Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wij waren er ook bij (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wij waren er ook bij
Afbeelding van Wij waren er ook bijToon afbeelding van titelpagina van Wij waren er ook bij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.76 MB)

Scans (12.89 MB)

ebook (3.99 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Illustrator

Otto Dicke



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wij waren er ook bij

(1970)–Gertie Evenhuis–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

[9]

Een stuk uit Margies dagboek:

‘Vannacht en vanochtend zijn hier alle joden weggehaald. Ik heb het gezien, toen we naar school gingen, we waren er allemaal bij. Het was vreselijk en ik kan het nooit weer vergeten. Nooit weer, mijn hele leven niet. Mogen mensen dan als beesten behandeld worden? Voorop gingen drie karren, volgeladen met koffers en kisten, daar bovenop zaten of lagen een heleboel joden. Eén zag ik wiens hele gezicht bebloed was, akelig zag hij eruit. Een ander lag helemaal achterover op een koffer, precies of hij al dood was. Wie zal het zeggen? En zo mager waren ze allemaal, zo vreselijk wit en ellendig. Ze hadden misschien al maanden ondergedoken gezeten in kelders of op zolderkamertjes. Drie van die wagens waren er, toen volgde er een eindeloze rij, lopend er achteraan, met aan weerskanten de kerels van de Grüne Polizei.

Nita stond naast me en ik zag uit de blikken die ze naar die moffen wierp dat ze er net zo aan toe was als ik. Mijn vuisten balden zich als vanzelf en de tranen kwamen in mijn ogen toen ik de kleine jodenkinderen zag, die ook mee moesten, kleine stakkers nog, maar ook al met die vreselijke angst op hun kleine witte gezichten. En de moffen, die daarbij làchten. Dat zag ik heel goed en dat blijft me, nu nog terwijl ik het schrijf, het allerscherpste bij. Wat is dit dan toch voor een volk? Wat is dit voor een tijd waarin wij leven? Ik stampte op de grond van woede, nee, ook van verdriet. We hadden er wel tussen willen vliegen en er op los willen stompen waar we konden. Maar het zou immers niets helpen, integendeel. Je zou ook overhoop geschoten worden; niemand zou er zich aan storen. Er waren jongens uit onze klas in de buurt. Koos, Peter, Salomo. Die stonden zich te verbijten. Waarom zijn we zo machteloos? Mag zoiets zonder meer toegelaten worden? Is er dan niemand die die arme stakkers nog beschermt? Ach, hoe ze naar ons keken. En waar-

[pagina 96]
[p. 96]

om worden die stakkers weggebracht? Naar Duitsland of naar Polen, wat maakt het uit, dood moeten ze toch. Wat hebben ze die Duitsers ooit gedaan? Kunnen zij het helpen dat ze geboren werden? Dat ze als jood geboren werden? Kan ìk het helpen dat ik geen jodin ben? Het is immers krankzinnig. Niets hebben ze gedaan, ze kijken ons aan met van die ogen, die ogen. En nooit zullen ze hun huis terugzien. Moet het dan eeuwig duren dat die onmensen hier de baas zijn? Op straat kom je ze breeduit lopend tegen, grijnzend en stampend alsof alles hiervan hen is. Met hun afzichtelijke laarzen, ja, waarom altijd laarzen? Het heeft al zo lang geduurd, en nog is het eind niet te zien. Roven, vertrappen, martelen en moorden. Zoiets kan toch niet ongewroken blijven? Eens zal er toch wel een dag komen dat zij aan de beurt zijn? Ik verlang ernaar, ja, ik verlàng ernaar! Je vijanden liefhebben, staat ergens in de Bijbel. Dat kan immers niet. Ik háát ze. Wij zijn toch geen heiligen. Ik begrijp dat alles niet.

Het is zo gek: op school maak je pret, leef je het gewone leventje, zodat het voor ouderen soms wel moet lijken of je onverschillig bent en oppervlakkig en alles over je kant laat gaan. Maar op momenten als deze laait toch immers alle woede in je op, en het verdriet ook, om al het onrecht dat begaan wordt, en om alle onmenselijke dingen die je hoort vertellen. Moeten wij dan allemaal maar weerloos zijn...?’

 

Het was in de gang bij het leslokaal die morgen verbijsterend kalm. In de klas wist niemand iets te beweren. Ze hadden Nederlands en Frederik Fluweel kwam binnen, nogal afwezig. Hij merkte niet eens dat de stemming anders was dan anders, prikkelbaar. Hij sloeg met zijn potlood op de tafel en begon in het wilde weg te overhoren.

‘Hansje van Duinen! Vertel wat je voor vandaag geleerd hebt,’ zei hij tamelijk onvriendelijk.

‘Nee,’ zei Hansje.

Tot nu toe had iedereen er landerig bij gezeten, maar nu spitsten ze opeens allemaal hun oren. Wat! Hansje, het stilste en braafste kind van de klas, en dan zó'n antwoord!

[pagina 97]
[p. 97]

Frederik, die dacht dat hij het niet verstaan had en die kennelijk met zijn gedachten ergens anders was, herhaalde luider:

‘Wat weet jij van de Rederijkers?’

‘Het kan me niet schelen!’ zei Hans.

Dat verstond Frederik wèl, en verbaasd keek hij op. Daar zat Hansje, met een wit gezicht en grote ogen.

‘Wat?’ riep Frederik, helemaal wakker en met grote ogen. ‘Bedoel je dat...’

‘Ik doe het niet! Ik wil het niet!’ riep Hansje met een rare hoge stem. ‘Wij, wij..., waar maken we ons druk over. Rederijkers nog wel! Die zijn toch allang dood. Wessel de Wit is ook dood. En die... die... die kleine kinderen...’

En toen begon ze plotseling zó hard te huilen dat de anderen werkelijk schrokken. Maar Hans liep opeens op een draf de klas uit, huilend, huilend zoals ze nooit van haar meegemaakt hadden. Er was niemand die iets zei, geen woord. Frederik keek rond.

‘Wat is dit?’ vroeg hij rustig. ‘Wat heeft ze?’

Het bleef nog stil. Maar Koos begon, zoekend naar woorden: ‘Het is, denk ik. Tja. Misschien... Die joden vanochtend...’ Frederik knikte.

‘Ja,’ zei hij. ‘Stil maar. Ik weet het allemaal wel.’ Hij steunde met de handen zijn gezicht en staarde uit het raam. ‘Tja,’ zei hij weer. ‘God moge hen helpen, jongens.’ En toen volkomen onverwacht: ‘Vervloekt!... Neem bladzijde 245 voor je en prepareer dat fragment van Bilderdijk. Straks zal een van jullie het voordragen.’

Ze keken wel wat verbaasd: nu, een gedicht? En Bilderdijk nog wel die nu eenmaal nooit zo'n succes heeft, met zijn ‘stramme voet die de wal beklimt.’ Maar het fragment op bladzijde 245 was heel anders dan het woord ‘Meanders zilv'ren waat'ren’ deed vermoeden. Het was veel duidelijker taal, en het leek wel of hùn tijd er in beschreven werd.

[pagina 98]
[p. 98]


illustratie

 
‘Ach, de dagen
 
onzer plagen
 
lieve broeders, gaan voorbij
 
Uit het duister
 
Rijst de luister
 
Van een nieuwe heerschappij.
 
Ja, zij zullen
 
zich vervullen
 
deze tijden van geluk!
 
Deez' ellenden
 
Gaan volenden;
 
en, verpletterd wordt het juk.’

Het kwam hun zo bekend voor. Had prinses Juliana het niet geciteerd, een keer voor Radio-Oranje, uit Ottawa?

[pagina 99]
[p. 99]
 
‘Holland groeit weer!
 
Holland bloeit weer!
 
Hollands naam is weer hersteld!
 
Holland, uit het stof herrezen
 
zal opnieuw ons Holland wezen,
 
stervend heb ik 't u gemeld!’

Josefa schreide, haar handen voor haar gezicht. Vreemd dat dat kòn, dat niemand meer iets raar vond. Niemand lette erop. Frederik keek uit het raam. Hij vroeg niemand het gedicht voor te dragen. En de bel ging.

In de pauze zagen ze Hansje, alleen op de laan, met haar handen in de zakken van haar veel te dunne mantel. Josefa ging naar haar toe, sloeg een arm om haar schouders en samen gingen ze verder, de hoofden dicht bij elkaar. Josefa is oppervlakkig, onnadenkend, en vol onzin, zeggen de leraren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken