Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kleine lady Clare (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kleine lady Clare
Afbeelding van Kleine lady ClareToon afbeelding van titelpagina van Kleine lady Clare

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (32.07 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Vertaler

Alice Becht-Dentz



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Brits-Engels / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kleine lady Clare

(1905)–Evelyn Everett Green–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]


illustratie

Inleiding.

Ik heb enkelen mijner neefjes opgepast, die de roodvonk hadden. Hun moeder was ook ziek, ziedaar de reden, waarom er om mij gezonden was; want ik woon ver, ver weg. Ik ben hier een geheele maand geweest, en ik weet nog niet juist, wanneer ik weer naar huis terug zal gaan. Maar daar ik gaarne iemand van nut ben, en bijzonder veel van kinderen houd, en ik van Nelly hoor, dat zij het thuis best stellen kan, terwijl vader over alles zeer tevreden is, ben ik blij, dat ik nog een poosje mag blijven; en het is zoo heerlijk, mijn kleine neefjes wel twintigmaal op een dag te hooren zeggen, dat zij mij nooit, nooit meer weg zullen laten gaan. Die lieve kleinen, ik houd veel van hen.

Doch dit alles zegt nog niet, waarom ik eigenlijk een verhaal zal trachten te schrijven, ik, die op dat punt in 't geheel niet bedreven ben, en die nooit tijd had om zelfs mee te doen aan de tijdschriften der kinderen thuis, waaraan Nelly, Frixie en de jongens soms hun bijdragen zonden. Doch mijn kleine lievelingen hier, staan er erg op en ik heb geen wilskracht genoeg om te weigeren.

Ik zal den boel geheel verknoeien; doch misschien zullen zij het niet merken, of er niet om geven en het is dan ook alleen voor hen dat ik schrijf.

[pagina 2]
[p. 2]

Ge moet weten, dat, terwijl zij ziek waren, zij mij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat en soms nog den halven nacht door aanzochten om verhaaltjes te vertellen.

Kinderen, dat weet ieder, hebben altijd hun meest geliefkoosde geschiedenis, en worden dan nimmer moede deze te hooren, en de geschiedenis in mijn repertorium, die hen het meest aantrok, de geschiedenis, welke zij nimmer moede werden te hooren, en waar ze telkens en telkens weder om vroegen, hoewel zij allen haar wel reeds van buiten moeten kennen, is wat zij noemen: ‘Het verhaal van de kleine Lady Clare.’

Ik denk, dat de reden, waarom zij er zooveel van houden, is, dat het verhaal zoo lang is, (er is een geheele avond voor noodig, om het in zijn geheel te vertellen) en ook omdat het waar gebeurd is, en omdat ik al de personen ken, en zelf ook in de geschiedenis voorkom, zoowel als mijn broers en zusters. Daarbij herinner ik mij soms enkele nieuwe punten, die ik den vorigen keer vergeten had, welke dan een kleine variatie geven en de aandacht spannen; en wellicht vertel ik een ware gebeurtenis beter dan eene, die ik wel eens in een boek gelezen of zelf verzonnen heb. In alle geval, de geschiedenis van de kleine Lady Clare boeit hen bijzonder, en nu de kinderen weten, dat ik toch over eenigen tijd weer naar huis moet, (hoewel zij volhouden dat zij mij nooit zullen laten gaan) hebben zij mij dringend gevraagd om dit verhaal in een boek te schrijven, zoodat zij het elkaar zullen kunnen voorlezen, als ik weg ben.

Eerst zeide ik, dat ik het niet kon, doch toen ik zag, hoezeer zij er op gesteld waren, beloofde ik het te zullen probeeren, hoewel ik er bij moest voegen, dat het eigenlijk geen verhaal was om geschreven te worden, daar het geen einde had. Doch naar deze redenen wilden zij geen oogenblik luisteren. Maak het eind maar zooals u altijd doet, als u 't ons vertelt,’ riepen zij allen. ‘Maak het einde zooals altijd, dat begint met:

En eens, eens! -

[pagina 3]
[p. 3]

Zij kunnen het iemand moeilijk maken die kleine lastposten, dus zal ik hen maar gehoorzamen.

Als zij dichter bij ons woonden, of met een van de personen, van wien ik vertel, in aanraking konden komen, geloof ik niet, dat ik alles op zou durven schrijven, en als ik dacht, dat Lady Tewskbury ooit het verhaal onder de oogen zou krijgen, zou ik nooit het eind durven schrijven, van wat ik mij voorstel, daar zij dan wel eens zeer boos zou kunnen worden, hoewel ik weet, dat zij precies denkt als ik. Evenwel, voor mijn kleine neefjes, die zoo ver weg wonen, hindert het niet veel, wat ik zeg. Zij zullen Lady Tewskbury wel nimmer ontmoeten, en alles wel beschouwd, geloof ik niet, dat het toch zooveel kwaad zou doen, als zij haar ook al eens ontmoetten. Ik schrijf alleen een ware geschiedenis.

Ik weet heelemaal niet, hoe een eigenlijk schrijver beginnen zou. Ik kan het alleen doen op mijn eigen manier, en de dingen in volgorde opstellen, zooals zij werkelijk gebeurden, hoewel ik ze dikwijls pas veel later hoorde. De gesprekken, die ik zal weergeven tusschen Lady Clare en haar grootmoeder en andere personen, heeft zij mij later verteld, en ook een menigte dingen in mijn verhaal, hoorde of zag ik zelf niet, doch hoorde die later van haar of van anderen. Ik denk, dat knappe menschen, die recensies schrijven, zeggen zullen, dat de zinsbouw en verhaaltrant allesbehalve uitnemend zijn (als het ooit uitgegeven wordt, wat wel nooit zal gebeuren) doch dat kan ik niet helpen, want ik was nooit vaardig daarin, ik kan een verhaal maar op mijn eigen manier vertellen, en weet zeer goed, dat dit niet de beste manier is. Evenwel, dit kan mijn neefjes niets schelen en daar ik hun een genoegen doe, met het te schrijven, laat het oordeel van anderen mij koud. Ik zal hen binnenkort moeten verlaten, en ik weet, dat zij dan zullen schreien; doch ik denk dat het hen dan het best zal troosten, als ik hen, ter vergoeding, de geschreven geschiedenis van de kleine Lady Clare achterlaat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken