Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 214]
[p. 214]

135.
Brief
.

Noordwijk a/Zee 7 Mei 13

 

Waarde Van Eyck,

Schartens artikel heb ik gisteren gelezen. Het motto schreef ik een jaar geleden:

Hoor de verslagen cohorten: hun terugtocht galmt tot het zwerk!Ga naar voetnoot400 Want het stuk is één wanhoopskreet. Nu eerst werd het me helder hóezeer sommige menschen op Adama van Scheltema, zijn boek en zijn verzen, gesteund hebben.Ga naar voetnoot401 Geen wonder dat ze zijn teleurgesteld.

Scharten hoort tot het soort schrijvers die zelf gemoedelijkheid en eenvoud missen en dientengevolge door de kwasie-eenvoud en de gemoeds-aanstellerij van Scheltema konden bedot worden. Dat valsche ideaal van Poëzie werd nu hun maatstaf, waaraan gemeten een gedicht als Pan ‘natuurlijk’ lijkt en van der Leeuw ‘gezocht’. Overigens is er in het opstel veel politiek en is het daardoor meer ontkennend dan bevestigend. Het ontkent al de voortreffelijkheden die wij in de hedendaagsche poëzie - maar ook in het hedendaagsche leven - liefhebben; het bevestigt alleen dat de schrijver vergeefs getracht heeft dat goede tegen te houden. Het meest gemarkeerde is het ‘vergeefs’, en daarom is het niet noodig tegen het stuk tekeer te gaan. Het beste antwoord, ook op wat tegen jezelf gezegd werd, is het gedicht Kentering (waarachtig alweer met die verdoemde ‘vlogels’ erin die Gossaert aan mij moest laten).Ga naar voetnoot402 Dat heeft een toon die Sch's geschraap gauw vergeten doet.

Ik geloof daarom ook dat het niet goed zou zijn de Gids-redactie eenig gevolg te beteekenen. Zij staat nu in het bengaalsch vuur van haar belachelijkheid: laten we zorgen dat ze niet, als doel van onze bliksems, eerwaardig wordt. Iets anders is, of je verder kunt meewerken. Een nieuwe zending zou niet als minachting, maar als een zekere erkenning van Sch's oordeel worden aangemerkt. Bovendien zou de gelegenheid om door een weigering te breken, en daardoor de (schijnbare) eer aan zich te houden, al te verleidelijk zijn.

[pagina 215]
[p. 215]

Al te kunsteloos is een aan mij gewijd artikel van een Herman Poort, in Groot-Nederland.Ga naar voetnoot403 Dat er niets goeds aan me was, is noch zijn zal, is zeker een hemelsche waarheid, maar ik betwijfel of ze als aardsche indruk maakt. Niet het schrijven, maar de aanvaarding van een dergelijk stuk door Gr. Nederl., is een nieuw bewijs, dat de vijanden en déroute zijn.

Houd voet bij stuk tegen Andrian. Ik heb de adressen van George (Bingen am Rhein) v.Hellingrath (23 Ungererstr.56ii München) en L.Derleth (Liebfrauenplatz 1 - München). Zend voor Schuler bij Wolfskehl. Voor Treuge bij v.Holten. Ook Wenghöfer komt bij Wolfskehl terecht. Hartelijke groeten.

Wanneer zien we elkaar?

Je A.V.

 

[In de marge schrijft Verwey nog:]

Wolfskehl stuurde me een, in de hoofdzaken voortreffelijke, vertaling van mijn Kandinsky-gedicht.Ga naar voetnoot404 Zelf heb ik een vertaal-werkje klaar, dat tot een interessant hollandsch-duitsch uitgaafje in een klein aantal Exx.zou kunnen leidenGa naar voetnoot405

voetnoot400
Die de boog spant, 4de afdeling van Het eigen rijk en dit weer het eerste deel van Het zichtbaar geheim O.D. I; p. 814. Het distichon luidt:
 
‘Hoor de verslagen kohorten! Hun terugtocht galmt tot het zwerk.
 
Gij nu, neem troffel en steen, en bouw tot den hemel het Werk.’
voetnoot401
C.S. Adama van Scheltema, De grondslagen eener nieuwe poëzie . Proeve tot een maatschappelijke kunstleer tegenover het naturalisme en anarchisme, de Tachtigers en hun decadenten, Rotterdam 1907. Dit boek werd niet herdrukt.
voetnoot402
De laatste strofe van Kentering (Het ronde perk in Gedichten, Amsterdam 1917; p. 23) luidt:
 
Daar rusten zij, duiven, hun glans is gedoofd,
 
De stilte hangt als een slaap in hun vlogels, -
 
Maar morgen dan wieken zij dicht om mijn hoofd,
 
Verblindende kringvlucht van sneeuwwitte vogels!
(‘duiven’ In het eerste vers verwijst naar ‘mijn droomen’, in het laatste vers van de voorgaande strofe). Verweys formulering is ontleend aan de tekst van Scharten in De Gids van mei 1913.
voetnoot403
Herman Poort, Albert Verwey; Groot Nederland XI (1913) 1; pp. 555-567 en 677-695. Van Verwey waren de drie delen Verzamelde Gedichten verschenen. Poort besprak naar aanleiding daarvan de dichter en zijn werk. De bijdrage is in drieën gedeeld. Eerst de poëzie uit Verweys jonge jaren zoals die in 1889 bijeengebracht was in Verzamelde Gedichten. Dan de Verwey die hij de ‘idee-bewuste’ noemde. Daarbij betrok hij de bundels Aarde tot het Levensfeest, welke laatste juist in het derde deel een eerste druk beleefde. Tenslotte besprak Poort de drie ‘toneelspelen’. De bespreker geeft als zijn conclusie dat ‘Verwey-op-zijn-best - steeds een middelmatig dichter’ is.
voetnoot404
Het gedicht De Schilder is opgedragen ‘Aan Kandinsky’. Zie O.D., I, p. 838. Het werd opgenomen in het tweede deel van Het zichtbaar geheim (1915): Het rijk in de wereld. Aanv. gepubliceerd in De Beweging januari 1913, pp. 4 en 5. [De Beweging IX (1913), 1; 4-5] De vertaling van Karl Wolfskehl werd oorspr. gepubliceerd in Kandinsky 1901-1903, Verlag Der Sturm, Berlijn 1913. Zie ook: Wolfskehl-Verwey. Die Dokumente ihrer Freundschaft 1897-1947, herausgegeben von Mea Nijland-Verwey; Heidelberg 1968; pp. 113-114.
voetnoot405
Van een dergelijk werkje is geen publikatie bekend.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 7 mei 1913