Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

274. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 10 mei 1916

Den Haag, 10 Mei '16

 

Zeergeachte Heer,

Hartelijk dank voor Uw gelukwenschen. Tot nu toe gingen ze in vervulling. Alles gaat naar wensch, Nelly voelt zich uitstekend terwijl de kleine jongen nu, na een week,

[pagina 119]
[p. 119]

zijn oorspronkelijk gewicht van 6 pond weer terugheeft, wat zeer vlug schijnt te zijn. Ik verheug me over elke verrichting en wij zijn beiden gelukkig met ons kindje.

Ik zend U hierbij nog een tweetal mijmeringen, in de hoop dat ze welkom zijn zullen. Eerste Uitgang is van verleden jaar April, ik schreef het 's middags in bed. De Palm een herinnering van vlak vóór mijn ziekte.Ga naar voetnoot343

Ik zit diep in de Shelley teksten, met verrassende resultaten. Ik heb er nog over gedacht om voor De Beweging een klein stukje te schrijven, om de voornaamste afwijkingen te bespreken, maar daar ieder feitelijk de uitgaven van Ackermann, Hutchinson of Locock kan koopen is dat overbodig. Wel zou ik de kwestie ruin-ravin-ravine nog eens ter sprake willen brengen, aangezien Locock en ZupitzaGa naar voetnoot344 beiden ravine lezen in het handschrift, en qua uitlegging deze lezing zeer bevredigend is. Ruin is natuurlijk heelemaal uitgesloten. De kwestie gaat tusschen ravin en ravine. Helaas heeft het ms. op de e een vlekje. Maar Zupitza geeft zonder aarzeling ravine, met de mededeeling van het vlekje, Locock beschouwt het vlekje als een doorschrapping van de e. In het laatste geval, aangenomen dat Shelley in geen van beide lezingen onzin bedoelde, heeft hij dus achtereenvolgens ravine en ravin gewild, waaruit blijkt, dat voor beide een plausibele uitlegging bestaan moet. De moeilijkheid is nu maar, uit te maken, of er een toevallig vlekje is, dan wel of er een schrapping is. Mag de meerdere mate van plausibiliteit de doorslag geven voor een der lezingen, nu onzekerheid zal blijven bestaan? Moeilijke kwestie. Ackermann twijfelt niet, geeft ravine en zegt achterin: eindelijk de eenig juiste lezing met duidelijken zin en citeert dan met instemming Rapisardi's vertaling van colmato abisso, (een vertaling die of op verkeerd begrip van ravin, of op conjectuur moet berusten, dunkt mij.)

Hebt U de op het handschrift gemaakte uitgaven heelemaal nagegaan. Sommige vondsten hebben mij zeer verrast. B.v.Act I 157 waar het handschrift voor cloud/Of glory arise, beam/From sunrise, leap geeft. D.w.z. de eerste lezing is doorgeschrapt en de andere er boven geschreven. Locock en Schick denken zonder één reden te geven dat Shelley tot zijn vroegere lezing wel teruggekeerd zal zijn. En motiveeren dat met de overweging dat de cloud ‘more appropriate’ zou zijn. Ackermann constateert dat zij niet één vermoeden, hoe zwak, ook, kunnen aanwijzen en volgt dus de tweede lezing. Ik voor mij, geloof dat er geen oogenblik van aarzeling mogelijk is. More appropriate is de 2e, niet de eerste lezing. Er is een discrepantie tusschen de statigheid van de cloud of glory die verrijst en de spirit of keen joy, - hoeveel relief komt er wanneer wij daarentegen zien: like a beam/From sunrise leap, a spirit of keen joy. Het is één volledig beeld geworden, en de band der drie ea-ea-ee-klanken bevestigt dit. - Ook in I 774 killing vereerd, moet zijn lulling lijkt de innerlijke zin alles te zeggen voor bevestiging van het hs. Evenzoo II, 50.'I see thin shapes within the mist moet zijn Seest thou shapes within the mist? waar trouwens precies na te gaan is, hoe Mary Shelley's handschrift verkeerd

[pagina 120]
[p. 120]

gelezen heeft, bij 't overschrijven van 't drukexemplaar. Ook II, iv, 100 ranis voor reigns, enz. Onder 't werken is hoe langer hoe meer mijn verbazing over Kloos geklommen. Ik herlas onlangs zijn 2 stukken.Ga naar voetnoot345 De onkunde en onhebbelijkheid dier 2 stukken is werkelijk buitengewoon. Jammer dat nooit op zijn laatste stuk met de uitdaging de bronnen te noemen, geantwoord is. Nu heft het de schijn, of U het antwoord schuldig gebleven zijt. Dat is ellendig. Zou ik niet nog een korte aanteekening schrijven? Hart groeten, ook namens Nelly en al Uw huisgenoten Geheel Uw

vE

voetnoot343
‘De palm’ werd geschreven in Assisi te Italië waar de Van Eycks van 17 juli tot 9 augustus 1915 hadden gelogeerd.
voetnoot344
De Duitse anglist en hoogleraar Julius Zupitza (1844-1895).
voetnoot345
Over de vertaling van Shelley Prometheus unbound door Alex. Gutteling was een discussie tussen Willem Kloos en Verwey ontstaan. De vertaling was eerst in twee delen in De Beweging in resp. 4 (1908) 12 (december), p. 292-340 en 5 (1909) 1 (januari), p. 55-91 verschenen en in 1912 als boekuitgave. In De Nieuwe Gids (1912) I, p. 901-922 uitte Kloos scherpe kritiek op deze vertaling. Hij verweet Gutteling een onoordeelkundig gebruik van het woordenboek en een gebrek aan begrip voor de tekst. Verwey verdedigde daarop Guttelings vertaling, waarbij de discussie zich toespitste op één bepaalde plaats in de tekst van Shelley: ‘In each human heart terror survives / The ravin it has gorged’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 10 mei 1916