Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 4 (1961)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 4
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.67 MB)

Scans (5.38 MB)

XML (1.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 4

(1961)–P.N. van Eyck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 643]
[p. 643]

Verantwoording

[pagina 645]
[p. 645]

Verantwoording van de samenstelling

Afdeling I van dit deel bevat de prozateksten uit de jaren 1917-1922, zoals die in een derde pakket gereed waren gelegd. In 1917 was Van Eyck, na een korte onderbreking, opnieuw aan ‘De Beweging’ gaan meewerken. Na april 1918 publiceerde hij voorshands weer geen proza meer, behalve het boek ‘Opgang’, dat werk van vroeger bevatte. In 1923 verscheen dan ‘Uren met Platoon’ (Boeken van Wijsheid en Schoonheid, Baarn, Hollandia-drukkerij), waarvan de inleiding over de Ideeënleer het jaar tevoren in ‘De Gids’ had gestaan.

‘Uren met Platoon’, vertaling en commentaar, is niet als zodanig voor opname in het Verzameld Werk aangewezen en blijft ook hier achterwege. Het essay ‘Over Sokrates' Palinodie in Platoons Phaidros’, waarmee afdeling I begint, is een tekst uit ‘De Beweging’ 1917; de commentaar ‘Ter Uitleiding: De Ziele-mythe’ in ‘Uren met Platoon’ blz. 252-256 is daar een verkorte bewerking van. De tekst ‘Over Platoons Ideeënleer’ echter, waarmee de afdeling besluit, is die van de Inleiding uit het boek. Volgens een los blad moest hierop nog volgen ‘Iets over Platoons Timaios’. Dit stuk kon niet worden geïdentificeerd. Aantekeningen over en vertaalde fragmenten uit de Timaios vindt de belangstellende lezer in ‘Uren met Platoon’ blz. 160 en volgende.

Zijn de eerste drie pakketten prozastukken chronologisch samengesteld, in de volgende heeft Van Eyck de bijdragen systematisch gerangschikt. Zo liggen de meeste sedert 1924 geschreven studies over moderne Nederlandse poëzie bij elkaar, in historische volgorde van Perk tot Gorter en van Leopold tot Engelman. Zelfs de doorlopende, zij het onvoltooide tekst ‘Een halve Eeuw Noordnederlandse Poëzie’ uit ‘Leiding’ is met allerlei elders verschenen of manuscript gebleven opstellen over Perk, Kloos, Verwey en Gorter doorschoten. Kronieken en besprekingen over andere onderwerpen zijn dan in een pakket diversen bijeengebracht. Ook de bijdragen over oudere literatuur, meestal uit Van Eycks hoogleraarstijd, liggen bij elkaar. Het is zeer de

[pagina 646]
[p. 646]

vraag, of het Van Eycks bedoeling kan zijn geweest al dit werk op die wijze zonder meer te bundelen. In veel van die bijdragen, met name in de kronieken, is er een functionele en tekstuele samenhang, waaruit zij door de systematische ordening worden losgerukt. Een vluchtige blik op het begin van de eerste Gidskroniek en op het slot van de laatste Leidingkroniek wijst dit al uit. Ook ‘Een halve Eeuw Noordnederlandse Poëzie’ begint met een beschouwing over het verband tussen het onderwerp en de oprichting van het tijdschrift waarin die studie verscheen. Daarbij komt nog dat de systematische rangschikking niet tot een volledig overzicht van de behandelende stof, met name van de Nederlandse poëzie sedert '80 heeft geleid. Zij kon dit des te minder doen, daar uit een groot aantal manuscripten, ontwerpen en colleges waarmee de schrijver de leemten bedoelde aan te vullen, geen leesbare tekst viel samen te stellen. Terwijl ten slotte de chronologische rangschikking van het proza 1907-1922 de ontwikkeling van de schrijver weerspiegelt, kan het loslaten van de tijdsorde voor het latere werk de verkeerde indruk wekken, dat er van een bepaald tijdstip af geen evolutie meer is geweest. Om al deze redenen leek het verkieslijk, de systematische ordening van de nalatenschap niet slaafs te volgen, maar de teksten zoveel mogelijk bijeen te brengen in hun meest natuurlijke samenhang, d.w.z. in de volgorde waarin ze in de tijdschriften zijn verschenen en die, in grote trekken althans, ook de chronologie eerbiedigt. Elders of helemaal niet in druk verschenen opstellen zijn daar dan met inachtneming van hun ontstaanstijd aan toe te voegen.

De tweede afdeling van dit deel bevat dus in de eerste plaats de kroniek ‘Nederlandse Poëzie’ en de boekbesprekingen, eveneens over poëzie, uit ‘De Gids’ 1924-1925. In mei 1925 bedankte de redactie van het tijdschrift voor voortzetting van de kroniek. De correspondentie die op dit ontslag is gevolgd, heeft Van Eyck met uitvoerige commentaar gepubliceerd in ‘De witte Mier’ september 1925 (‘De redactie van De Gids en haar criticus voor poëzie’). Naar aanleiding van dezelfde zaak verscheen nog een open brief in ‘De vrije Bladen’ februari 1925 (‘De Gids en onze dichterlijke beweging’), in antwoord op een korte beschouwing die H. Marsman aan de Witte-Mierpublikatie had gewijd. Van die twee bijdragen bevond zich alleen de laatste, de enige met algemene strekking, onder de klaargelegde teksten. Ze volgt hier onmiddellijk op de Gidskronieken. Enige maanden na het stop-

[pagina 647]
[p. 647]

zetten van de medewerking aan ‘De Gids’ begon Van Eyck een kroniek ‘Dichters en Gedichten’ in ‘Groot-Nederland’ (1926-1927). Met de twee stukken waartoe die kroniek beperkt is gebleven, besluit hier afdeling II.

Verspreide en nagelaten bijdragen uit de jaren 1924-1925 zijn, om de samenhang van afdeling II niet te onderbreken, onder een afdeling III bijeengebracht. Chronologisch lopen II en III dus evenwijdig.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken