Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
Afbeelding van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.60 MB)

Scans (27.87 MB)

XML (2.06 MB)

tekstbestand






Editeur

H.A. Wage



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

344. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 3 januari 1918Ga naar voetnoot468

Driebergen, 3 Januari '17

 

Zeergeachte Heer,

Hierbij zend ik U een nieuw stuk, over Schartens ‘Kroniek’, - een definitieve afrekening, wier bestaansrecht U, denk ik, wel erkennen zult.Ga naar voetnoot469 Ik hoorde in een tijd niets van U, alleen vertelde Nine mij een briefkaart ontvangen te hebben. Ik hoop dat U mij nu spoedig nog eens zult schrijven.

Ik vergat bij mijn vorige zending nog te schrijven, dat, mocht U Uw eigen indrukken van Hélène Marveil met de mijne willen vergelijken en daartoe De N.Gids nemen, - daarbij geweten moet worden, dat het heele eind uit De N.G. - waarin de schrijver zijn Brodech figuur omver gooide, door hem naar Hélène te laten toegaan - omgewerkt of liever door een ander stuk vervangen is. Daarvan is de laatste alinea nog niet goed, maar daarvoor staan [sic] nu een aantal goede pagina's mijmering, van Brodech, waaruit ik ook iets citeerde. Of er nog meer omgewerkt is, weet ik niet. In de N.G.ontbreekt wel de tweede helft van 't tweede hoofdstuk, waarin geen onoorbaar woord voorkomt, maar die Kloos niettemin voor zijn tijdschrift onoorbaar achtte. v.G.Stort, die ik al jaren ken, is verleden jaar onherroepelijk blind geworden.

Ik dank U nog hartelijk voor Uw woord naar aanleiding van mijn bundeltje. Ik hoop dat, naarmate ik innerlijk vaster zal worden, de warmte van een geloof sterk genoeg zal zijn om de neiging tot dogmatiseeren de baas te zijn. Dat ik in het verleden gevaren te boven gekomen ben, doet hopen dat ik daartoe ook later in staat zal blijken.

Wanneer U het stuk over Scharten gelezen hebt, de tweede helft, over De Beweging, U en ons, dan zult U begrijpen dat ik dit stuk geschreven heb, niettegenstaande het onderwerp op zich zelf weinig aanlokkelijk is.Wanneer ik goed gedaan heb met die tweede helft, heeft Scharten mij de aanleiding gegeven mijn serie met een duidelijk betoog te vermeerderen, dat er op den duur niet in mag ontbreken, en dat vroeg of laat had moeten komen.

Hartelijke gr.v.Nelly-mij aan allen

Uw

PNvE

[pagina 186]
[p. 186]

Heeft Mea examen gedaan? En mocht U v.d. Berch[sic] v.Eys[in]ga hebben, zou ik dan ook Pannwitz van U mogen lezen?Ga naar voetnoot470 Dat interesseert mij zeer.

voetnoot468
De brief is abusievelijk gedateerd ‘3 Januari 1917’, maar is gezien de inhoud uit 1918 afkomstig.
voetnoot469
In De Beweging 14 (1918) 2 (februari), p. 118-127 publiceerde Van Eyck als zevende en achtste aflevering van zijn rubriek ‘Lezing en Herdenking’ een bespreking van Carel Schartens Kroniek der Nederlandsche letteren, 1916 en van diens De roeping der kunst.
voetnoot470
Waarschijnlijk doelde Van Eyck op het in 1917 verschenen essay Die Krisis der europäische Kultuur van de tot de periferie van de kring rond Stefan George behorende dichter en filosoof Rudolf Pannwitz (1881-1969). Verwey besprak dit essay in De Beweging 14 (1918) 1 (januari), p. 58-63.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Uren met Platoon

  • over De getooide doolhof

  • over Het ronde perk

  • over Uitzichten


auteurs

  • over Paul Cronheim

  • over J.C. Bloem

  • over Nine van der Schaaf

  • over [tijdschrift] Beweging, De

  • over P.C. Boutens

  • over Stefan George

  • over Geerten Gossaert

  • over Jan Greshoff

  • over Willem Kloos

  • over Aart van der Leeuw


landen

  • Italië


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 3 januari 1918