Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946) (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)
Afbeelding van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)Toon afbeelding van titelpagina van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.30 MB)

Scans (4.16 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)

(1952)–Johan Fabricius–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

18

Intussen nam mijn radio-werk steeds meer van mijn tijd in beslag. De Belgische Regerings-radio verzocht mij een wekelijkse causerie in haar program-

[pagina 77]
[p. 77]

ma te houden. Ik trof daar als geregeld spreker reeds Siegfried van Praag, die elders dus de waardering voor zijn bizondere capaciteiten had gevonden welke hem van Nederlandse zijde was onthouden. Hij sprak - met de warme geestdrift die zijn vrienden van hem kennen, en met groot dichterlijk doordringingsvermogen - over culturele onderwerpen. Wie voor zulk een indirecte wijze van strijdvoeren tegen Hitlers macht de schouders ophaalde, bewees daarmee alleen maar dat hij, in de ban van het wisselend militair geluk der beide partijen, geheel had vergeten waar het in deze tweede Wereldoorlog uiteindelijk om ging - om het zijn of niet-zijn van onze Westerse Beschaving.

Wat later vroeg ook de ‘American Broadcasting System in Europe’ (A.B.S.I.E.) om mijn medewerking. Ik sprak in het Duits en in het Engels, tot de vijand dus en tot de Amerikaanse soldaat te velde; het was inspirerend werk. Een tijd lang werden pogingen ondernomen om, via een beaming naar New York en dan verder naar San Francisco, Nederlands-Indië te bereiken; het ging om een rechtzetting van de Japanse propaganda onder het naïeve Indonesische volk. Ik kende slechts het omgangs-Maleis der grote steden, waarvan natuurlijk geen gebruik kon worden gemaakt (zomin als b.v. van pidgin-Engels voor China of van plat-Jordaans voor Nederland), en de heer Achmed, vertaler bij de Nederlandse regering te Londen, was zo vriendelijk mij bij het opstellen van de Indonesische teksten terzijde te staan. Omtrent het effect van deze uitzendingen naar het andere eind van de wereld maakte ik mij geen enkele illusie. ‘En rekent d'uitslag niet, maar telt het doel alleen’. Boeiend was ook deze taak weer in hoge mate, reeds omdat het mij ter beschikking gestelde oriënteringsmateriaal zoveel onthulde omtrent de op uiterste onnozelheid berekende Japanse propaganda in Zuid Oost Azië en omtrent de bedoelingen die Japan kennelijk met ‘Indonesië’ had: verliezen wij dit veroverd gebied, dan zullen die vervloekte Hollanders er tenminste óók geen plezier meer aan beleven!

Naast al dit veel-omvattend radio-werk hield ik nog lezingen-met-of-zonder lichtbeelden en schreef ik Indische schetsen en korte vertellingen voor het in Londen verschijnende weekblad Vrij Nederland. Verder was er een cabaret voor de Nederlandse soldaten, dat teksten nodig had...

In 1944, kort na de bevrijding van de zuidelijke provinciën, gingen tenslotte ook de poorten van de Nederlandse Regeringsradio voor mij open. De heer L. de Jong, wiens weloverlegde politieke commentaren de Nederlandse luisteraar uit de oorlogsdagen zich nog wel zal herinneren, verzocht mij om een wekelijkse causerie over het Verre Oosten, dat sedert het gestadig oprukken van MacArthur in het brandpunt der belangstelling was komen te staan. Ik verheugde er mij over, zij het in een laat stadium, onder de auspiciën van mijn eigen regering te mogen spreken, over een zaak die bovendien mijn ganse

[pagina 78]
[p. 78]

hart bezat - de nu stilaan naderbijkomende bevrijding van Nederlands-Indië.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken