Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946) (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)
Afbeelding van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)Toon afbeelding van titelpagina van Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.30 MB)

Scans (4.16 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een wereld in beroering. Verdere mémoires (1936-1946)

(1952)–Johan Fabricius–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

42

Ik hoorde dat de Nederlandse overste Asjes, een der Rapwi-leiders, in zijn eigen toestel naar Soerabaia zou vliegen, en vroeg hem of hij mij wilde meenemen. Hij dacht de eerste dag in Semarang over te blij ven - dit zou mij dan meteen gelegenheid geven, uit de eerste hand een verslag te krijgen over het dagenlange gevecht dat daar zojuist had plaats gevonden, zei hij. Het geval was analoog aan dat van Bandoeng, met dit verschil dat het te Semarang op een tragedie was uitgelopen.

Asjes zat zelf in de cockpit, en ik maakte voor het eerst kennis met ‘hedgehopping’. Wij vlogen vaak slechts enkele meters boven de grond, telkens even omhoogscherend om niet met de bomen in aanraking te komen, waarvan de kruinen bewogen in de door onze Mitchell ontketende storm. Voor lijders aan luchtziekte is het niet aan te bevelen.

Met opzet werd koers gekozen over Krandji en Bekassi, een republikeins centrum waar zich volgens de geruchten een extremistische troepenmacht ver-

[pagina 179]
[p. 179]

zamelde met de bedoeling op Batavia aan te marcheren. Al wat wij uit de lucht zagen, was een gezellige vergadering van pemoeda's op de spoorrails (in afwachting van een Rapwi-trein?) en nog wat exercerende jongelui in het open veld, die van verbazing vergaten dekking te zoeken. Het was onnodig, maar dat konden zij niet weten. Tenslotte had hun Djocja'se Republiek de oorlog aan ons verklaard...

In Semarang vernam ik het volgende. De door Soekarno aangestelde Indonesische Resident Wongsonegoro was op de 14de October er toe overgegaan alle manlijke Nederlandse (ook de Indo-Europese) burgers in ‘Schutzhaft’ te nemen. De stad ziedde van geruchten - in de komende nacht zouden de pemoeda's met een overmacht het Japanse garnizoen overvallen. De inheemse bevolking bewapende zich met parangs en lansen, zonder zelf nog goed te weten van welke zijde het gevaar straks zou komen.

Tegen middernacht werd rondom het Japanse hoofdkwartier te Djatingala inderdaad het vuur geopend, en gaandeweg nam het schieten in hevigheid toe. Om half vijf in de morgen meldden enkele Japanse officieren zich bij de Rapwi-leiding met de mededeling dat zij nog slechts door een gewapend optreden de openbare orde en rust konden herstellen. Meteen rukten Japanse troepen uit Djatingala naar de eigenlijke stad op, bezetten al vechtend de Bodjong-heuvel en arresteerden daar de republikeinse Resident. Deze stelde zich daarop schriftelijk met de pemoeda's in verbinding en trachtte hen te bewegen de stad te verlaten. Soekarno's hoofdkwartier te Batavia deed hetzelfde, maar de pogingen werkten niets uit.

De Rapwi-leiding maakte zich in het bizonder ongerust over het lot van de kleine duizend blanke en Indo-Europese mannen in de Boeloe-gevangenis, die zich nog in handen der pemoeda's bevond. De daar opgeslotenen hebben inderdaad benauwde uren beleefd, maar zij zijn de dans ontsprongen, en enigen van hen vertelden mij wat zich bij de nadering der Japanse soldaten afgespeeld heeft. De pemoeda's hadden meer dan honderd Japanners, die in de loop van de dag als krijgsgevangenen waren binnengebracht (o.a. de piloten en het grondpersoneel van het vliegveld) in zeven kleine cellen bijeengeperst. Kort voor het prijsgeven van de gevangenis werden deze ongelukkigen tot de laatste man met de bajonet afgemaakt.

Het moorden geschiedde door de tralies en met de gehoorzame medewerking der slachtoffers. ‘Berdiri! Sta op!’ werd ervan buitenaf bevolen, en telkens stelde een Japanner zich in een aan waanzin grenzende doodsverachting voor het traliewerk op en liet zich doorsteken. Velen scheurden daarbij uitdagend hun uniformjas open en riepen: ‘Ti'ada perdoeli! Bikin sadja! Kena hati! - Het kan me niet schelen! Doe maar! Tref het hart!’ en nog meer in die trant.

[pagina 180]
[p. 180]

Harakiri.

Laat ik maar zwijgen over wat de binnendringende Japanners, na hun makkers daar in de cellen te hebben gevonden, met de pemoeda-cipiers deden die niet meer bijtijds de gevangenis hadden kunnen ontvluchten. Dit is een dag van bloedige, vreselijke afrekening geworden.

Op de 18de October, drie dagen na het begin van de strijd, werden ongeveer vijftig Nederlandse vrouwen en kinderen bevrijd die in het hotel Pavillon, in het centrum der stad, zaten opgesloten. Ik zag in en om het hotel overal de sporen van het recente gevecht, maar de vrouwen hadden in de afgelopen drie-en-'n-half jaar te veel meegemaakt om zich door 'n paar uren van acuut gevaar uit hun evenwicht te laten brengen. ‘Het ging deze keer niet tegen ons, meneer, maar tegen de Japanners, en de pemoeda's zeiden: “De Jap is toch ook jullie vijand!” Ze wisten immers wat wij in de kampen hadden moeten uitstaan.’ De vrouwen zuchtten en één zei: ‘Op het laatst kregen we nog bijna met hen te doen. Er waren heel jonge jongens onder, die huilden omdat zij het gingen verhezen; in hun paniek sprongen ze van de eerste verdieping zo maar omlaag! Ze hadden gemakkelijk hun armen en benen kunnen breken...’

Wat deze vrouwen nu nog deed huiveren, was de herinnering aan een toneel dat zich vlak voor het hotel had afgespeeld: hoe Japanse krijgsgevangenen in een truck werden aangevoerd en aan de wraak der massa's uitgeleverd. ‘Ze zagen wel erg bleek, maar u had moeten zien hoe kalm ze bleven! Met 'n stalen gezicht lieten ze zich uit de auto sleuren, en ze waren zelfs te trots om hun arm op te heffen en zich te verweren toen er met parangs op hen werd ingehakt. - Moed hebben ze wel, die Jappen... Hoe is het dan toch mogelijk dat ze tegen ons, ongewapende vrouwen, zo laf en gemeen waren?’

 

***

 

We zouden de volgende morgen juist weer opstijgen toen er haastig een auto kwam aanrijden die namens de Engelse stadscommandant het verbod bracht naar Soerabaia door te vliegen. Het vliegveld daar lag onder republikeins vuur; alleen militairen ‘on duty’ mochten er landen.

Onze Mitchell keerde daarop naar Batavia terug, nu meteen enkele vrouwen en kinderen evacuerend, die in een nabije loods op luchttransport wachtten. Voor ik instapte, had ik nog gelegenheid te zien op welke wijze de pemoeda's van hun tijdelijke heerschappij over het vliegveld van Semarang gebruik hadden gemaakt. Er stonden wat Japanse jagers en één of twee transporttoestellen. Alles wat losgeschroefd kon worden was er uit verdwenen. Begerige handen hadden zelfs de bekleding van de zittingen gescheurd.

Kort nadien was ik er te Batavia getuige van hoe luitenant-generaal


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken