Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515 (2019)

Informatie terzijde

Titelpagina van De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
Afbeelding van De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515Toon afbeelding van titelpagina van De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.39 MB)

Scans (3.11 MB)

ebook (3.44 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Vertaler

J.C. Bedaux



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515

(2019)–Desiderius Erasmus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Inleiding

Erasmus van augustus 1529 t/m juli 1530

Deel 17 van De correspondentie van Desiderius Erasmus bevat de briefwisseling tussen 1 augustus 1530 en 1 augustus 1531. Van de 160 brieven zijn er 94 geschreven door Erasmus, terwijl 66 brieven aan hem zijn gericht.

Een opvallend thema vormt in dit deel de Rijksdag te Augsburg (20 juni-19 november 1530), waar Karel v hoopte de aanhangers van de Reformatie en de katholieken tot elkaar te brengen. Uiteindelijk slaagde hij daar niet in. Erasmus had geweigerd de Rijksdag bij te wonen, omdat hij naar eigen zeggen van de keizer geen uitnodiging had ontvangen en hij bovendien ziek was. Met deze argumenten kon hij voorkomen dat hij bij de discussies betrokken raakte. Van zowel zijn tegen- als zijn medestanders die de Rijksdag bijwoonden ontving hij diverse brieven. Ook in andere brieven komt de Rijksdag ter sprake. Door de onopgeloste godsdiensttwisten slaagde Karel v, die volgens Erasmus de aanwijzingen van paus Clemens v steeds gewillig opvolgde, er niet in de rust in het Duitse keizerrijk te herstellen en het rijk achter zich te krijgen voor zijn strijd tegen de Turken - ontwikkelingen die Erasmus veel zorgen baarden en hem somber stemden. De ernst van de situatie in Oost-Europa kreeg Erasmus te lezen in de brieven 2396 en 2399. Ook de onlusten en dreigingen in andere landen sterkten zijn pessimisme.

Sinds april 1529 woonde Erasmus in het huis ‘Zum Walfisch’ in Freiburg. Met zijn nieuwe woonplaats was hij niet gelukkig. De kosten voor levensonderhoud waren hoog. Bovendien brak er in het voorjaar van 1530 een pest uit en was Erasmus van maart tot juli ernstig ziek. Diverse correspondenten kregen daarna te horen wat hij had gemankeerd. Geruime tijd voelde hij nog de nawerking van zijn ziekte, waardoor hij minder aan publiceren toekwam; zelf noemde hij het een onvruchtbare periode. Door wisseling van eigenaar van ‘Zum Walfisch’ moest Erasmus, die daar tot dan toe gratis woonde, voortaan huur betalen, hetgeen eind september 1531 leidde tot verhuizing naar een nieuwe door hem gekochte woning ‘Zum Kind Jesu’ (zie brieven 2462, 2470, 2497, 2505, 2506 en 2512). Hoewel Erasmus Freiburg wilde verlaten en hij heel wat uitnodigingen naar andere plaatsen ontving, verliet hij desondanks de stad niet. Als reden hiervoor voerde hij zijn zwakke gezondheid

[pagina 10]
[p. 10]

aan. Bovendien kreeg hij het dringende advies pas uit Freiburg te vertrekken wanneer de Rijksdag van Augsburg was afgelopen. De toen invallende winter maakte iedere reis onmogelijk.

In deze periode schreef Erasmus een voorwoord voor de Latijnse vertaling van de werken van Johannes Chrysostomus (brief 2359), waar hij had geholpen bij het zoeken naar vertalingen. Over de kwaliteit ervan in het algemeen was hij trouwens weinig te spreken (brief 2379). Een van diens werken kreeg nog een apart voorwoord (brief 2359a). Voor een uitgave van de werken van Aristoteles en van Livius verzorgde Erasmus slechts het voorwoord - brief 2431 aan John More, zoon van Thomas, en 2435 aan Charles Blount, zoon van William. Of John More de hele brief aandachtig heeft gelezen valt te betwijfelen. Een opdrachtbrief schreef Erasmus ten slotte ook voor een vertaling die zijn vriend Pirckheimer van een werk van Gregorius van Nazianze had gemaakt (brief 2493, gericht aan hertog Georg van Saksen).

Nadat in 1530 een ongeautoriseerde versie van Paraphrasis in Elegantias Laurentii Vallae was verschenen, publiceerde Erasmus snel een geautoriseerde versie, waar hij in het voorwoord ‘aan de lezer’ uitgebreid aangaf wat er in de ongeautoriseerde versie niet deugde (brief 2416). De Enaratio psalmi 33 droeg hij op aan de bisschop van Augsburg, Konrad von Thüngen (brief 2428), aan wie hij kort tevoren ook de Chrysostomusuitgave had opgedragen. De opdrachtbrief van de Apophthegmata was gericht aan hertog Willem v van Kleef (brief 2431). De presentexemplaren die Von Thüngen en hertog Willem kregen toegezonden, gingen vergezeld van een begeleidende brief (resp. brieven 2457 en 2458).

Zoals ook in eerdere delen spelen theologische onderwerpen en meningsverschillen met zowel katholieken als reformatoren een grote rol. Opnieuw beklaagt hij zich omdat hij van katholieke theologen - hij noemt hen in brief 2445 - geen steun ontving. Aangezien hij naar zijn zeggen door pamfletten werd ‘gestenigd’, schreef hij enkele verweerschriften, die hij zonder voorwoord publiceerde. Trouwe vrienden hadden hem overigens op het hart gedrukt daaraan geen tijd te besteden. In september 1530 verscheen zijn Epistola ad fratres inferioris Germaniae, gericht aan de reformatoren van Straatsburg; in handschrift had dit werk al eerder gecirculeerd. Het was een reactie op de in mei 1530 verschenen Epistola apologetica van Martin Bucer, een van de Straatsburgse reformatoren. Tegen Heinrich Eppendorf, sinds 1523 een gezworen vijand, schreef Erasmus zijn Admonitio adversus mendacium (oktober 1530), een uitgebreide versie van brief 1992. Eppendorf reageerde daarop met zijn Iusta querela (februari 1531). Aan katholieke zijde werd Erasmus aangevallen door Alberto Pio, die in zijn Tres et viginti libros in locos lucubrationum Erasmi passages had verzameld, waarin Erasmus het zogenaamd met

[pagina 11]
[p. 11]

Luther eens was. Twee weken na Pio's dood verscheen dit werk in maart 1531. Erasmus reageerde snel hierop met zijn Apologia adversus rhapsodias Alberti Pii (juni 1531) en beschreef vol spot de begrafenis van Pio (zie brieven 2441, 2443 en 2466). Daarnaast verscheen in december 1531 zijn colloquium Exequiae seraphicae (‘Serafijnse begrafenis’), waarin hij Pio's begrafenis in franciscaanse pij opnieuw op de hak nam.

Terwijl in dit deel de meeste brieven aan Bonifacius Amerbach zijn gericht of van hem afkomstig (totaal zeventien), is Erasmus' langste brief geadresseerd aan Agostino Steuco (brief 2465). Steuco had in 1529 zijn Recognitio Veteris Testamenti ad Hebraicam veritatem gepubliceerd. Dit werk bevatte niet alleen aanvechtbare opvattingen over het gezag van de Vulgaattekst van het Oude Testament, maar ook bedekte kritiek op Erasmus als bron van de ketterij van Luther. Omdat Steuco op dat moment bibliothecaris was van de familie Grimani, haalt Erasmus eerst de herinnering op aan zijn bezoek aan kardinaal Grimani in 1509. En hoewel hij daarna zegt vooral als welwillende raadgever te willen optreden, levert hij forse, uitvoerige en ook langdradige kritiek op Steuco's Recognitio. De zin aan het einde: ‘Als u zo vriendelijk wilt zijn mij met een even grote bescheidenheid te adviseren, zal ik u zeer dankbaar zijn’ komt daardoor onwaarachtig over. Steuco's reactie hierop (brief 2513) is de meest uitvoerige brief die Erasmus in deze periode ontving. Op enkele punten kon hij Erasmus' kritiek weerleggen, maar over het geheel genomen verdedigde hij zich met zwakke argumenten. De briefwisseling is niet voortgezet. Wel komen in latere brieven verwijzingen naar Steuco en diens kritiek op Erasmus voor.

 

Voor de vertaling van de brieven is de tekst gebruikt van deel 9 van Opus epistolarum Des. Erasmi Roterodami, uitgegeven door H.M. Allen en H.W. Garrod (Oxford, 1938). De tekst van brief 2359a is te vinden in Patrologia Graeca 56, 601-601.* Voor de noten is naast de editie van Allen gebruik gemaakt van deel 9 van La correpondance d'Érasme (Brussel, 1980) en vooral van de delen 17 en 18 van The Correspondence of Erasmus (Toronto, resp. 2016 en 2018). Tenslotte ben ik Robin Buning bijzonder erkentelijk voor het zorgvuldig nalezen van mijn tekst.

 

Jan Bedaux

 

Op 28 november 2018 overleed Chris Heesakkers, lid van de redactieraad en vanaf het allereerste begin nauw betrokken bij de uitgave van De correspondentie van Desiderius Erasmus. Door zijn uitmuntende kennis van Erasmus

[pagina 12]
[p. 12]

(hij had bovendien al talloze brieven in hun oorspronkelijke vorm gelezen) en zijn rijke ervaring met vertalingen is hij voor het project van niet te onderschatten betekenis geweest. De redactieraad zal hem daarvoor steeds erkentelijk blijven.

Ruim anderhalve maand eerder, op 7 oktober, twee dagen na een redactievergadering, was Willem Donker, de uitgever van deze reeks, onverwacht heengegaan. Zonder zijn vakkundige en enthousiaste medewerking zou De correspondentie van Desiderius Erasmus nooit van de grond zijn gekomen. Met veel vasthoudendheid, geduld en humor heeft hij zijn opus magnum, zoals hij het steeds noemde, uitgegeven. Het is spijtig dat hij de voltooiing ervan niet heeft kunnen meemaken. Het spreekt voor zich dat de redactieraad ook hem zeer veel dank is verschuldigd. Gelukkig is zijn uitgeverij nog steeds in goede handen en kan de publicatie van De correspondentie zonder problemen worden voltooid.

 

De redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken