Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kinderen van de grote fjeld (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kinderen van de grote fjeld
Afbeelding van De kinderen van de grote fjeldToon afbeelding van titelpagina van De kinderen van de grote fjeld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (8.11 MB)

ebook (3.38 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Illustrator

G.D. Hoogendoorn

Vertaler

Nora Basenau-Goemans



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Zweeds / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kinderen van de grote fjeld

(1948)–Laura Fitinghoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 186]
[p. 186]

De jonge dominee

De kinderen waren nu in bed en spoedig ingeslapen, maar toen vijf van hen laat op de dag wakker werden, was het een grote teleurstelling om het grote vertrek leeg te vinden.

Nog erger was het om de stal met alle koeien, die zij zich hadden voorgenomen te melken, eveneens leeg te vinden. De koeien, die zij onderling hadden verdeeld om te melken, de makste dieren, zoals Dansroos en Viva, waren allen het bos al in om te grazen en de geiten ook.

Pelle, de veehoeder, die nare jongen, had zijn belofte niet gehouden, toen hij die nacht op zoek naar Goudster, lang na alle anderen was thuis gekomen. Hij had namelijk beloofd alle kinderen mee te nemen naar het bos om het vee te helpen bewaken. Zij zouden mee zijn gegaan in de roeiboot over de rivier naar andere veehutten, waar een grote zwarte stier was ondergebracht, die uit een ander land afkomstig was. Hij had een koperen ring door zijn neus en een ketting rond zijn horens en hij was zó kwaadaardig als hij kinderen zag, dat hij dan zó loeide, dat er stoom uit zijn muil kwam en hij liep overdag binnen een apart voor hem gemaakte omheining.

En Pelle had ook beloofd, dat zij forellen zouden vissen in een kleine fjeldbeek. Ante zou hij leren blazen op

[pagina 187]
[p. 187]

een bokkenhoorn, wat veel gemakkelijker was dan in die lange hoorn. Zij zouden een hol gaan zien, waar vroeger rovers hadden gehuisd. Men kon er inkruipen, op handen en voeten door een gat, dat nauwelijks zichtbaar was in de berg en eenmaal binnen, kon men er gemakkelijk staan, zelfs wel met vijftien mensen. En alle bessen die zij zouden geplukt hebben......

Nu waren de kinderen boos en slecht geluimd en er werd gekibbeld en gemopperd op die stralende Zondagmiddag, dat het een aard had.

Ingegerd mopperde op Gertrud, dat de zon zo fel scheen.

‘En geen vonkje in de haard,’ mompelde Elsa.

Zij beweerde, dat Viva siste, als zij maar met een natte vinger in haar buurt kwam, zoals een strijkijzer sist als men voelt of het al heet is.

Sylvia, de jongste, een fijn teer stadspoppetje, zat rechtop in bed te huilen. Alles was ‘vervelend’ en zij verlangde naar haar moeder.

Ineens ging de buitendeur open en vertoonden Ante en Malena zich. Gekleed, gekamd, gewassen, blij en vrolijk, zodat zij wel stralende zonnetjes geleken. Malena had haar handen vol lelietjes van dalen, linnea en bosanemonen. Ante had zes mandjes gemaakt van berkebast, die hij in een rij aan zijn arm had hangen.

Zij waren gevuld met rijpe moerasbessen.

‘Zijn jullie op?’ vroeg Viva scherp, hoewel zij ze kant en klaar voor zich zag staan. ‘Ik dacht, dat jullie ook nog sliepen.’

‘Pelle heeft ons gewekt vanochtend, voordat hij er met het vee op uittrok,’ zei Ante.

‘En waarom heeft hij ons niet gewekt?’ zei Gertrud met tranen in haar stem. ‘Op één na de laatste dag hier buiten en dan die dag verslapen!’

[pagina 188]
[p. 188]

‘Hij deed wat hij kon,’ verzekerde Ante. ‘Hij heeft geroepen en geschreeuwd door de deur hier en hij heeft in de hoorn geblazen vlak naast jullie bedsteden. De koeien loeiden en maakten het nodige spektakel toen zij de stal uitrenden naar buiten, dus wij dachten, dat jullie wel wakker waren.’

Terwijl hij Pelle verdedigde, legde hij ondertussen op de houten tafel bij het raam, op grote groene bladen, de heerlijke gele moerasbessen in hoopjes neer, voor iedereen wat.

‘Ja, maar daar wordt ik niet wakker van, dat weet hij best, daar slaap ik juist van in,’ snoof Ingegerd.

‘Dus jullie hebt het prettig gehad?’ vroeg Elsa, half verwijtend.

‘Ja, ik weet niet, maar we hebben geholpen in de stal, we hebben alle geiten gemolken en de mest weggekruid en de koeien geschuierd, voordat zij werden losgelaten,’ zei Ante.

‘En zijn jullie toen in het bos geweest?’ vroeg Angela, die nog bezig was om haar blonde krullen netjes te schikken.

‘Ja, ook in de kerk,’ antwoordde Malena, een beetje weifelend.

‘In de kerk?’ schreeuwden de kinderen allen tegelijk. ‘Er is hier geen kerk!’

‘Houd je mond, Malena,’ waarschuwde Ante, terwijl hij vuurrood werd.

Malena ging op de drempel zitten en zweeg, vast besloten om haar broer te gehoorzamen.

‘In welke kerk, zeg?’ vroeg Elsa, die met een gesmeerde boterham naar Malena toe stapte.

‘Niets, ik zei maar wat.’

‘Hoor eens, was het een speelkerk?’ vroeg Ingegerd nu.

[pagina 189]
[p. 189]

‘Wat is dat voor een soort kerk?’ vroeg Malena terug.

‘Lieve snoezige, kleine Malena, zeg het aan mij. alléén aan mij, in welke kerk jullie zijn geweest,’ fluisterde Sylvia.

Ze sprong uit haar bed en rolde zich als een poesje op in Malena's schoot.

Malena keek angstig naar Ante om, die rustig aan tafel een portie bessen met melk zat te verorberen met Angela, Viva, Ingegerd en Gertrud, die samen ‘de rovers’ werden genoemd, een gemeenschappelijke naam voor de dochters van den Dominee.

‘Zeg het maar, als je wil,’ gaf Ante toe.

‘Alleen aan mij,’ fluisterde Sylvia. Sylvia was een klein, verwend, enig kind, een nichtje van de domineeskinderen.

‘Wie was de dominee?’

‘Ante.’

‘Weet je wat!’ riep Viva uit, ‘als we nu alles op hebben, dan gaan we naar de kerk. Ante moet dominee wezen en voor ons preken, zoals hij voor Malena heeft gepreekt.’

Ante kleurde.

‘En nu zullen wij samen zingen, hoor je, Ante,’ zei Angela. ‘Ga nu vast vooruit, dan komen wij dadelijk.’

Angela's stem klonk zó beslist en overtuigd, dat Ante zonder verdere tegenwerpingen opstond en naar buiten liep.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken