Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

36.
Postblad
. Poststempel: 17.4.09

Aan den Weled.geb.Heer, den Heer Albert Verwey
Noordwijk aan Zee

Afzender:
Columbusstr.223,
Den Haag

's-Gravenhage, 17 Apr. '09

Hoog geachte Heer,

Hedenmiddag ontving ik Uwe zending. Het feit, dat U een gedicht terugzendt, dat U eerst aannemelijk verklaardet (met de bijvoeging, dat U over de ‘kleinigheden’ nog niet kondt oordeelen; dat U een ander zonder eenige, toch nuttige motiveering, ongeschikt acht;Ga naar voetnoot119 dat U gedichten in een ander tijdschrift, geen zonder zijn eigen beteekenis, zonder meer ‘woorden’ noemt,Ga naar voetnoot120 en dus over 't algemeen mijn werk niet meer schijnt te kunnen waardeeren, dat U, tenslotte, terwijl U gedurende bijna 2 jaar met geregelde tusschenpoozen mijn werk plaatstet, mij de mogelijkheid van verdere medewerking voor de eerstkomende maanden, en, daar van andere medewerkers, natuurlijk geregeld bijdragen zullen blijven inkomen, die tegelijkertijd voor langen tijd afsnijdt, doet mij wel inzien, dat verdere pogingen van mijn kant U niet aangenaam zijn zouden, en dat U liever mijn medewerkersschap als geëindigd wilt beschouwen. Ik zou niet graag mijn werk opdringen en zal dus Uw wenk ter harte nemen. Alleen spijt het mij wel, dat het tijdschrift, waarin ik gedebuteerd heb en steeds 't liefste

[pagina 84]
[p. 84]

schreef voor mij gesloten zal zijn, als ook, dat mijn eerste bundel, (reeds grootendeels afgedrukt), die natuurlijk ook de door U afgekeurde Gidsverzen bevat, juist bij de Beweging een geringschattend onthaal zal ondervinden.Ga naar voetnoot121

Ik hoop dat U dit schrijven niet zult beschouwen als een gevolg van zich onbesuisd uitende gepikeerdheid, - het is alleen de doelloosheid, die ik in heel mijn streven zie, en de omstandigheid dat de meest doorleefde en doorvochten dingen ongevoelde leegheid schijnen, die mij aan het nut van éénige publicatie doen twijfelen. Hierom ook, niet omdat de bundel eenige door U veroordeelde verzen bevat, betreur ik de uitgave van mijn boekje. U dankzeggend voor Uwe bereidwilligheid, verblijf ik, na bel.gr.

Met de meeste Hoogachting,
Uw dw.
P.N. van Eyck

Columbusstr. 223

voetnoot119
Welke ‘zending’ hier bedoeld wordt, was niet te achterhalen. ‘Hedenmiddag’ wijst op zaterdag 17 april 1909. Op diezelfde dag en datum schreef Verwey het briefje onder no. 35 hier opgenomen. Onder nr. 33 is van zijn hand een mededeling geschreven op 16 april 1909. Deze brief kàn op de 17de 's middags in Den Haag besteld zijn.
voetnoot120
Daarin staan de door Van Eyck geciteerde ‘woorden’. Betrof de ‘zending’ de beide volgens Verwey ‘veel goeds’ bevattende gedichten?
voetnoot121
De beoordeling van De Getooide Doolhof, 1909 was zeker niet ‘geringschattend’, ondanks de door Verwey gewraakte gedichten (nr. 33, noot 114). Diens vooral ‘pedagogische’ kritiek - hij schreef in De Beweging geen woord over de minder geslaagde poëzie! - gaf blijk van een milde, vooral wijze houding.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 17 april 1909