Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De jacht op de spiegel (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van De jacht op de spiegel
Afbeelding van De jacht op de spiegelToon afbeelding van titelpagina van De jacht op de spiegel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (28.60 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De jacht op de spiegel

(1952)–HenriĆ«tte van Eyk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

XX

De weg achter de rotsen om leidde over een uitgestrekte zwartgeblakerde vlakte, waar hier en daar nog het halfverkoolde skelet van een bremstruik of een kleine berk viel te onderscheiden.

‘Het lijkt, zo in de schemer, een beetje op de achterkant van de maan...’ zei Jock. ‘Daar zijn nooit kleuren, alles is er zwart en grijs. Sommigen houden van dat sombere, ze gaan er speciaal hun vacantie doorbrengen om eens lekker bedroefd te kunnen zijn. Na een week of wat komen ze dan helemaal uitgehuild terug. Toch raden de maangodinnen af er heen te gaan. Ze zijn bij ons van nature eerlijk, maar al dat zwart en grijs kan op den duur wel een verkeerde invloed op ze hebben... Het wil wel eens voorkomen, dat een eerlijk iemand óneerlijk terug komt van zo'n trip. Voor zulke ongelukkigen zijn speciale ziekenhuizen ingericht. Ze krijgen daar haverstroballetjes zonder haverstro, en holle roomsoezen; en ze moeten alle boeken het achterstevoren en het ondersteboven en het binnenstebuiten lezen... Het is een afschuwelijke kuur, maar de meesten worden na een jaar helemaal genezen ontslagen.’

‘De medische wetenschap,’ riep de koekoek, die mee vloog tussen twee parkieten, ‘is in de loop der laatste decennia sterk vooruitgegaan. De uitvinder van het cuivre poli heeft met bewijzen aangetoond, dat Rode Hond een derivant is van het, reeds in de middeleeuwen bekende karnemelkzuur...’

De giraffe kreeg as in zijn ogen. Vervelend al dat

[pagina 117]
[p. 117]

gepraat om hem heen. Toen Jock weer begon over de achterkant van de maan, zei hij min of meer verveeld: ‘Als je maar niet denkt, dat dít de achterkant van de áárde is. Onze aarde heeft alleen maar voorkanten. Het is hier zo geworden door de heidebranden. Als de ene is uitgewoed, begint de andere. Er valt altijd nog wel íets te verbranden voor zo'n brand...’

‘Kijk daar es,’ riep de blauwe reiger, die met de oude leeuwerikdame een eindje vooruit was gevlogen.

Allen zagen hoe in de verte een torentje zich zwart aftekende tegen de vaalgele avondhemel.

‘Volgens professor de Bral,’ zei de koekoek, ‘moet dat de kerk zijn van het Houten Stadje.’

De egelvader op de rug van het hert, gaapte hoorbaar. Toen begon hij weer over interpelleren, en riep met een verongelijkte klank in zijn stem, dat ze al urenlang hadden gelopen, dat hij en zijn familie niet van ijzer waren en dat ze eten nodig hadden, en slaap.

‘Hè ja,’ zei Klein Konijn. ‘Eten en slaap.’

De giraffe ging niet in op dit zot gepraat over eten en slaap voor dieren, die op het oorlogspad zijn. Maar al de anderen begonnen, huns ondanks, te denken aan boterhammen en haver en rijst en melk, en aan een gezellige warme stal met stro...; en ze gingen van het denken almaar langzamer lopen zodat het bijna helemaal donker was tegen de tijd, dat ze het Houten Stadje bereikten.

 

De koekoek had gezegd, dat professor de Bral had gezegd, dat er in het Houten Stadje houten mensen woonden, maar daarmee had hij niets nieuws beweerd.

[pagina 118]
[p. 118]

Iedereen wist dat zó wel, daar hadden ze de koekoek en de professor niet voor nodig. Maar hoe die mensen precies ontstaan waren, wist niemand. Zelfs de archivarissen van het hof konden alleen maar raden naar de oorspronkelijke vorm der legende, die met het ras der houten mensen in verband zou kunnen worden gebracht. Oude, nog maar deels te ontcijferen oorkonden, schenen te duiden op een grote ramp, die deze streek tienduizenden jaren geleden had geteisterd. Er moest toen iets zijn neergesmakt op de aarde, daar, waar nu - bij de grens van Lobelia en Troje - de Amethysten Vallei lag. En door de schok en de schrik zouden de omwonenden veranderd zijn in houten mensen...

Die houterigheid had zich gehandhaafd, van de ene generatie op de andere, en nu wist niemand beter of het hoorde zo. De houten mensen braken zich het hoofd niet over de vraag hoe het kwam, dat zij anders waren dan de overige bewoners van het land. Ze boenden, gewoontegetrouw, eenmaal in de week (op Zaterdag), hun houten kleren met meubelwas; ze aten hun maaltijden van houten ham met gebakken ijzerdraadjes; en ze riepen ‘Pang!’ als ze tegen elkaar botsten. Ze vonden het de gewoonste zaak van de wereld, dat ze niet konden praten; ze vroegen niets en ze zeiden niets, en hun gebrek aan belangstelling voor alles wat niet van hout was, dus ook voor spiegels, maakte dat ze erg in de pas stonden bij Hans II, die echter nooit iets voor ze deed, wat misschien ook wel het veiligst was, voor hen zelf én voor ieder ander, want je wist nooit of ze een vriendelijkheid wel als een vriendelijk-

[pagina 119]
[p. 119]

heid zouden opvatten; de houten mensen waren volkomen onberekenbaar, en als er eenmaal een idee had postgevat in hun houten hoofden, was het er met geen stok meer uit te krijgen. Dan handelden ze verder automatisch, zonder met iets of iemand rekening te houden. Je kon ze dus beter laten voor wat ze waren in hun stadje achter de verbrande heide.

