Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liefdeleven (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liefdeleven
Afbeelding van LiefdelevenToon afbeelding van titelpagina van Liefdeleven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.63 MB)

Scans (38.29 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liefdeleven

(1916)–Marcellus Emants–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

X.

Dat hij Trijn niet eer met een zoet lijntje verwijderd had, vond Christiaan tans een domheid; maar dat ook Anna en Dirk met hun kinderen vertrokken, deed hem meer leed dan hij Mina blijken liet. Ze beweerden wel heen te gaan, omdat ze op Heijdestein altijd met moeder samen waren geweest en 't nu minder aangenaam vonden daar moeder alle dagen te moeten missen; maar vast overtuigd, dat zij hiermee de hele waarheid zeiden, werd Christiaan niet.

En nu gans nieuw personeel te krijgen... allen weer van voren af omtrent alles te moeten inlichten... hij wist, hoe onaangenaam ook Mina dit vond. Maar tot zijn verwondering dacht zij er op eens anders over. Helemaal schoon schip maken... zelfs de arbeiders afdanken... dat kwam haar juist uitmuntend voor en zij zou de gelegenheid aangrijpen om niet alleen van dienstboden, maar ook van leveranciers te veranderen. In alles moest verandering komen; het huishouden

[pagina 181]
[p. 181]

zou op een geheel nieuwe voet worden opgezet en Christiaan zou eens zien hoeveel voordeliger zij het beheer wist te voeren dan tot nog toe Trijn had gedaan. Al de plaatselike leveranciers - zij wist 'et zeker - hadden met Trijn en Anna geheuld en geknoeid. Voortaan zou zij vlees laten komen uit Zwolle, vruchten uit Tiel, vis uit IJmuiden, groenten uit Amsterdam, brood uit Utrecht; ook het personeel moest van elders zijn, liefst van zo ver mogelik af. In Godsnaam, dacht Christiaan, de vrede in huis is me meer waard dan de goede verstandhouding met onze leveranciers. Lid van de Gemeenteraad te worden, verlangde hij toch niet. Hij kreeg zelf schik in Mina's bedrijvigheid, vond al het geschrijf, getelegrafeer, verzenden van geld, openmaken van pakjes een uitnemende bezigheid, merkte niet zonder vrees, maar toch ook met genoegen op, dat zij zich eensklaps om zijn linnengoed bekommerde, naar den Haag schreef om modellen met prijsopgaven, zeggende een dandy van hem te willen maken en begreep, wanneer hij een Sonate van Beethoven of een Waldszene van Schumann het huis hoorde doorklinken, dat Mina kalm en tevreden was.

Natuurlik beklaagden zich de dorpsleveranciers, vroegen naar redenen, beloofden alle klachten grondig te zullen onderzoeken, alle misbruiken te zullen verhelpen; maar mevrouw achtte zich aan niemand verantwoording schuldig, stond ook niemand te woord en noemde, onder vier ogen met Christiaan, al die lui bedriegers en afzetters, bewerende, dat zij anders zeker zulke zoete brood-

[pagina 182]
[p. 182]

jes niet zouden bakken. Christiaan vond de bewijsvoering zwak; maar legde er zich bij neer. Alles ging nu immers goed.

Doch op een regenavond, dat ze na het eten niet volgens gewoonte op de plaats konden rondslenteren: hij de arm om haar schouders geslagen, haar fijne vingers zachtjes strelend zijn afhangende, brede hand, lei ze plots haar roman op de tafel neer, verklarend onmogelik nog langer te kunnen lezen en vroeg ze, of hij niet eindelik genoeg had van dat onuitstaanbare krantengelees en een paar woorden met haar wilde wisselen.

‘Wel zeker, m'n kind; met genoegen. Maar dat hoef je me toch niet op zo'n verwijtende toon te vragen.’

‘Ik verwijt je niets. Hoe kan je nu zeggen, dat ik je iets verwijt?’

‘Nee... goed,’ suste hij dadelik. ‘Dat doe je ook eigenlik niet; maar waarover wou je spreken?’

Haar gezicht betrok, haar ogen begonnen donkerder te glanzen, haar bovenlip strakte even omhoog en zij herhaalde:

‘Ik verwijt je nooit iets... juist nooit. Hoe kan je zo spreken?’

Pas toen hij andermaal verklaard had alleen in haar toon - en dan zeker ten onrechte - iets verwijtends te hebben gehoord, berustte ze, plukte een ogenblik zwijgend aan haar lip - een gewoonte van de laatste, drukke dagen, die Christiaan vroeger nooit van haar opgemerkt had - en vervolgde dan bedaard:

‘Ik heb 'en plan. Maar nu moet je niet dadelik

[pagina 183]
[p. 183]

opstuiven en zeggen, dat 'et niet gaat... of dat 'et te duur is... of iets dergeliks. Als je 'et niet wilt... goed; maar zeg 'et dan kalm. We kunnen er toch over spreken. Niet waar?’

Nu verweet ze hem z'n opstuiven en wie stoof altijd 'et eerst op?

De zijdelingse aanmerking leek hem weer zo onrechtvaardig mogelik. Toch liet hij ze onweerlegd.

‘Zeker kunnen we er 'es over spreken. Waarom zouwen we dat niet kunnen?’

‘Leg dan eerst die pijp weg. Altijd in zo'n walm te moeten zitten! Hè, ik begin er van te hoesten.’

Ze hoestte werkelik en volstrekt niet gedwongen. Christiaan klopte zijn pijp uit, borg ze weg in het foedraal.

‘Ziezo. Kom nou maar met je plan voor den dag.’

't Was, of ze er geen lust meer in had. Ze sloomde op, opende een venster, keek een poos uit in de stille vergrauwing van de treurige dag, luisterde naar het getikkel in de druipende blaren, geeuwde als door verveling, slaap en melankolie ondermijnd, ging weer zitten en sloeg haar boek weer open. Christiaan wachtte zwijgend.

Tot ze weer opkeek en, andermaal aan haar lip plukkend, met iets vermoeid-berustends in haar stem, begon:

‘Ach... jij bent nu eenmaal aan 't buitenleven gewend. We zullen in deze eenzaamheid dus wel altijd blijven wonen. Enfin... als jij dat zo plezierig vindt... ik heb geen wil... dat weet je. Maar... dan zijn er toch enige dingen, die ik wel zou

[pagina 184]
[p. 184]

wensen... wensen zie je... te veranderen... die ook wel veranderd kunnen worden... als je 't wilt. Zulke schatten zal dat niet kosten.’

‘Misschien... noem maar 'es op.’

‘Al vast die twee slaapkamers. Ze liggen wel vlak naast elkaar en de deur staat altijd open; maar man en vrouw moeten toch eigenlik samen één kamer hebben. Of... vin jij dat niet? 'et Zou, dunkt me, 'en kleine moeite zijn de tussenmuur eenvoudig af te breken.’

Christiaan had een andere kijk op de zaak; maar begreep met een blote weigering niet te kunnen volstaan, ja, daar zelfs niet mee te mogen beginnen.

‘O, kindje, als je dat zo graag zou willen... Vroeger dacht je er anders over; maar...’

Kribbig viel ze hem in de rede:

‘Mijn God, 'en mens kan toch eindelik wel 'es van idee veranderen!’

‘Zeker... zeker... ik maak ook geen bezwaar. De vraag is alleen: zal onze huisbaas z'n toestemming geven?’

‘Waarom niet? Als jij huurder blijft... je leven lang hier wilt wonen...’

‘Goed... goed. We kunnen 't vragen... horen wat ie zegt. Geen reden om je op te winden. Maar... je mag er wel aan denken, dat we dan 'en dubbele wand verliezen; wat de plaatsing van alle meubels nog al moeilik zal maken... Ook zullen we 'en heel-nieuw tapijt dienen te nemen en mijn mahoniehouten kasten naast jouw notehouten... jongen, dat zal niet mooi staan.’

[pagina 185]
[p. 185]

Nu sprong ze op en barstte uit:

‘Zie je wel... zie je wel! Net wat ik dacht! Maak ik 'es 'en plan, dan heb jij altijd honderd duizend bezwaren! Wat ik wens, kan nooit gebeuren... nooit... nooit! En waarom zeg je nu niet dadelik en rondweg: ik wil 't niet? 't Is altijd goed... goed; maar zodra 't op doen aankomt, kan dit niet... kan dat niet... weet je de zaak zo te draaien en zo voor te stellen, dat ik er zelf maar weer van afzie!’

Geen standje, klonk 'et in hem; wat ze ook zegt, geen standje, en 't lukte hem alle scherpweerleggende woorden terug te dringen, rustig te antwoorden:

‘Ik zal morgen vroeg aan de administrateur schrijven en vragen of hij tegen 't afbreken van die muur bezwaren heeft. Zodra ik z'n antwoord heb, kunnen we nader over de zaak spreken. Vin je dat niet 'et beste?’

Weer aan het venster staande en uitkijkend in het verduisterde groen haalde ze onverschillig de schouders op.

‘Eigenlik is m'n plezier er al weer af. 't Is misschien dwaas ook. Wat doet 'et er toe... wat doet alles er toe? In die verschrikkelike saaiheid... 'et weer is ook al zo ellendig... dan bedenk je al licht 'et een of ander... Als jij er 'en beetje in op was gegaan... maar nu dat niet 'et geval is... ach...’

‘Nou zullen we maar 'es beginnen met af te wachten wat ik ten antwoord krijg. Vrouwtje-lief, 'et wordt zoetjes aan nacht. Ik zal 'es fluks licht

[pagina 186]
[p. 186]

opsteken. Geef jij me dan ondertussen m'n avonddrank.’

Zwijgend wendde Mina zich om, haalde jenever en water uit het buffet, schonk in. Daarna ging ze weer aan de geel-overschenen tafel zitten en boog haar hoofd over haar boek. Maar een ogenblik later sprong ze op nieuw overeind, ging zwijgend om de tafel heen naar Christiaan toe, schoof zijn stoel, met kracht duwend, een eindje van de tafel af, wrong zich op zijn knie, vlijde haar hoofd tegen zijn schouder aan en fluisterde:

‘Hou je nog altijd van me... nog altijd?’

‘Wel zeker.’

‘Nog evenveel als vroeger?’

‘Evenveel.’

‘Heus?’

‘Heus.’

En hij dacht: wat gaat ze vooruit... wat leert ze zich kennen en... beheersen. Toch maar goed, dat zij nu zelf het huishouden moet doen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken