Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Litteraire wandelingen (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Litteraire wandelingen
Afbeelding van Litteraire wandelingenToon afbeelding van titelpagina van Litteraire wandelingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.23 MB)

Scans (21.26 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Litteraire wandelingen

(1906)–Frans Erens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

Jean Rameau.

Tien jaar geleden kwam Jean Rameau te Parijs met den vasten wil een groot dichter te worden. Hij kwam uit het hartje van de Landes uit de vlakke, met hoog fluisterend gras begroeide streken bij Bordeaux. Hij was daar in een dorpje hulpapotheker, maar kreeg plotseling den inval een kaartje naar Parijs te nemen. Zonder een cent ging hij naar Cornely, den directeur van het dagblad Le Clairon, die hem copie liet geven voor zijn blad. Zijn verschijning maakte overal opzien. Groote zwarte oogen die in zijn hoofd rusteloos wentelden als 'n paar wereldbollen, zwarte haren krullend en lang, een vierkant aangezicht, vierkante schouders en mank daarbij, stappend daardoor met een dikken stok met harde slagen over de trottoirs. Alles leek vierkant bij dien man. Hij moest arriveeren. In de vroegte vond hij des morgens in den Jardin du Luxembourg, op een bank zittend, een weenend meisje. Zij had standjes met haar ouders gehad. Rameau nam haar meê,

[pagina 63]
[p. 63]

trouwde haar en liet haar fungeeren als zijn secretaris; zij schreef een mooie hand.

Rameau maakte veel verzen, die somtijds gedrukt werden en zond een drama ‘Les Avachis’ aan de Comédie Française, waar het werd opgeborgen bij de vijf honderd jaarlijks inkomende stukken. Rameau maakte maar steeds verzen en verzon voor de kost dagelijks eenige nouvelles à la main, die men bij den Figaro 7 francs 50 centimes per regel betaalde. Hij werd lid van een paar cercles littéraires en declameerde daar met een zingende en klagende stem zijne gedichten.

De Figaro schreef een prijsvraag uit voor het mooiste gedicht over ‘La Légende de la Terre.’. Rameau werd bekroond en ontving vijfhonderd francs, Rameau was beroemd. Hij vond nu uitgevers en werkte hard over dag en ging 's avonds in de salons van de hooge burgerij zijn verzen voordragen. Hij was er.

Zoo heeft deze schrijver zich de positie van dichter in het maatschappelijk leven veroverd; de positie was hoofdzaak, de waarde der werken die hij leverde voor hem nevenzaak. Dat is jammer! De man had talent en zou zonder zijne fatale ambitie een der besten zijn geworden. Maar hij heeft de salondames veel naar de oogen gekeken, veel levenservaringen opgedaan, bij rijke kooplui goed gedineerd en zich meer als man dan als dichter laten bewonderen. 't Is misschien waar, de groote schrijvers zijn zij, die niet als schrijvers aan de vrouwen bevallen.

[pagina 64]
[p. 64]

De schrijver die naar immediaat succes streeft, begrijpt dat hij de vrouwen op zijn zij moet hebben, zij ezen meestal meer dan de mannen, die hun zaken hebben en alléén tijd hebben voor het politiek overzicht van een courant.

Tegenwoordig werkt men op het groote aantal, op de masse en men werkt met massa's boeken. Ieder jaar moet een schrijver een nieuw boek produceeren, zooals de boom ieder jaar nieuwe bladeren geeft; en laat de wind der vergetelheid ze naar alle zijden verstrooien ieder jaar moeten er versche bladzijden worden opengesneden met de spannende nieuwsgierigheid naar het onbekende. Wij danken meestal onze boeken af, zooals wij een cylinder uit de mode afdanken: wij verkoopen ze beide voor een prikje. Vroeger maakte men een paar goede boeken en dan hield men op, omdat men alles wat men in zijn ziel had in die boeken concentreerde. En zoo kwam het dat er schrijvers geweest zijn, die het een of ander onvergankelijk ding maakten, een boek dat we op den huidigen dag nog verplicht zijn in onze bibliotheek te hebben. Tegenwoordig geeft men niet alleen heele series boeken in het licht, men belooft plechtig, zooals de heer Van Groeningen, dat men een heele serie zal doen verschijnen. Men maakt zich aan veel beloften schuldig en men heet daarom veel belovend. Laten we daarom hopen, dat al die belovers op den vastgestelden tijd hunne schulden zullen betalen. Ik heb nu pas het onlangs verschenen werk van Jean Rameau gelezen en

[pagina 65]
[p. 65]

heb gezegd, toen ik het boek uit had: jongen jongen wat hebt ge veel in het leven geleerd maar zoo weinig, zoo weinig in de kunst. Zou misschien de kunst met menschen te leven de dood der kunst zijn? En zou niet bij een mensch een vooruitgang in de kunst gepaard gaan met een achteruitgang in de kunst van te leven?

Het boek heet: ‘Possedée d'amour’ het is de liefde van een getrouwde vrouw voor een vriend van haar man, welke ook getrouwd is. Mevrouw Cazola heeft vijftien jaar lang de huwelijkstrouw bewaard en aan geen anderen man gedacht. De liefde buiten den echt duurt twee jaar, zij gaat uit van den man, de de vrouw volgt; zij bereikt haar hoogste stadium, waarin als naar gewoonte de vrouw langer volhardt dan de man. Hij wordt weldra onverschillig en de vrouw op deze fatale helling aan haar zelve overgelaten, verliest spoedig het evenwicht en eindigt door zelfmoord.

De voornaamste oorzaak van de verkoeling bij den man was deze:

Enfin, vice capital, elle était franche. Si elle mentait sans efforts devant son mari, elle se trouvait incapable hypocrisie en présence de son amant. Pour celui-ci elle mettait son âme à nu, comme sa chair et il est reconnu que les blasés aiment de legers voiles ici et là.

Les amoureux sont comme les touristes, ils ne sont tentés que par l'inconnu. Berthe ne pouvait pas garder cette belle attitude d'énigme qui est l'attrait su-

[pagina 66]
[p. 66]

prême d'une maitresse. Si les femmes ne savaient pas mentir, il faudrait peut-être le leur apprendre.

Zoo analyseert de schrijver hier en daar zeer netjes en lascht eenige diepzinnige en wijze spreuken in het verhaal. Somtijds laat hij zelfs een heerlijke phrase rollen en klinken doch deze drie qualiteiten zijn de eenige verdiensten van het boek. De volgehouden visie, gelijkmatige visie en de steeds proportioneele detailbeschrijving of feitenopsomming ontbreken. En toch, een kunstwerk is alléén dat, hetwelk die qualiteiten heeft. Daardoor treedt juist de zwakte van den schrijver aan het licht, doordat het eerste gedeelte van zijn boek veel beter is dan het laatste. Hier worden de feiten als algemeenheden aangeduid en de auteur maakt er zich van af door de feiten bij pakjes aan ons af te leveren. Niets van dit alles in de eerste helft. Om de zaak duidelijk te maken zal ik een voorbeeld geven:

‘Zij ging zitten en hij nam hare hand,’ Dit is een feit en ik kan dat schrijven in een kunstwerk. Maar wanneer ik zeg: ‘Wanneer zij ging zitten, nam hij dikwijls hare hand,’ dan bega ik een grove fout tegen de litteraire kunstharmonie. En daarom heb ik boven gezegd, dat Rameau nog weinig van Zola en Huysmans geleerd heeft.

Men versta mij echter wel. Paul Bourget zou kunnen schrijven: ‘Wanneer zij ging zitten, nam hij dikwijls hare hand,’ omdat de psychologische analyse bij hem hoofdelement is en hij daarnaar de andere elementen harmonisch gegroepeerd heeft.

[pagina 67]
[p. 67]

Elk kunstwerk is gegrond op eene onbewuste zielsharmonie tot daden van woorden verwerkelijkt. 't Is de taak van den criticus er op te wijzen, wanneer tegen die harmonie wordt gezondigd.

Hiermede meen ik genoeg over Rameau gezegd te hebben, aan den lezer overlatende, mijn opmerkingen te verifieeren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken