Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946) (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)
Afbeelding van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)Toon afbeelding van titelpagina van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.30 MB)

Scans (4.16 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)

(1952)–Johan Fabricius–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

24

Dank zij een steeds intensere afweer, en vooral na het veroveren van de Kanaalhavens, werden de V.1's boven Londen minder frequent; er kwamen dagen en nachten dat wij er nog slechts een enkele hoorden. Churchill had ons echter tegen andere, nòg vernielender ‘Vergeltungswaffen’ gewaarschuwd, en wij verzamelden moed voor de nieuwe, nog onbekende verschrikkingen.

Op een nacht schrok ik wakker van wat op het inslaan van de bliksem, met na-grommende donder, geleek. Het ganse flatgebouw schudde, en uit het raam naar buiten kijkend in een verblindend oplaaiende hemel dacht ik, nog slaapdronken, een ogenblik lang dat heel Londen in de lucht was gevlogen. Zo erg bleek het achteraf niet te zijn, maar deze V.2 explosies overtroffen wel alles wat we in dit opzicht nog hadden beleefd. Gedurende de dag volgden er meer, met urenlange tussenpozen.

Het langdurig na-rommelen, als bij een onweer, vond zijn technische verklaring in de omstandigheid dat dit nieuwe projectiel sneller was dan het geluid. Het explodeerde geheel zonder waarschuwing; het ‘aankondigend grommen’ kwam pas achteraf. De V.2 maakte zich berucht door haar geweldig doorslaande kracht; ze moest wel ongewoon groot en zwaar zijn (de opgeraapte fragmenten bewezen dit spoedig). Daar kwam nog bij dat ze haar - bijna verticale - duik zeer hoog begon; in de stratosfeer, werd er gezegd.

Ook deze nieuwe vorm van bombardement had weer iets spookachtigs. Men kon de hand van een vriend drukken met 'n ‘het ga je goed, ouwe jongen, en vergeet onze afspraak niet’ en juist na het uitspreken van het laatste woord in duizend onvindbare stukken uiteengescheurd zijn. Men kon voor het stationnetje van de Underground bij z'n vaste krantenman een Evening Standard, last edition, kopen - en meteen dat men hem gedachteloos z'n penny reikte en gretig naar de headlines keek, was de hele krantenman er niet meer, noch het stationnetje, noch de krant met de fascinerende headlines, zonder dat men van dit raadselachtig en spoorloos verdwijnen echter zelf nog kon getuigen.

[pagina 101]
[p. 101]

Ieder van ons trachtte op zijn eigen wijze het merkwaardige element van onzekerheid te verwerken dat het laatste snufje van deze ‘totale oorlog’ nu weer in onze toch al zo onberekenbare existentie had gebracht. Man en vrouw hadden in hun onderbewustzijn dezelfde gedachte wanneer zij 's morgens tot elkaar zeiden: ‘Tot vanavond dus.’ Er school in elk geval een geheime troost in de overweging dat men van z'n eigen noodlottig einde, indien het mocht komen, met wat geluk niets zou weten...

Zoals ik reeds zei: de V.1 had een slopend effect op onze zenuwen gehad; er waren er, die het minutenlang aanzwellende geronk en dan het plotseling afslaan van de motor, gevolgd door de omineuze duikvlucht, nauwelijks meer konden verdragen. De V.2 mocht dan daadwerkelijk misschien nog dieper wonden slaan in het bloedende hart van Londen... ze deed het althans snel en zonder een tergende dramatische climax. Deze stratosfeerbommen vielen ook slechts sporadisch; enkele malen per dag hoorde men er een. Soms ontgloeiden ze zichzelf door de snelheid van hun val en ontploften hoog in de lucht: een helderwitte wolk tegen het hemelsblauw; daarna nog een langdurig na-bolderen. Die zou althans geen kwaad meer aanrichten.

Overigens naderde de oorlog nu z'n einde.

Toen ik in de voorzomer 1945 mijn vrienden in Den Haag terugzag, kreeg ik, behalve het relaas van een vreselijke winter, ook steeds weer verhalen te horen over het afschieten van de V.2's. ‘Ja, en als er daar in de duinen dan weer een omhoog ging, net 'n komeet was het met een vurige staart achter zich aan, dan hielden wij ons hart vast: of hij niet weer zou mislukken en halverwege terugkeren...’ De verschrikkingen van het doorgestane vervulden hen nog te zeer dan dat zij zich bewust werden van de ironie die ik - zojuist uit het beschoten Londen komend - in hun verzuchting moest voelen.

 

***

 

De Rijn was geforceerd. Duitsland, leeggebloed in vier Russische winters, murw gebombardeerd door de Amerikanen en Engelsen, waggelde onder de laatste mokerslagen. De concentratie-kampen, waarover de Jüdische Greuelpropaganda meer dan tien jaar lang had gebazeld, werden opengeworpen, en eenvoudige jongens uit Milwaukee, Manitoba, Shropshire en Inverness stonden bleek en stom en wat onpasselijk voor de gaskamers, de stapels naakte, uitgemergelde lijken, de zich in lompen rondslepende spookverschijningen van Belsen, Buchenwald en Dachau, of hoe de opvoedkundige instituten van het Derde Rijk verder nog hebben mogen geheten. De zweer was opengebarsten en een walg van stank sloeg uit dit Arisch Paradijs op. De Führer aller Duitsers, gevangen als 'n rat in de val, onttrok zich door vergift aan de aardse gerechtigheid. Zijn beul Himmler, zijn profeet Goebbels en

[pagina 102]
[p. 102]

nog een aantal schurken van kleiner formaat volgden hem, en de wereld rouwde er niet om. Anderen echter zouden, gretig profiterend van de voorrechten ener door hen zo vaak gesmade democratie, nog de kans krijgen in daverende redevoeringen hun patriottische plichtsbetrachting te verheerlijken en in de ogen hunner wrokkende landgenoten tot martelaars worden.

V.E. (Victory in Europe) Day in Londen. De stad zo vol dat men in Piccadilly, Leicester Square, Trafalgar Square en Strand nauwelijks 'n stap vooruit kwam. Veel gezwaai met vlaggetjes, veel gehos en brooddronkenheid - dwaze en onwaardige afsluiting van een wereld-tragedie die ook na Duitslands capitulatie, verre van werkelijk te zijn beëindigd, in millioenen harten voortbloedde.

Er was dan ook geen diepgevoelde vreugde, slechts een wat halfhartige poging tot zelfverdoving. Het naieve vertrouwen van November 1918: dat de wereld, bevrijd van zijn demon, de Kaiser, nu een langdurig tijdperk van vrede en broederschap onder de volken tegemoet ging, ontbrak. Deze keer had men daaromtrent weinig illusies meer; men wist reeds dat de broederlijke omhelzingen tussen Amerikaanse en Russische soldaten aan de Elbe geen enkele belofte voor de toekomst inhielden.

Mijn vrouw en ik voelden de leegheid van dit Overwinningsfeest al bizonder scherp doordat een goede vriendin uit de provincie de avond tevoren radeloos bij ons was komen binnenvallen: zij had zojuist indirect gehoord dat haar man, een luitenant in het Amerikaanse leger, bij de Rijn zou zijn gesneuveld. Zij hoopte dat ik er haar de volgende morgen bij zou willen helpen een officiële ontkenning of bevestiging van het vreselijk nieuws te krijgen. Wij zaten binnenskamers te overleggen terwijl buiten, op het grasveld van ons flatgebouw, gedanst werd bij een op een der balkons geplaatste gramofoon. In de ochtend van V.E. Day toog ik met haar naar de Amerikaanse Ambassade, waar wij tenslotte iemand vonden die de meest recente lijst van gevallenen voor ons opspeurde. Wij keken ze gezamenlijk door, en een langs de lijst glijdende vinger hield bij de bewuste naam stil; men bleek er in de opwinding der laatste dagen nog niet toe gekomen te zijn de nabestaanden te waarschuwen, en zo had het dan kunnen geschieden dat de vrouw van de gesneuvelde via een condoleantie van een regimentskameraad vernam dat de oorlog haar bij het afscheidnemen nog tot weduwe had gemaakt. Zij hield zich dapper, maar het zweet parelde haar op het bleke voorhoofd. Binnen de maand verwachtte zij haar eerste kind.

Taxi's reden er die dagen in Londen niet; de straten in het centrum waren voor alle verkeer gesloten; te voet moesten wij onze weg vinden dooreen schouder aan schouder geperste, zingende, schreeuwende, ons met papieren toeters in het gezicht trompettende menigte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken