refereinen en andere gedichten uit de XVIe eeuw