Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

41.
Brief
.

[Op de vorige brief had Verwey niet gereageerd en pas na enkele maanden probeerde Van Eyck opnieuw contact met hem op te nemen. Ondanks de mogelijkheden in nogal wat andere tijdschriften, miste de jonge dichter De Beweging, naar hij schreef. Ten eerste waren de meeste van de andere bladen algemener van opzet, maar ten tweede miste hij vooral de kritische reacties en begeleiding van Albert Verwey ! Het vermoeden van naijver op Gutteling b.v., die dichter bij de Noordwijkse meester stond dan hij, vindt ook hierin enige steun. De eerste cursieve zin getuigt voor het gevoelde gemis aan kritische begeleiding. Het slot van de eerste alinea versterkt de gedachte aan een wens tot nauwere relatie met Verwey. De eerbied voor en de erkenning van de laatste laat zich opnieuw merken in de tweede cursieve zin. Onverkort blijft Verweys oordeel gelden, waar hij Van Eyck voor ‘onzeker’ houdt.]

[1909 in potlood]

Den Weled.geb.Heer, den Heer Albert Verwey
Noordwijk aan Zee

 

[in potlood bijgeschreven: eerste verzen v. Getijden]

 

Hooggeachte Heer,

Het zal U wellicht verwonderen, nogmaals verzen van mij te ontvangen, niettegenstaande het feit, dat U, door mij op mijn vorige zending niet te antwoorden, duidelijk hebt laten merken dat het U vooralsnog niet aangenaam is, een aanbieding tot opname van mij te krijgen. Alleen met de gedachte aan Uw kritiek en Uw laatsten brief heb ik den moed gevat U te schrijven. In de laatste spraakt U van een ‘te vernieuwen gevoelsaandrang’ als voorwaarde voor verdere goede productie: Deze nieuwe gevoelsinhoud is inderdaad gekomen, en daarom wilde ik nu mijn gedichten aan Uw oordeel onderwerpen, in de hoop, dat mijn dichterschap onderhand niet gestorven is, en dat ook dít gevoel mij goede verzen mag gegeven hebben. Daar U zelf alleen bij verandering mijner opvattingen niet(s) zaagt in verdere correspondentie, meende ik dit oogenblik het gunstige: U zult zelf billijken, dat ik, meenende dat de voorwaarde vervuld is, weer tot U kom met hetzelfde verzoek, dat U mij reeds meermalen hebt toegestaan, en waarvan U het alleréérst de vervuller geweest bent: het verzoek om plaatsing.

[pagina 90]
[p. 90]


illustratie
Omslag van Groot Nederland, januari 1910.


[pagina 91]
[p. 91]


illustratie
‘Zooals de steen in 't doffe goud’, door P.N. van Eyck, in Groot Nederland, januari 1910, p. 103.


[pagina 92]
[p. 92]

Al wat in andere tijdschriften tot nu toe geplaatst werd, is minstens een half jaar ouder dan wat ik nu zend.Ga naar voetnoot134 De overgang is dus in elk geval niet kunstmatig geweest. U zult ook de beteekenis van deze zending voor mij beseffen: De ondergrond toch is feitelijk een poging uit den mond van een der meest bevoegden te hooren of ik bij verwarming van mijn gemoedsleven, mijn dichterschap heb mogen behouden. Op grond hiervan waag ik het ook, U beleefd te verzoeken mij dan deze ééne maal (wanneer Uw oordeel ongunstig is) nog met Uwe beoordeeling ter wille te willen zijn. Misschien wilt U mij dan tegelijkertijd de andere verzen terugzenden, waarvoor ik zoo vrij ben, een postzegel in te sluiten. Inmiddels, bij voorbaat hart. dankend, verblijf ik, na beleefde groeten Met de meeste Hoogachting

Uw dw. P.N. van Eyck
24.1.10
Columbusstr.223, Den Haag.

voetnoot134
Weliswaar bleef hij publiceren, maar de gedichten waren van oudere datum: voorjaar en zomer van 1909.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • ItaliĆ«


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 24 januari 1910