Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eene liefde in het Zuiden (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eene liefde in het Zuiden
Afbeelding van Eene liefde in het ZuidenToon afbeelding van titelpagina van Eene liefde in het Zuiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eene liefde in het Zuiden

(1881)– Fiore della Neve–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXVI.

 
O uur van vreugd, na zooveel dagen wachten! -
 
Een bode van 't kasteel kwam dezen morgen
 
En riep mij naar het slot, en 'k ging er heen,
 
Niet wetend wat het lot mij brengen zou.
[pagina 42]
[p. 42]
 
En 'k vond een man in tranen, en een vrouw
 
Verbleekt van 't lange waken aan een ziekbed.
 
De grijsaard sprak, en luide snikken stoorden
 
De woorden die hij langzaam trachtte te uiten.
 
 
 
‘Ze is krank, onze eenige, onze roos, Rosaura;
 
Gij moet wel goed en edel zijn, o vreemdeling,
 
Om zoo het reine harte te betoov'ren
 
Van onze lieveling. o Beur haar op,
 
Geef der geknakte bloem het leven weder,
 
En wend ze thans ten zegen aan, de liefde,
 
Die haar ter nederwierp op 't gloeiend ziekbed.
 
Zij jaagt in koortshitte of verteert in kwijning,
 
En roept haar' ouders harde woorden tegen,
 
En klaagt om u. Welnu, zoo neem haar aan!
 
Is rang en kroon niet ijdelheid bij 't leven,
 
Bij 't kostbaar leven van ons eenig kind?’
 
 
 
En 'k zag haar weêr; en zoet glimlachend sprak zij,
 
Terwijl een traan uit 't groote, donker oog
 
Zacht paarlend langs haar bleeke wangen rolde:
 
 
 
‘Gij waart nog hier? Het was u dus geen ernst,
 
Het wreede briefje dat gij 't laatst mij zondt?
 
Gij vraagt vergeving, - alles is vergeven
 
Wanneer gij slechts niet zegt dat 't ernst u was.
 
Niet waar, geliefde, gij bemint mij nog?
 
Zult steeds mij minnen en mij nooit verlaten?’
[pagina 43]
[p. 43]
 
Zij sprak dit alles met een zachte stem
 
En 'k zag hoe zwak zij was, en hoe haar oogen
 
Van 't sterke licht vermoeid en 't veel gedruisch
 
Zich langzaam sloten, even of ze sliep.
 
En 'k zag den grijsaard en de moeder aan;
 
En zij beschouwden mij met droeven blik,
 
Alsof ze mij benijdden dat hun kind
 
Den vreemdeling beminde boven hen.
 
Toen reikten zij mij stil de hand en 'k zeide
 
Hun de belofte die mijn hart mij ingaf,
 
Dat 'k steeds hun lieveling beminnen zou
 
En haar beschermen als den bruîgom past.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken