Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

167.
Brief
.

Den Haag 4 Dec.'13

Zeergeachte Heer,

Kunt U bijgaand boekbesprekinkje gebruiken of vindt U er geen belang in?Ga naar voetnoot502

Ik zal nog een revisie vragen van Maeterlinck en in die zin over M's onverschillig genoemde onoriginaliteit de parallel-namen schrappen. Zij doen inderdaad niets ter zake en verminderen het belang van een schrijver niet.

Uw briefkaart was enigmatischer dan de zin in het artikeltje, ik heb er op zitten kijken (op de briefkaart) en ik had schik in de raadselachtige wijze waarop U dit raadsel beschreef.Ga naar voetnoot503

Ik ben verrukt geweest over het Varium in de N.G., het fragment van Browning: een monoloog van Aischulos. Wat een prachtstukken! Wanneer U 't niet gezien hebt moet U 't bepaald lezen.Ga naar voetnoot504

Zondag is het interview geweest.Ga naar voetnoot505 Ik ben er totaal ongeschikt voor. Het was afschuwelijk, ik zat te stumperen als een kleine jongen bij een proefwerk, al de dingen die ik had willen zeggen, kon ik of niet vinden, òf ze kwamen er kapot of onsamenhangend uit. Ik liet hem maar vragen en ik geloof dat ik niet veel anders dan persönliches beweerd heb. Mon Dieu, als ik het geweten had. Ik had zoo graag een resumé gegeven over aard en toestand der huidige poëzie, - en gaf brokkelige van Eyckiana. Dat begon al met zijn vraag naar mijn verhouding tot de N.G. (die eeuwige N.G.) ik heb in mijn verwarring vergeten, eens er op te wijzen, dat 't toch wel wat zot is, de Ned.poëzie uitsluitend van af 1880 te beginnen, als of er niet een traditie is, en wij

[pagina 258]
[p. 258]

de lijn v. die traditie voortzetten. In stede daarvan heb ik over de N.G. over wien ik toch altijd meen allerlei goede notities te hebben - ik heb er veel over gedacht èn heb veel van hem gehouden - niet veel anders dan oppervlakkigheden verteld. Ik ben benieuwd, wat al dat gekakel onder 's heeren d'Oliveira handen wordt. Hij klaagde in 't begin zélf over gebrek aan voeling! Overigens schijnt hij mij toe zijn vriendelijke, kalmeerende persoonlijkheid niet laag te schatten, hij was op dat stuk tusschen beide naief vol openhartigheid. Maar de persóónlijke kennismakig was aangenaam. (Verbeeld U, hij was al een tijdje bezig, toen ik zoo hopeloos vast raakte, - vergat wat ik zeggen wou, het begin van lange zinnen niet meer wist, wanneer ik een einde hebben moest, - dat ik hem verzocht heelemaal over nieuw te willen beginnen!) Ik schrijf het met schaamte. Wanneer ik even met hem praatte, zonder dat hij opschreef, was ik geheel op streek, en wanneer hij dan even zijn potlood wou laten gaan, was die beweging voldoende, om mijn zin wankel te maken. Ik wist niet dat ik zóó misselijk nerveus was. Dat komt, omdat ik voor dingen die ik gewend ben schriftelijk te zeggen, plotseling een heel ander uitingsmiddel moest gebruiken, en vooral door het alleronaangenaamste gêne-gevoel, dat ik, door hèm gelokt, dingen zei, die mij intiem zijn, die ik alleen in verzen zeg, en die zóó tot een ander te spreken, mij de impressie van grootdoenerige woorden gaven. Maar genoeg al. Wat zou hij er van maken? Hij troostte mij! Toen hij bij U 't trapje afging, vertelde hij, dacht hij: ‘voor niets geweest, daar komt niets van.’ En toch was 't een van zijn beste stukken geworden.

Boutens was ook uitgenoodigd, maar gaf geen antwoord. Na een paar maanden om antwoord gevraagd schreef hij, dat hij wel gewild had, maar nu hij gehaast werd er van afzag.

H. Roland Holst wou wel, als Gorter ook wou. Maar Gorter wou niet. Niet om principieele reden, maar omdat een burger of renegaat als d'O. hem niet objectief zou kunnen weergeven. Toen heeft ook Henr. H. bedankt. d'O. dacht dat ik veel ouder was dan hij, dat gaf aanleiding tot een aardig incident, hij sloeg zijn handen in elkaar toen hij hoorde dat ik amper 26 ben - Ik heb later met leedwezen mijn grijze haren bezien. Ik daarentegen zag hèm voor 35 aan en hij is... 27 jaren. Ik was zoo vroeg rijp, vond hij, in België was dat óók, bij de werkelijk goede intellectueelen, het geval, maar daar is het altijd vroeg rijp vroeg rot. Hetgeen niet bemoedigend klonk. Op 't oogenblik draag ik als trophee of schandeteeken een koortsblaasje, als herinnering aan die middag, rond. En vergeeft U mij nu dit gebabbel, dat een kleine fontein was in het midden van mijn juridische Sahara. Met hartel. groeten ook aan Mevrouw en de meisjes en jongens.

Hoogachtend
Uw
P.N.v. Eyck

voetnoot502
De Beweging X (1914),; pp. 107-109. Onder Boekbeoordeelingen: Emile Faguet, Petite Histoire de la Littérature Française; collection Gallia; Crès et Co., Paris, s.d.
voetnoot503
Blijkbaar is er een briefkaart van Verwey verloren gegaan; na die van 13 november 1913 (nr. 164) is er pas weer een kaart van 13 januari 1914.
voetnoot504
Het Varium stond in de Nieuwe Gids 1913, II; pp. 925-930. Het betrof de vondst van een nieuw ontwerp voor een gedicht van Robert Browning en was met N.G. getekend. Dit zou bedoeld geweest zijn voor Aristophanes' Apology, maar het is een monoloog van de bejaarde Aeschylus even voor zijn dood, bewerkt doordat een overvliegende adelaar een schildpad op zijn hoofd liet vallen.
voetnoot505
Zie nr. 156; noot 480.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 4 december 1913