Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sine nomine (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sine nomine
Afbeelding van Sine nomineToon afbeelding van titelpagina van Sine nomine

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.20 MB)

Scans (62.71 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sine nomine

(1930)–Jan Engelman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

Maria te Canne

 
Tusschen Eben en Canne steeg een kuische maan:
 
dit is het uur dat Maria moet gaan
 
 
 
over de heuvels, in den zachten val
 
en witte slaap van het schemerdal.
 
 
 
De peppels trillen, een oeroud lied
 
zingt de snelle beek tusschen bloemen en riet.
 
 
 
Daar rijst zij over de zwarte kling
 
als een ster die haar eigen stralen ving:
 
 
 
een zilveren vlam voor de mergelgroeve,
 
een witter droom dan een witte hoeve.
 
 
 
Haar voeten zijn liefelijk in de dalen
 
als duiven die door den schemer dwalen.
 
 
 
In een slanke band van violieren
 
laat zij het rijke hoofdhaar zwieren,
 
 
 
het gelaat leliestil. Op de zuiv're schaal
 
van haar kleine hand zingt een nachtegaal
 
 
 
en het rankste hert aan een band van zij
 
danst voor haar uit op de bloemenwei.
 
 
 
Bij den driesprong kust zij de vurige wonden
 
van haar Zoon, die gekruist werd voor mijn zonden:
 
 
 
de nagelgaten zij worden rozen
 
die purperdiep in het maanlicht blozen.
 
 
[pagina 26]
[p. 26]
 
Zij schudt de hoornen, een roode regen
 
van appelbloesem valt op de wegen.
 
 
 
En recht op mij aan - maar niet voor mij -
 
lachende, zwevende gaat zij voorbij,
 
 
 
den boomgaard in waar een droomend kind
 
op de helling slaapt en den hemel vindt.
 
 
 
Zij legt het de lichte handen op,
 
het kind staat zingend en stralend op,
 
 
 
voor die zuiverheid houdt zij buigend klaar
 
de zachte wieg van haar armenpaar
 
 
 
en over de schietbeek, de waterval
 
voert zij het ijlende uit het dal.
 
 
 
‘Moedermaagd’, smeek ik, ‘die zóó bemint,
 
zoek in mijn schamelheid naar het kind,’
 
 
 
en loop haar na, een laatste maal
 
hoor ik de zang van den nachtegaal.
 
 
 
In de zwarte mond van de mergelgroeve
 
stuift zilveren licht. Bij de witte hoeve
 
 
 
staat een schuldig man die haar Zoon bedroog:
 
tusschen Eben en Canne stijgt de maan omhoog.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken