Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

279. Albert Verwey aan P.N. van Eyck, 3 juni 1916

Noordwijk/Zee 3 Juni 16

 

Waarde Van Eyck,

Na lezing van het als drukwerk zoo voortreffelijke Zilverdisteluitgaafje dat je me gezonden hebt, moet ik òf zwijgen òf je bedroeven door de uiting van mijn teleurstelling. Ik doe het laatste omdat ik geloof dat je toch zelf aan openhartigheid mijnerzijds de voorkeur geeft. Van het eerste woord af, het klank- en zin.looze Boekkunst, heb ik me bedroefd en geërgerd over dit dorre, omslachtige proza, over die gewrongen, soms onontwarbare, soms zelfs klaarblijkelijk onvolbouwde volzinnen, over het weinigzeggende van de gedachten, over het opgeschroefde van hun toon, over hun gemeenplaatsigheid, over dit slechte huwelijk, in één woord tusschen letterkundige studie en aanprijzing van koopwaar. Je weet hoezeer ik je proza - het opstel over poëzie,

[pagina 123]
[p. 123]

het gesprek op de Monte Mario - genoten en bewonderd heb. Maar wat wil je dat ik beginnen zal met de leege afgetrokkenheden van het eerste hoofdstuk, waarvan de slecht uitgedrukte gedachte: bedoelende dat alleen goede boeken goed gedrukt kunnen worden, door dit werkje zelf weersproken wordt, - met de volzinnenflora, half struikgewas, half knotwilg van blz. 21-22, - met de verstandelijke overdrevenheid waarmee in het laatste hoofdstuk getracht wordt aan de kunst van het boekdrukken een verhevenheid toetekennen, die met even veel recht door een kleermaker voor zijn kostuums zou kunnen worden opgeeischt.

Wat dit laatste betreft kun je antwoorden dat dan ook ieder goed vakman op een dergelijke verhevenheid voor zijn werk aanspraak mag maken, en dat het daarom niet verkeer is die aanspraak te doen gelden. Zeker, maar juist omdat ieder er recht op heeft, zal in wijsgeerige bespiegeling - en daartoe heb je je opgevoerd - de verheffing van één enkel vak niet met de werkelijkheid overeenkomen, maar onvermijdelijk aandoen als opgeschroefd.

Wat is het feit? Je wilt goed drukwerk leveren. Ieder goed drukwerk is een model in zijn soort en heeft als zoodanig waarde. Dat je daartoe liever goede geschriften kiest dan slechte, spreekt vanzelf, maar dat ook slechte geschriften goed kunnen gedrukt worden, bewijs je door deze uitgaaf. Wat je zegt over verband tusschen geschrift en druk, over hun onscheidbaarheid, hun eenheid, is dus minstens vatbaar voor bestrijding en kan - in de toon waarin je schrijft - beter worden weggelaten. Laat je dat weg dan krijg je ruimte om het wezenlijke - de waarde van goed handwerk en het bestaan van desnoods kostbare stalen - helder in het licht te stellen. Tegelijk vervalt dan de neiging aan het boek als drukwerk een overdreven beteekenis toetekennen.

Want die beteekenis is overdreven niet enkel omdat de beteekenis die het heeft, ook een ander goed handwerk toekomt, maar omdat ze wordt opgeblazen tot een schijnbeeld van die andere, hoogere waarde, welke aan de scheppingen van de voortbrengende - een andere dan de ordenende - geest behoort. Die hoogere waarde wil je eraan geven door de vermenging, de eenmaking van druk met geschrift, een eenmaking die zooals je zag, onhoudbaar is.

Hartelijk groetend,

Je A.V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • ItaliĆ«


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 3 juni 1916