 

Het Houten Stadje begon met een ophaalbrug over een droge gracht, die vol lag met schoolbanken en lege kratten.

Bij de ophaalbrug gekomen begon de egelvader, die nog steeds met zijn hele gezin op de rug van het hert zat, weer te jeremiëren, maar niemand lette op hem.

De giraffe gaf instructies. ‘We lopen op onze tenen over deze brug de stad in,’ zei hij. ‘Dan trekken we zo snel mogelijk door de straatjes naar de kerk bij de buitenwal. Daar komen we, over een andere ophaalbrug, op de grote weg naar de grens. Als het meeloopt, zien de houten mensen ons niet eens. Het is nacht, ze slapen.’

Maar de houten mensen bleken helemaal niet te slapen, ze vierden feest. Toen Jock en de dieren de brug over, en een steegje door waren, stonden ze ineens op een versierd plein. Overal hingen guirlandes van roodglazen en blauwglazen bloemen, en in die bloemen brandden vetpotjes, die een dansend paarsachtig schijnsel wierpen op de bruingeteerde, met slingers apenoten en hazelnoten en walnoten versierde huisjes. Op het plein en in alle straatjes, die op het plein uit kwamen, hosten de houten mensen. Ze zwaai-

[pagina 120]
[p. 120]

den met vlaggetjes en ze hadden mutsen van zilverpapier opgezet. Dát was allemaal heel gewoon, maar het ongewone, het griezelige van deze feestvierderij, was de stilte. Je hoorde niemand lachen of schreeuwen of zingen... Je hoorde geen draaiorgels of harmonica's. Je hoorde alleen maar, soms, ‘Pang! Pang! Pang!’ alsof sjoelbakschijven door elkaar schoven...

Wat had dit feest te betekenen? De houten mensen wisten het niet, ze wisten alleen, dat er ieder jaar een zomernacht was als deze, een zomernacht dat ze de stad versierden, en door de straten hosten tot in de verte, boven de Oostgrens, de zon opging. Was het soms een oogstfeest? Of was het misschien een feest, dat was ingesteld om de houten mensen er aan te herinneren, dat ze vroeger anders waren geweest? Vroeger, tienduizenden jaren geleden immers, leefden op de heide en tussen de rotsen mensen van vlees en bloed, die goed waren of slecht, die logen of waarheid spraken, en die ook wel - als ze de kans kregen - eens in een spiegel gluurden... Want er wáren spiegels in dat grijze verleden, er waren spiegels op de meren, en tussen het bergkristal, en in de ogen van sommige mensen... Maar hoe dan ook, die belangstelling voor spiegels was er nú bij de houten mensen helemaal uit. En dat was misschien nog zo kwaad niet en in ieder geval reden genoeg om feest te vieren, en ‘Pang!’ te roepen, en te hossen tot de zon op ging.

Vlak langs de huizen, om zo weinig mogelijk op te vallen, slopen Jock en de dieren naar de overkant van het plein. De rondtollende wezens staarden recht voor zich uit en zagen niets, nóg niets...

[pagina 121]
[p. 121]

‘St...’ fluisterde de giraffe, stilstaand op de hoek van een straat, waar zóveel vetpotjes brandden, dat het leek of de zon scheen. ‘We vallen te veel op met z'n allen... Beter in kleine groepjes... Langs verschillende wegen... Verzamelen in de kerk bij de buitenwal... Zegt het voort!’

De witte muis met de rode ogen suisde weg. ‘Verzamelen in de kerk bij de buitenwal! Verzamelen in de kerk...’

‘Dat is historisch juist!’ riep de koekoek. ‘In tijden van nood begeeft men zich naar de kerk.’

‘Kerk?’ De egelvader zette zijn pennen op van verontwaardiging, prikte het arme hert zó hard in zijn hals, dat het een grote sprong naar voren maakte, en keek de giraffe met zijn kraalogen strak aan. ‘Verzamelen in de kerk? Wat moet ik met mijn vrouw en kinderen in de kerk? Kun je eten in de kerk? Kun je slapen in de kerk?’

‘Slapen wél...’ mompelde de giraffe, even uit het veld geslagen. ‘Maar éten...’ Toen drong de schandelijke brutaliteit van dit kleine stekeldier tot hem door, en hij trok met zóveel ergernis en zó plotseling zijn schouders op, dat Jock van zijn rug gleed, en gillend neerplofte, pal voor de voeten van een prachtig gepolitoerde dame in een jurk van vuurrood gebeitst eikenhout.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken