Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

297. Albert Verwey aan P.N. van Eyck, 7 juni 1917Ga naar voetnoot375

Noordwijk/Zee 7 Juni 17

 

Beste Van Eyck,

Dank voor je gedicht dat me dadelijk tot binnen in je bracht. Het is dezelfde diepte, die alleen maar bij ieder een ander gevoel opwekt. De weemoed om het onbereikbare. De vreugd van het beleven. Ieder voelt misschien beide, maar elks snaartuig is gestemd op één grondtoon. Ook verschil van gedachten is er. Ziehier een tekstuitleg. Jezus zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij zegt niet: Ik ben de weg náar de Waarheid. Maar: ik ben de Weg, de Waarheid. Dat wil zeggen: dat de Weg en de Waarheid dezelfde zijn. De Weg is de Waarheid. Zoo is ook (zie mijn Spinozagedicht in het Zwaardjaar) het Beeld hetzelfde als het Zijn.Ga naar voetnoot376 En Luther had m.i. gelijk toen hij zei dat voor de geloovige het brood Gods vleesch was en niet enkel voorstelde. Gelukkig leven we niet in de tijden toen Lutheraan en Calvinist elkaar noodzakelijk uitwierpen. Er is dan alleen verschil tusschen de verstandelijke uitleggingen van een mysterie. Want het mysterie wordt niet geringer als we het zinnebeeld noemen inplaats van werkelijkheid en er toch de zelfde werking aan toeschrijven. - Beschouw dit als kantteekening bij je gedicht, waarop ik overigens een onmiddelijke weerslag gaf in het volgende.

[pagina 144]
[p. 144]

Hartelijk

je A.V.

 
Niets is overtuigend
 
Van de oergrondige gloeden:
 
Dat ze blindend, zuigend,
 
In hun poel omwoedden,Als de poovre woorden:
 
Stukgebroken scherven
 
Taal, die 't vuur behoorden,
 
En 't opnieuw verwerven
 
Nu gij ze opnaamt om een brug te smeden
 
Naar aan de oever mijn ontbonden leden.
 
 
 
Door die taal alleenig
 
Kan ik tot u dalen:
 
Steil de gang en steenig,
 
Blinkend toch de stralen
 
Die mij lokken, glijden
 
Tusschen voet en leuning,
 
Mij van angst bevrijden,
 
Stil doen staan in kreuning,
 
Tot ik neerkom in de helle kerker
 
Me eindloos lichter voelend, eindloos sterker.
 
 
 
Want die lichtgedrenkte
 
Ronde, vormen-looze,
 
Die voorheen me al wenkte,
 
Spiegelt - wonderroze,
 
Aarde en hemel hullend
 
In haar bladervaagten,
 
Zich met ether vullend:
 
Ruimten, hoogten, laagten, -
 
Nu niet langer uw alleene holte,
 
Maar van 't heel heelal de oneindige volte.
 
 
 
Anders niet dan de uiting
 
Maakt het eindloos ledig
 
Tot de oneindige ontsluiting.
 
Ik die Ik verdedig,
 
Uit u en 't zal blijken
 
Dat ge uw oogen opent
 
Op de ik-looze rijken,
 
Iedre heining sloopend
[pagina 145]
[p. 145]
 
Die de god belette een vorm te worden
 
En zichzelf te zijn in menschlijke orden.
 
 
 
Zie, ik zei: ik daalde.
 
Wist ik niet dat beelden
 
'T al te scherp bepaalde
 
Vaak vaagden of heelden?
 
Even goed was: rijzen.
 
Want dat kleine blinken
 
Dat ge omlaag leekt wijzen,
 
Waar ik heen dacht zinken.
 
Was niet anders dan het hoogste gloren,
 
Mensch geworden en dus nieuw geboren.Ga naar voetnoot377

voetnoot375
Op deze brief staat een potloodaantekening van Van Eyck: ‘Niet verzonden brief. Mij later door Mevr. Verwey gegeven’.
voetnoot376
Het zwaardjaar (1916), p. 95-96.
voetnoot377
Onder de titel ‘De weg van taal’ opgenomen in de in 1920 verschenen bundel Goden en grenzen , p. 165-167.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 7 juni 1917