Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het graf (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het graf
Afbeelding van Het grafToon afbeelding van titelpagina van Het graf

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.50 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
leerdicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het graf

(1977)–Rhijnvis Feith–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

V. Wijze van uitgave en bibliografie van Het Graf

Het manuscript van Feiths leerdicht is hoogstwaarschijnlijk verloren gegaan. Feiths latere uitgever en vriend J. Immerzeel Jr.Ga naar voetnoot1 heeft indertijd al een ware jacht op de handschriften van de Zwolse dichter ondernomen, daarbij gesteund door Rhijnvis zelf die graag al zijn geschriften in handen van één eigenaar zag, omdat dan immers de mogelijkheid tot een volledige uitgave van zijn werken aanwezig zou zijn. Er is een brief bewaard van Feith aan Immerzeel, die alle hoop de autograaf van Het Graf te vinden de bodem inslaat:

‘Van het meeste, dat bij Allart gedrukt is, zijn geen manuscripten over gebleven. Hij sneed de bladen van een en zond ze mij met elke drukproef en als het vel afgedrukt was, raakten die blaadjes in 't vuur of op een zekere plaats. Van de weinige werkjes, daar de copie van geheel gebleven is, is er geen van in mijn handen. Mijn zoons hadden er een zwak op en zij bezitten ze thans allen.’Ga naar voetnoot2

Bij die ‘weinige werkjes’ zal Het Graf niet geweest zijn, aangezien er in het familiearchief-Feith niets van dien aard te vinden is, noch in de verzameling-Immerzeel van de Koninklijke Bibliotheek.

De hierna volgende tekstuitgave geschiedt daarom naar de eerste druk (A), die in 1792 bij J. Allart verscheen. Want dat is de enige editie, waar Feith geheel verantwoordelijk voor kan worden gesteld. Uit een brief van 12 maart 1818 aan Immerzeel valt op te maken, dat deze toen juist het kopijrecht van Het Graf in handen had gekregen en van plan was een nieuwe druk uit te geven. Blijkbaar had hij de dichter over zijn voornemen gepolst. Feith was enthousiast:

[pagina 35]
[p. 35]
‘Gaarne zal ik de proeven van Het Graf en den Ouderdom nazien, als gij er een' nieuwen druk van oplegt. Aanvullende correcties heb ik er niet op gemaakt en ben er nu niet in staat toe. Ook houde ik er niet van,....Ga naar voetnoot1 ze reeds in zoo veele handen zijn, en ik het eigenlijk niet voor volkomen eerlijk houde, om ze alle voor gebrekkige edities te verklaren. En wat de voorreden betreft - wat zal ik daar in zeggen? Dat beide werkjes schoon verkocht zijn?’Ga naar voetnoot2 Dat zou eigen lof zijn en die schuwt hij.

Enige tijd later, op 20 november 1818Ga naar voetnoot3, verzoekt Feith aan Immerzeel om voor de nieuwe uitgave van Het Graf de spelling-Siegenbeek aan te houden. Hij machtigt hem om iemand de tekst te laten herspellen.

In 1819 verscheen dan eindelijk (na zevenentwintig jaar!) een nieuwe uitgave (B) van Het Graf, die op enkele, weinig essentiële punten van de vorige verschilt:

1.De verschillende fragmenten zijn duidelijker van elkaar te onderscheiden, doordat telkens de beginregel inspringt.
2.Terwijl in de eerste druk zeer veel substantieven met een hoofdletter gespeld werden, is B hierin veel spaarzamer.
3.Een paar evidente drukfouten zijn in B hersteld. Het betreft hier in I 155: goud i.p.v. gond.
in II 368: zien ze i.p.v. zienze.
in III 85: eedle Menschheid i.p.v. eedle M enschheid.
Deze correcties hebben wij in onze uitgave stilzwijgend overgenomen.
4.Op een aantal plaatsen is de interpunctie gewijzigd. Een heel enkele maal wijkt ook de tekst af van die in A. Mogelijk heeft Feith hierin de hand gehad, maar hij zal dergelijke veranderingen op zijn minst toch hebben goedgekeurd. Wij hebben in onze uitgave dit soort varianten aan de voet van de bladzijden vermeld.

Voor het overige is B, qua tekst en uitvoering (formaat, paginering en illustraties), geheel gelijk aan A.

De volgende uitgave (C) van Het Graf, in tijdsorde de derde, hoewel

[pagina 36]
[p. 36]

niet als zodanig aangeduid, verscheen in het elfde deel van de Dicht- en Prozaïsche Werken van Mr. Rhijnvis Feith uit 1824. De dichter was aan het begin van dat jaar, na langdurige ziekte, gestorven en kan dus geen bemoeienis meer met deze editie gehad hebben. In C ontbreken de vignetten van Reinier Vinkeles. De tekst is verder - behoudens enige nieuwe drukfouten - gelijk aan B.

Tenslotte zag in 1829 nog een laatste, ‘derde’ druk (D) het licht, die in geen enkel opzicht van de tweede editie verschilt en dus wederom de prentjes van Vinkeles bevat.

Het Graf is ook blijkens het aantal vertalingen een van Feiths populairste gedichten geweest. Tussen 1820 en 1830 verwierf het zelfs buiten onze landsgrenzen enige vermaardheid. Eerst bracht P.F.L. von EichstorffGa naar voetnoot1, een Duits officier, door Kinker te Luik in de neerlandistiek ingewijd, onze oosterburen in kennis met Feiths leerdicht. Zijn vertaling, in rijmende alexandrijnen, werd door de Vaderlandsche Letteroeffeningen geestdriftig begroetGa naar voetnoot2, maar is nochtans van geringe kwaliteit. Von Eichstorff volgt Feiths tekst zo goed en kwaad als hij kan. Wel veranderde hij enkele namen. Karel en Lucia uit de eerste episode heten hier Ewald en Julia; Nerina werd Lewina. Ook qua uitvoering staat deze vertaling achter bij het origineel, aangezien de vignetten ontbreken.

Meer succes had de vertaling in het Frans van de kundige Auguste ClavareauGa naar voetnoot3 uit 1827, die al na enkele dagen uitverkocht was, zodat op korte termijn nog een herdruk verscheen. Clavareau liet in zijn voorbericht duidelijk uitkomen, dat het hier niet zo maar een gelegenheidsvertaling gold:

‘J'offre au public la traduction du chef-d'oeuvre de Feith qu'un litérateur français a apellé, à juste titre, un trésor exotique.’Ga naar voetnoot4
[pagina 37]
[p. 37]

Belangrijker echter is, dat de Franse vertaling een ander aspect van Feiths gedicht op de voorgrond stelde dan de Nederlandse kritiek gewoon was te doen. Terwijl de Vaderlandsche Letteroeffeningen in 1824 Het Graf een monument van ‘oud-vaderlandsche deugd en godsvrucht’ noemde, bewonderde Clavareau Feiths werk vooral om zijn authenticiteit als een romantisch kunstwerk:

‘Je n'ai pas besoin de faire observer que cet ouvrage n'est pas une fiction poétique: la sublime mélancholie dont il est empreint d'un bout à l'autre, atteste que l'auteur a écrit ce qu'il avait lui-même éprouvé;’Ga naar voetnoot1

Het tedere sentiment vond bij Clavareau meer erkenning dan het stichtelijk gemoraliseer. Met andere woorden: hij trok Het Graf zoveel mogelijk weg uit de Young-sfeer, wat in het bijzonder blijkt uit de vervanging van Vinkeles' sombere, om niet te zeggen griezelige, vignetten door een liefelijke titelprent, voorstellend een grafsteen in de vorm van een rustbed, waarop de schone gestalte van Léwina ligt uitgestrekt. Het geheel is geëncadreerd in een parkachtig landschapGa naar voetnoot2.

De tekst zelf sluit nauw aan bij die van Feith. Alleen werden weer de namen van de dramatis personae uit de episoden veranderd. Karel en Lucia figureren hier als resp. Volnis en Célina; Nerina werd Delphina; Emilia heet nu Léwina en Sophronia verschijnt als Elmire. Ook deze vertaling is geschreven in de alexandrijnse versmaat.

Tot slot volgt thans nog een overzicht van alle volledige en fragmentarische vertalingen, voorafgegaan door een bibliografie van de diverse edities van Het Graf:

(A)HET GRAF, in vier zangen, door Mr. Rhijnvis Feith. Te Amsterdam, bij Johannes Allart, MDCCXCII. XIV en 105 blz., gr. 8o.
(B)HET GRAF, in vier zangen, door Mr. Rhijnvis Feith. Tweede druk. Te Rotterdam, bij J. Immerzeel, Junior. MDCCCXIX. XIV en 105 blz., gr. 8o.
[pagina 38]
[p. 38]


illustratie
Titelprent bij Le Tombeau, Bruxelles 1827. Het plaatje stelt het grafmonument voor van Lewina (= Emilia in de originele versie) uit de vierde Zang. Ook hier vinden we weer, juist als in de titelprent van Het Graf de zielevlinder afgebeeld.


[pagina 39]
[p. 39]
(C)HET GRAF, in: Dicht- en Prozaïsche Werken van Mr. Rhijnvis Feith, elfde deel. Te Rotterdam, bij J. Immerzeel, Junior. MDCCCXXIV, p. 1 tot 72, kl. 8o.
(D)HET GRAF, in vier zangen, door Mr. Rhijnvis Feith. Derde druk. Te 's Gravenhage, bij J. Immerzeel, Junior. MDCCCXXIX. XIV en 105 blz., gr. 8o.
DAS GRAB, ein didaktisches Gedicht von R. Feith und ZWEY ODEN von J. Kinker. frei aus dem Holländischen übersetzt durch P.F.L. von Eichstorff, Zütphen 1821, 8o.
P.F.L. von Eichstorff: Blumenlese aus niederländischen Dichtern, Namur 1826, 8o, S. 76-81 (fragmenten uit Het Graf in Duitse vertaling).
LE TOMBEAU, poème en IV chants, traduit de Feith et suivi de quelques poésies diverses par A. Clavareau. Bruxelles 1827, 12o.
LE TOMBEAU, poème en IV chants, traduit de Feith, deuxième édition, suivi de L'ESPERANCE DE SE REVOIR, poème en II chants, traduit de de Kruyff, et d'une traduction de quelques poésies de Feith par Auguste Clavareau, Amsterdam 1829, 12o.
G.I. Polak: Gedichten en Redevoeringen in de Hebreeuwse Taal, Amsterdam 1836, 12o (bevat een gedeeltelijke vertaling in het Hebreeuws van zang I).

In het familiearchief-Feith te Vorden bevinden zich twee Franse brieven van 16 okt. en 13 dec. 1796, door zekere L'Olivier (‘Col: Adjt. général’) uit Groningen aan Feith gericht. Ze handelen over een Franse vertaling van Het Graf waar de briefschrijver aan bezig is. Hij was blijkbaar al gevorderd tot halverwege zang IV. Het manuscript van deze vertaling (Le Tombeau, Chant I-III) berust eveneens in het Feith-archief.

voetnoot1
Johannes Immerzeel Jr. (1776-1841), autodidact; als uitgever stimuleerde hij de jonge literatoren van zijn tijd, vooral door zijn Nederlandschen Muzenalmanak (sinds 1819). Feith zal begin 1818 met hem in contact zijn gekomen. De K.B. te Den Haag bezit 25 brieven van Feith aan Immerzeel, lopend van 9 januari 1818 tot 7 dec. 1822. De bibliografie van Feiths werken achterin de diss. van H.G. ten Bruggencate vermeldt ten onrechte tussen 1791 en 1811 talrijke uitgaven bij Immerzeel. Het betreft hier uit het fonds-Allart overgenomen boeken, die in de Alphabetische Naamlijst van 1835 met het oorspronkelijke jaartal zijn aangeduid (cf. E. Kossmann, De boekh. te 's-Gravenhage tot het eind van de 18e eeuw, 's-Gravenhage 1937, p. 202).
voetnoot2
15 juni 1822, K.B., signatuur 133 c II iii.
voetnoot1
Onleesbaar; er stond waarschijnlijk: daar.
voetnoot2
K.B. (collectie-Immerzeel).
voetnoot3
K.B. (collectie-Immerzeel).
voetnoot1
Peter Friedrich Ludwig Christian von Eichstorff, geb. te Oldenburg in 1799, jarenlang beroepsmilitair, sedert 1816 als luitenant der artillerie in Nederlandse dienst; grote verdiensten voor de bekendwording van onze literatuur in Duitsland; hij stierf in 1848.
voetnoot2
Jrg. 1824, deel I, p. 351-358.
voetnoot3
Antoine Joseph Théodore Auguste Clavareau, geboren te Luxemburg in 1787, gestorven te Maastricht in 1864, bekend vertaler in het Frans, onder meer van Van Alphens kinderdichtjes en van Helmers' Hollandsche Natie.
voetnoot4
A.w., p. IV.
voetnoot1
Préface, 2e druk, p. XI.
voetnoot2
Cf. de reproduktie op p. 38 van deze uitgave.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken