Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 6 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 6
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.72 MB)

Scans (4.95 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 6

(1962)–P.N. van Eyck–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 629]
[p. 629]

Verantwoording

[pagina 631]
[p. 631]

Verantwoording van de Samenstelling

Zoals in de vorige delen is ook hier van de chronologie uitgegaan, met afwijking dus van het door Van Eyck ontworpen schema. De argumenten waarmee die afwijking in deel 4 (blz. 467) kon worden verantwoord, klemmen hier weliswaar niet alle, of niet alle even sterk. Met name vervalt het argument van de tekstuele, en verzwakt dat van de functionele samenhang van de bijdragen. Geldig blijft echter wat daar is gezegd over de evolutie van de schrijver, die in een ordening naar het onderwerp niet tot haar recht komt, en over de leemten in zijn plan, die niet door drukrijpe manuscripten zijn aan te vullen.

Binnen de tijdsorde is dan opnieuw naar een zo organisch mogelijke indeling gezocht.

Ter gelegenheid van het vierde eeuwfeest van de geboorte van Prins Willem van Oranje verscheen onder leiding van Prof. Dr. P. Geyl, bij G.W. den Boer te Middelburg, het verzamelwerk ‘Wilhelmus van Nassouwe’. Van Eycks daarin opgenomen studie ‘Het Wilhelmus’ is het middenstuk van een voor 't overige onuitgegeven werk ‘Oranje in Zelfverdediging: De Justificatie, Het Wilhelmus, De Apologie’. Een legger in de nalatenschap bevat de volledige tekst van dat werk, namelijk ‘Het Wilhelmus’ in een nog gecorrigeerde overdruk, ‘De Justificatie’ en ‘De Apologie’ gedeeltelijk in machineschrift, gedeeltelijk in drukproeven van dezelfde makelij als ‘Het Wilhelmus’, die naderhand blijkbaar niet hebben gediend. Omstreeks 1933 geschreven, gaat ‘Oranje in Zelfverdediging’ hier voorop, aansluitend op ‘Leiding’ uit het vorige deel. Een nooit verschenen artikel ‘Albert Verwey en het Wilhelmus’, waarvan een getypte tekst in dezelfde map lag, dient als bijlage bij ‘Oranje’.

Een aantal over de jaren 1932-1936 verschenen gelegenheids-bijdragen, meest boekbesprekingen, uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant waar Van Eyck tot 1935 Londens correspondent van was, lieten zich tot een volgende afdeling afzonderen. Chronologisch grijpt die afdeling, waaraan hier de verzamelnaam

[pagina 632]
[p. 632]

‘Feuilletons’ is gegeven, dus enigermate over, zowel naar wat voorafgaat als naar wat volgt. Tegen die lichte, overigens niet geheel te ontwijken inbreuk op de tijdsorde weegt op, dat al die artikelen een zekere onderlinge verwantschap ontlenen aan de aard van het publikatiemedium, en onder meer de sporen dragen van de beperkingen die dit de schrijver oplegde. Opgemerkt zij nog, dat alleen die krantenartikelen zijn opgenomen die Van Eyck zelf voor zijn Verzameld Werk opzij had gelegd.

In 1935 volgde hij Albert Verwey op als hoogleraar in de Nederlandse letterkunde, haar geschiedenis en de esthetische kritiek aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Dit werd het begin van een ook naar haar voorwerp vernieuwde werkzaamheid. De resultaten ervan zijn bijeengebracht onder de titel ‘Uit de hoogleraarstijd’, waarvan hier het eerste stuk wordt gegeven. Het tweede zal in het volgende, laatste deel een plaats vinden.

De oratie ‘Kritisch Onderzoek en Verbeelding’ waarmee Van Eyck zijn ambt aanvaardde, verscheen in 1935 bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage. Behalve het in deel 4 reeds opgenomen ‘Idee en Wil’, herziene herdruk van een in 1925 uitgesproken tafelrede over Albert Verwey, verscheen in Van Eycks hoogleraarstijd alleen nog ‘Over Leven en Dood in de Poëzie’ afzonderlijk in boekvorm: 1938 in 24 exemplaren bij J. Ploegsma te Zeist, herziene herdruk 1945 (geantedateerd 1939) in 15 plus 225 exemplaren bij A.A.M. Stols te 's-Gravenhage, derde druk 1947 in onbeperkte oplage bij Boosten en Stols te Maastricht. Aanvankelijk had die tekst gestaan in ‘Het Mysterie van ons Bestaan. Zes verhandelingen over het probleem van leven en dood, door J.A.J. Barge, E.A.D.E. Carp, J.C. Franken, F.H. Fischer, P.N. van Eyck, G. van der Leeuw’, Zeist, J. Ploegsma 1938.

Behalve bijdragen in tijdschriften, een enkele maal in een dagblad, publiceerde Van Eyck nog inleidingen bij drie tekstuitgaven in de Bibliotheek der Nederlandse Letteren, waarvan hij sedert de oprichting mederedacteur was.

Tussen al die teksten worden nu nog enige onuitgegeven manuscripten gegroepeerd, die namelijk waarvan een leesbare redactie kon worden vastgesteld.

Op Van Eycks studie over ‘Dierste Prologhe van Die Eerste Bliscap van Maria’ (1939) had Prof. Dr. J. van Mierlo in de ‘Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vla. Academie’ van januari 1942 gereageerd. Een in 1943 geschreven dupliek op Van Mierlo,

[pagina 633]
[p. 633]

die nooit is verschenen en waarvan de redactie trouwens niet definitief is, volgt hier - met onderbreking van de tijdsorde terwille van de samenhang - onmiddellijk op het eerste artikel over ‘Dierste Prologhe’.

De inleiding tot ‘Hermingard van de Eikenterpen’ (1939) en de studie over ‘De Pestzegen en De Pestilentie te Katwijk’ (1941) worden achter elkaar gegeven als ‘Drost-studies’, overeenkomstig een voetnoot bij ‘De Pestzegen’, dat als ‘Drost-studies III’ in het ‘Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde’ verscheen: ‘Als I moge mut. mut. mijn Inleiding tot “Hermingard van de Eikenterpen” in de Bibliotheek der Nederlandse Letteren gelden. II, over De Burggeesten (De Augustusdagen) en IV, over Drost als leider en kritikus, zullen volgen.’ Die aangekondigde II en IV zijn niet verschenen en er zijn geen teksten van beschikbaar.

Onuitgegeven zijn twee lezingen. De ene, over H. Marsman, te Utrecht gehouden, is op grond van door G. Puchinger verstrekte gegevens uit Van Eycks correspondentie met grote waarschijnlijkheid voorjaar 1937 te dateren. De tweede, ‘Over Wezen en Functie van Versritme’, is in ms gedateerd voorjaar 1939, en blijkens krantenberichten op 20 maart 1939 uitgesproken voor de Vereniging voor Pedagogisch Onderwijs aan de Rijksuniversiteit te Groningen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken