Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beter voetbal (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beter voetbal
Afbeelding van Beter voetbalToon afbeelding van titelpagina van Beter voetbal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.76 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pedagogiek
non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beter voetbal

(1948)–Ad van Emmenes, C.H. Geudeker–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

Hoofdstuk IV

Taak en tactiek van spelers en linies

In ons hoofdstuk ‘Tactiek’ hebben wij er al op gewezen, dat er een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen de begrippen ‘Persoonlijke tactiek’ en ‘Ploegtactiek’ en wij hebben daarbij enkele grondslagen van het eerstgenoemde begrip besproken. Grondslagen, die voor het gehele spel gelden, voor alle spelers in alle linies, omdat in het gehele elftal het spel volgens de juiste methoden moet worden opgebouwd ter verwezenlijking van de beide doeleinden: het maken van doelpunten en het voorkomen van doelpunten van de tegenpartij.

Bovendien echter hebben alle spelers afzonderlijk een zekere taak, die afhankelijk is van de plaats die zij in de ploeg bezetten. Een doelverdediger heeft een andere functie dan een linksbuiten, om nu maar eens twee uitersten te noemen. Beiden zullen ook speciale eigenschappen moeten bezitten om op die plaatsen ten volle te kunnen voldoen, zowel lichamelijke als geestelijke eigenschappen. Doel van dit hoofdstuk is voor alle spelers en alle linies, na te gaan wat hun taak is en welke tactiek in bepaalde situaties moet worden geëist. Alvorens daartoe over te gaan, is het echter nuttig te constateren, dat er verscheidene eigenschappen zijn, die voor alle spelers als wenselijk moeten worden beschouwd. Allen, die zich op de voetbalsport toeleggen en dan uiteraard speciaal degenen, die van plan zijn te trachten in die sport iets te bereiken, dienen over zekere eigenschappen te beschikken, geheel onafhankelijk van de plaats die zij in het elftal zullen bezetten. Men bedenke daarbij voorts, dat lang niet altijd elke speler zal uitkomen op de plaats, die het best voor hem geschikt is. Vooral in kleinere clubs moet men het nu eenmaal doen met de betrekkelijk weinige krachten waarover men beschikt en dan zal het dus bv. best kunnen gebeuren, dat iemand die van nature een sterk verdedigend speler is, genoodzaakt is in de voorhoede uit te komen.

[pagina 107]
[p. 107]

Hoeveel clubs zijn er bv. niet, die niet de beschikking hebben over een goede linksbuiten en die daar dan maar een speler neerzetten, die er althans wat van terecht brengt? In grote clubs is men in dat opzicht gelukkiger en daar zal men het eerder zien gebeuren, dat langzamerhand alle spelers terecht komen op de plaatsen, waar zij het meest tot hun recht komen op grond van hun lichamelijke en geestelijke eigenschappen.

Dat alle voetballers een gezond lichaam moeten hebben, ligt voor de hand. De Bureaux voor Medische Sportkeuring zijn aanwezig om daarop contrôle uit te oefenen en de bepalingen van de K.N.V.B., volgens welke nieuw toe te treden spelers een bewijs van medische goedkeuring moeten overleggen, staan er borg voor, dat binnen afzienbare tijd elke Nederlandse voetballer zulk een bewijs bezit.

Wij zouden niet graag willen beweren, dat alle voetballers sterke kerels met goed ontwikkelde lichamen moeten zijn, maar een feit is, dat het bezit van een goede, stevige ‘body’ menigeen een belangrijk streepje voor zal kunnen geven. De enige plaatsen feitelijk, waar stevigheid een betrekkelijk bijkomstige factor is, zijn die van rechtsen linksbuiten. Merkwaardig goed is dat te zien als men Engelse elftallen van beroepsspelers aanschouwt. Die bestaan vrijwel altijd uit forse, goed gebouwde kerels van nagenoeg gelijke grootte, doch herhaaldelijk heeft men tot zelfs in de sterkste clubs toe kleinere spelers van licht gewicht op de vleugels zien optreden. In ons land kan men zich niet de weelde veroorloven zich daaraan altijd zo nauwkeurig te houden, maar in elk geval kan deze richtlijn een zeker houvast geven en een feit is, dat al te tengere, lichtgebouwde jongens zelden of nooit tot de hoogste voetbalregionen kunnen doordringen. Dat alle spelers uithoudingsvermogen moeten bezitten, ligt eveneens voor de hand. Toegegeven, dat op de ene plaats meer gelopen zal moeten worden dan op de andere, is het toch een feit, dat het spelen van een voetbalwedstrijd voor alle spelers een behoorlijke inspanning betekent, zodat men er wel op geprepareerd mag zijn, dat men die tot het eind van de wedstrijd onverzwakt zal kunnen openbaren.

En als derde, hoogst gewenste eigenschap noemen wij snelheid. Men kan lang en breed theoretiseren over de vraag voor welke plaats in het elftal snelheid het meest gewenst is. Over het algemeen neemt men aan, dat vooral voor vleugelspelers snelheid buitengewoon nuttig is, maar datzelfde zou dan ook noodzakelijk moeten gelden voor de spelers, die de vleugelspelers moeten dekken, hetzij dus de vleugel-middenspelers, hetzij de achterspelers. De middenvoor is eveneens een speler die zeer veel profijt zal kunnen trekken van grote snelheid, omdat hij in zijn positie nu eenmaal doorgaans dichter bij het doel staat dan welke medespeler ook. Men zou daar weer tegenover kunnen stellen, dat dan ook de bewaker van de middenvoor - en dat

[pagina 108]
[p. 108]

zou b.v. de stopperspil kunnen zijn - veel nut zal hebben van grote snelheid en niet minder geldt dat voor.... de doelverdediger, die immers bij tal van situaties zijn snelle tegenstanders tegemoet zal moeten treden om te pogen eerder bij de bal te zijn. Inderdaad hebben àlle elf spelers snelheid nodig.

Drie eigenschappen dus, die men van nature kan hebben en die men verder kan, neen moèt, aankweken door middel van oefeningen.

Vandaar dan ook, dat verreweg de meeste oefeningen voor alle spelers zonder uitzondering gelden. De gehele serie, zoals die eerder in dit boek is vermeld, geldt dus inderdaad voor het gehele elftal, met inbegrip van de doelverdediger, die wel niet direct specialiteit op b.v. het gebied van koppen behoeft te zijn, maar voor wie het onder alle omstandigheden nuttig kan zijn als hij volkomen kan handelen als elke veldspeler. Daarenboven heeft men dan de oefeningen, die voor sommige spelers en linies apart gelden en die in dit hoofdstuk stuksgewijs zullen worden besproken. En in elk geval is het gewenst, dat alle spelers zorgen voor opvoering van hun stevigheid, uithoudingsvermogen en snelheid. De middelen daartoe zijn in het hoofdstuk ‘Techniek’ uitvoerig beschreven.

 

En thans gaan wij dan de spelers en linies afzonderlijk onder de loupe nemen en wij zullen daartoe de geijkte volgorde in acht nemen en dus van achteren af, derhalve met de doelverdediger, beginnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken