Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neem er eentje van mij (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neem er eentje van mij
Afbeelding van Neem er eentje van mijToon afbeelding van titelpagina van Neem er eentje van mij

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (7.05 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Illustrator

Peter Vos



Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neem er eentje van mij

(1964)–Rinus Ferdinandusse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]

Kamer

Toevallig een leeg tafeltje in het overvolle café, aan het raam. Nauwelijks kwam het vrij of ik zat aan de ene kant en twee zware jongens, met zijden dasjes om de hals, ondanks de hitte, aan de andere. De een praatte al toen hij ging zitten, maar zonder nadruk, alsof converseren hetzelfde was als ademhalen. De ander keek, met mij, over het volle terras, voornamelijk naar een forse, blonde vrouw die probeerde of ze viervijfde van haar boezem kon laten zien zonder opzien te baren. Dat lukte niet.

Een harmonikaman met een heel klein mondharmonikatje stond wat pieperige muziek te maken; voor ons was slechts af en toe een toon hoorbaar. De man had waarschijnlijk ook geen vergunning want hij keek voortdurend argwanend rond en had het apparaatje zo in zijn hand verborgen dat het leek of hij een kostbaar koekje at, of heel gemaakt in zijn vuistje stond te lachen.

‘'n Geraamte, wat is dat nou?’ zei de prater. ‘Ik maak veel erger mee. Goed, 't is natuurlijk wat als je net als die Parijse vent uit de krant op je muur klopt en dan een verborgen kast ontdekt waarin het geraamte zit van de vrouw van de vorige bewoner. Dat is gek, dat geef ik toe, dat is heel gek.’

‘Ach,’ zei de ander, die ook niet wilde achterblijven, ‘'t zou gekker geweest zijn, als ze daar drie jaar in die kast had gezeten en ze lééfde nog. Als ze daar inmiddels vierduizend paar sokken had zitten breien. En tegen de politie gezegd had: “He, ik dacht dat die kast nooit openging.”’

Zijn buurman haalde de schouders op. ‘Ik heb met die kamer die ik verhuur veel meer meegemaakt. 't Is een mooie kamer, je kijkt over het Singel. Mooi uitzicht, alhoewel d'r staat een urinoir in maar dat zie je alleen als je d'rop gaat zitten letten. Maar een ellende dat ik meegemaakt heb, want

[pagina 118]
[p. 118]

ik verhuurde aan studenten, nou, dan weet je het wel.’

De ander zweeg, maar het was duidelijk dat hij het dan nie wist. Vandaar: ‘De eerste student die wij hadden zoop als een ketter. 'n Rustige jongen, lag veel in bed, maar alleen met een boek. Wel bracht hij 's nachts allerlei personen mee uit de kroegen aan de Spuistraat; die lagen dan te ronken op het karpet of op de canapé. Eén keer ga ik 's nacht naar het toilet en daar zit een oude vent te slapen met een alpinopet op. Goed, dan word je kwaad, want als je nodig mot is het niet fijn als je eerst een oude man moet verwijderen. Maar ja, die jongen belooft beterschap.

Maar later neemt-ie toch weer een vent mee, die zich apebewusteloos had gedronken, want 's nachts rolt-ie achter de canapé. Die student vergeet 'm de volgende ochtend en gaat weg. Mijn vrouw komt daar toevallig, ziet die vent z'n

illustratie
‘Honderd pils graag.’


[pagina 119]
[p. 119]

schoenen van onder 't canapékleed en krijgt bijna een toeval. Ze belt de politie en al dat gedoe meer. Geeft niks, ik zeg die student op, maar mijn vrouw slaapt sinds die tijd erg slecht. Droomt van dooie kerels onder bedden. Geeft niks, maar 't is net of je naast een woelmuis slaapt.

De volgende student zoek ik zelf uit. Max, heette hij. Een vriendelijke jongen. Aardig. Een voetenveger. Open. Af en toe bleef er een meisje slapen, maar wij zijn ruim in die dingen. Doch op een gegeven moment wóónt er ineens een meisje. Riekje of Rietje. Ze droeg sandalen en van die wijde rokken. Mijn vrouw wou d'r wat van zeggen, maar ik dacht kom, het is een kampeerderstype die heeft op de kouwe grond d'r opleiding gehad. Laat ze maar.

Nou, daar heb ik spijt van gehad. Op een nacht horen wij een ontzaggelijk gekerm. Ik ren naar binnen en zie meteen bloed op het behang. Riekje of Rietje heeft Max een opmieter gegeven met het deksel van de kachel. Recht op zijn hersenpan. En hij studeerde toch al zo slecht. Dat zei z'n moeder toen ze de kamer kwam opzeggen, omdat hij lang naar 't hospitaal moest.

Op aandringen van mijn vrouw namen we toen een meisjesstudente. Een medisch studente, een lief kind. Ze droeg van die truien tot over d'r knieën, en zonder vorm, alsof 't patroon in 't water gelegen heeft. Ik herinner me dat ik na drie weken nog niet wist of ze borsten had.

Maar toch bleek dat ze haar op d'r handen had. Op een nacht horen wij lopen en schreeuwen; ik ga kijken en daar heeft ze ineens er een vriendinnetje liggen die ze net aan een kind heeft geholpen. Goed, wij waren weer kwaad, maar we laten ons bepraten want het ging om een zielig meisje, zonder geld, die nergens heen kon; belazerd door een getrouwde vent, je weet wel, die stuff. Maar jawel hoor, twee maanden later wéér gebler en d'r ligt wéér een meisje dat ze net verlost heeft. Ze had gewoon een verlosserscomplex. God helpe de vent waar ze nou een kamer heeft.

[pagina 120]
[p. 120]

Daarop hebben wij 't geprobeerd met een advertentie voor ‘een net persoon’. Nou zit er zes maanden een werkman. Stille man, heel stil. Oppassend - dat is het woord. Alles ging goed, maar de laatste dagen hoorden we alsmaar zagen. Maar d'r ís in die kamer niks te zagen. En overdag kon mijn vrouw niks vinden. En je kan niet naar binnenlopen als 't ie bezig is en vragen: ‘Zaagt u soms?’, zolang je geen boodschap an 'm hebt.

Op een avond komt-ie thuis met een enorme zak over zijn schouder. Mijn vrouw had dat gezien en die wacht mij hysterisch op als ik thuiskom: ‘Ik voel,’ zegt ze, ‘dat die vent de vloer heeft open gezaagd en er een lijk in heeft gestopt.’ Goed, het loopt zo hoog dat ik er wat aan doen moet, dus ik ga naar die vent en ik zeg: ‘wij hoorden u zo sjouwen, u haalt toch niemand in huis?’ ‘Nee,’ zegt-ie, ‘ik heb alleen een nieuwe matras gekocht.’ Gisterochtend ben ik speciaal thuis gebleven en ik heb met mijn vrouw die kamer doorzocht. En hij hééft een nieuwe matras! Maar toen ik het zeil in de hoek opnam bleek, dat er ook een stuk uit de vloer gezaagd was. Zat nou een luik; daar had best een lijk onder gekund, maar 't was leeg.

Mijn vrouw begon alweer te klieren, maar ik bleef helder; ze verkopen mij geen prut voor appelmoes. Ik zeg tegen mijn vrouw: ‘Je kan nooit bewijzen dat hij dat nu gezaagd heeft. Hij kan altijd zeggen dat het er al gezeten heeft. Wat moet ik trouwens zeggen? Zo van: kom, dacht ik, ik ga het zeil bij u 's opnemen om te kijken of er geen luik zit zeker?’

Hij zweeg maar bleef bezig met schamper hoofdbewegen.

‘Misschien maakt-ie een plekje voor zijn ijzeren voorraad. Zijn sloopje BB-erten,’ zei de ander geeuwend.

‘Mijn vrouw wil die kamer niet meer in,’ besloot de man het onderwerp. ‘Gisteravond moest ik nog gaan kijken. En vanmorgen weer. Maar 't zal wel dagelijks worden, gelijk met de ochtendpost.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken