Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Avontuur met Titia (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Avontuur met Titia
Afbeelding van Avontuur met TitiaToon afbeelding van titelpagina van Avontuur met Titia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.90 MB)

Scans (12.51 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman
roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Avontuur met Titia

(1949)–HenriĆ«tte van Eyk, Simon Vestdijk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Titia Breulese aan Maarten Smallandt

Geachte Heer Smallandt,

 

Wat een toestand! Ik had U minstens vier weken geleden al behoren te schrijven! Dat ik dat niet heb gedaan komt werkelijk niet door gebrek aan belangstelling voor het onderwerp van Uw brief. Integendeel, ik was nogal onder de indruk van het feit, dat U iets wilde beginnen met dat goeie, oude museum. Ik was zó onder de indruk, dat ik dacht: ‘Ik zal die man dadelijk, uitgebreid, vlot en zakelijk antwoorden. Ik moet het zó doen, dat hij z'n museumplan niet laat varen. Als ik nu eens, zonder mezelf bepaald door het slijk te halen, trachtte hem onder het oog te brengen, dat hij op een heel ander plàn staat, dat hij, literair gesproken, over me lopen kan... Het is tamelijk ingewikkeld. Het is een moeilijke kwestie...’

Nu heb ik de ongelukkige gewoonte het afhandelen van moeilijke kwesties uit te stellen tot in het oneindige. Zoodoende hangen er allerlei onbeantwoorde brieven, aan een touwtje geregen, als een enorme, ritselende vleermuis ergens hoog tegen de muur, boven m'n bureau. Als ik uitga in een nieuwe jurk, of als ik tegen mezelf zeg: ‘Ik ga zonnebaden op het dak... De straat ruikt naar acaciabloesem... Er zijn aardbeien...’, of: ‘Ik schiet op met m'n werk... Ik heb een tientje over...’, als ik echt stralend in m'n humeur ben, dan steekt plotseling m'n geweten de kop op en fluistert: ‘O ja??? Ben je zo tevreden??? Kijk dáár dan eens...’ En dan kijk ik naar de vleermuis en vind hem angstaanjagend dor en groot, en het is of er vergeelde papiertjes omlaag dwarrelen, brieven, die allemaal ongeveer zó beginnen: ‘Zeer Geachte Juffrouw B....’, en die eindigen met: ‘In afwachting van Uw antwoord... Verzoeke omgaand antwoord... Uw antwoord tegemoetziend... Ik sluit postzegel voor antwoord in...’

Antwoord!!! O ja natuurlijk, morgen of overmorgen. Vandaag is

[pagina 8]
[p. 8]

het voorjaar [of najaar - zoals het uitkomt], vandaag vergeet ik de brieven en de mensen mèt en zonder postzegels...

Zo ben ik, meneer Smallandt. Maar het zal U misschien genoegen doen te horen, dat ik bij tijden echt gebukt ga onder het besef van m'n eigen lamlendigheid.

Hoe het komt, dat in dit speciale geval een zeker doorzettingsvermogen op correspondentiegebied zich alsnog bij mij heeft gemanifesteerd, is me een raadsel. Misschien is het omdat ik U door Uw boeken beter ken [of méén te kennen] dan de andere mensen van de brieven. Misschien heb ik een soort verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van Uw publiek, dat ik - door niet te antwoorden - Uw museumnacht zou onthouden.

Kijk, volgens mij kunt U dat boek gerust schrijven. Ik publiceerde indertijd wel een novelle die in een museum speelt, die zelfs 's nàchts in een museum speelt, maar daar hoeft U zich niets van aan te trekken. Uw publiek is het mijne niet. Mijn publiek bestaat uit gymnasiumkinderen, tramconducteurs, dames en heren met vacantie, een enkele acteur, een enkele meester in de rechten met z'n familie, enige kantoorbedienden, anderhalve pianist, een toevallige wijnfirma, een afgedwaalde dominee, wat huismoeders... Alles heel gezellig en gemoedelijk en gewoon.

Maar U!!! Uw publiek!!! De ‘haute litérature’, meneer Smallandt! Wat hebben Uw lezers gemeen met mijn kantoorbedienden, mijn meesters in de rechten en mijn huismoeders?

Maar in ernst, gaat U nu toch alstublieft rustig Uw gang met dat boek. Ik voel me in zo'n nare situatie. Ik zou U willen beloven nooit meer over museumnachten te schrijven, of - als U dat mocht willen - nooit meer over iets ànders dan museumnachten te schrijven... Ik heb een postzegel gekocht bij de drogist. Ik ga deze brief meteen op de bus brengen, anders blijft hij nòg liggen. Ik ken mezelf.

 

Beste groeten van Uw

 

TITIA BREULESE


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken