Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brieven van Nonkel Pastoor (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brieven van Nonkel Pastoor
Afbeelding van Brieven van Nonkel PastoorToon afbeelding van titelpagina van Brieven van Nonkel Pastoor

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

ebook (2.79 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven van Nonkel Pastoor

(1935)–Emiel Fleerackers–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 105]
[p. 105]

Bertje is nu tevreden.

Nonkel antwoordt:

Beste Bertje,

 

Ik had u gevraagd en gesmeekt mij dan toch eindelijk eens een brief te schrijven, die mijn hart zou doen huppelen van plezier... en daar nu - bots! - komt het ergste! Ik ben tevreden!... Kan 't brutaler? Kan 't cynieker?... Ha, Bertje! wat zag ik u liever, lijk Jeremias in zak en assche, neerzitten op een steen langs den levensweg, al jammerende uw ontevredenheid uit!

Ge moogt sapperdeboere niet tevreden zijn! Wat donders nu!... Wacht daarmee tot in den hemel!...

[pagina 106]
[p. 106]

Renteniers, filosofen, oesters zijn tevreden. Renteniers, omdat ze niet beters weten; God vergeve 't hun. Filosofen, omdàt ze beters weten; en O.L. Heer zal ze vinden. Oesters omdat ze oesters zijn; simpliciter. Maar gij, - gij Bertje! - hebt gij het in uw studies of in de ondervinding van 't leven nog niet verre genoeg gebracht om te weten dat TE altijd slecht is?... Buiten te huis misschien, en te paard. Misschien!... want als het te huis rhumatiek is, en het paard is een wit paard, dan is het ook weeral niet op zijn zondagsch.

En veronderstel nu eens, zot genoeg! - dat alles in de wereld tip-top-perfect ware, dan nog, o mijn bloed! zou er ten minste nog één ding scheef genoeg zitten om ontevreden te zijn. Al was het maar uw eigen zelf... Ja, ja! ge moet me zoo niet bekijken!... Uw eigen zelf: Bartholomeus Bartholomeeuwissen!

Daar leeft op aarde geen enkel mensch met gezond verstand en gezond hart die tevreden mag zijn, die tevreden kan zijn, die tevreden is. En waarom niet?

Luister eens, Bertje ...En laat Nonkel nu een bladzijde schrijven met lyrischen gloed en epischen zwier.

 

Vóór mijn verbeelding ligt de breede wereldbaan open; het stadion; de Beerschot van 't universeele menschdom. En van uit de verre kim stormt de massa aan van de generaties; geen processie, maar een wilde vloed die aanglijdt, opzwelt, voorbij me rukt. Een woeste banjir menschdommerij. En vooruit

[pagina 107]
[p. 107]

schuimt en schreeuwt, klotst en botst de massa, krank en kreupel, oud en jong, sterk en stout, stram en stijf, ziek en gezond, - vooruit! allen bezield met den geest, den ‘struggle for life’ - altijd maar om vooruit! en om het eerst!

En voorbij me stampt en stormt de eerste groep, - een massa vetgevoed en volgevuld. Ze zweeten en zwoegen, puffen en paffen, vagen onder 't loopen 't zweet weg van hun voorhoofd. En ik roep zoo: ‘Wie zijt ge?’ En ze hijgen me toe: ‘Financielui!’ - ‘En,’ vraag ik, ‘waarom loopt ge zoo?’ - ‘We moeten er geraken!’ - ‘Er?... Waar ligt dat: er?’ - ‘Ginder!... Geld!’ -

En een tweede groep stormt op. Dat zijn de artisten, dichters, generaals, schilders, herkuuls, sportlui, cinema-stars. Ik vraag: ‘Wat loopt ge zoo?’ - ‘Wij moeten er geraken!’ - ‘Waar ligt dat: er?’ - ‘Ginder!... Glorie!’

En een derde groep, - de groep van de geleerden, peinzers, starrekijkers, uitvinders, wereldontdekkers... - ‘Waar loopt ge naartoe?’ - ‘Wij moeten er geraken!’ - Waar: er? - ‘Ginder!... Wetenschap!’

En een vierde groep! Dat is de groep van de heiligen, martelaars, belijders, eremijten. - ‘Zegt me, heilige menschen, wat beteekent dat geloop?’ - ‘Wij moeten er geraken!’ - ‘Er? Waar ligt er?’ - ‘Ginder!... Heiligheid!’

En dat nu, Bertje! is de Banjir der Ontevredenen...

En langs de baan zit me daar een broekventje te kijken. En ik vraag: ‘Zeg me, broekventje, loopt ge

[pagina 108]
[p. 108]

niet mee? Moet gij er niet geraken?’ - ‘Neen, Nonkel’ zegt me 't broekventje, ‘ik ben tevreden, waar ik zit.’

Loop mee, zeg ik! Loop den storm mee! Gij ook moet er geraken! ER! ER! ER!... Waar ligt: er?... Ginder!... En zoodus, wees ontevreden, waar ge zit... Zitten is geen ideaal; en blijven zitten is nog erger!

Meeloopen met den eersten groep, - om geld, - dat is niet noodig; en tevreden moogt ge zijn met de totale som van drie centen, die in uw broekzak hun best doen om te rinkelen of ze gezessen waren; en blijf ook maar weg uit den tweeden groep, - om glorie; en wees tevreden met dien roem en die glorie, die schittert als een schotel om 't kosmetiek van uw krollekopje; maar meeloopen, met den derden groep, - om geleerdheid, - moogt ge wel; moèt ge wel; want uw kennis, Bertje, is zóó verbazend, dat ge toch al iets zoudt weten, als ge wist dat ge zóó weinig weet; maar weze de vierde groep ùw groep, o mijn bloed! - en wees in Gods naam niet tevreden met de deugd en de heiligheid, die de armzalige uwe is - en die helaas! zóó zwak is, en zóó koud, dat O.L. Heer zich met een twijfel moet af vragen: ‘Maar ben ik dan vroeger ook niet gestorven voor Bartholomeus Bartholomeeuwissen?’

En schrijf me nu voortaan: ‘Ik ben zeer ontevreden!’ En zooals de socialisten, naar ze zeggen, de open wonde bloeden laten in 't hart van de proletariërs, laat ook in uw harte, de wonde maar door-

[pagina 109]
[p. 109]

bloeden van uw ontevredenheid over uw eigen onvolmaaktheid.

En loop elken dag maar wat rapper; dat is: word elken dag wat volmaakter. Zoo wordt 'ne mensch een herkuul in spieren, of in de heiligheid. - 'k Heb eens in een geleerd boek gelezen, van een koeboerke, en die stak elken dag een kalfke op zijn schouders omhoog, - elken dag zoo; en 't kalfke werd stilaan kalf, vaarsje, vaars, koeike, koe... en op een zekeren morgen stond de man op de foire met een zware, dikke koe over de schouders geslagen als 'ne sjerp... En een andere ontevredene vond elken dag wat poeier uit, en elken dag al meer en meer poeier, - en nu is hij geleerd als de zee diep is; en, als ge maar wilt, dan zal ik nog 'ns 't geluk beleven, van u gekanoniseerd op 't hoogaltaar van mijn parochiekerk te zien rijzen... als ge met Gods genade elken dag maar uw best doet om ontevreden te zijn met uzelf en heilig worden wilt...

Maar, o mijn bloed! nu zegt ge misschien, ad hominem: ‘Maar Nonkel, doet ge zelf al wat ge me daar zoo netjes neerschrijft?’ - Neen, Bertje, helaas! en dat 's het schoonste niet van mijn historie; en 2o) zoo 'n vraag moogt ge niet stellen aan uw nonkel; dat 's onbeleefd; en 3o) als ik zooals gij nog zestien jaar oud was, dan deed ik het wel! maar ik had op mijn zestien jaar geen Nonkel Pastoor om het me zoo persies te zeggen; en 4o) als ik het nu niet teenemaal doe zooals ik het u schrijf, dan zal dit maar bewijzen, Bertje, dat een mensch zijn ideaal moet opzetten in zijn jeugd, want later komt er niet

[pagina 110]
[p. 110]

veel meer van in huis, in 't sezoen dat de bladeren rijzen... Dan mist 'ne mensch zoo wat ressort.

 

Ik heb het voorgaande eens overlezen; en 't komt op in mijn brein dat misschien in uw brein een misverstand gaat losbotten van belang. Versta me dus wel, Bertje! Namelijk, als ik het over ontevredenheid heb, dan is er natuurlijk geen spraak van die domme, bisdomme, aartsbisdomme ontevredenheid, die mort en grolt over ieder en alles; die nu weer de pap te warm, dan weer te koud vindt; de ontevredenheid nl. van die menschen, die in de maatschappij niet zoeken dan nagels om op te zitten en klagen nadien omdat ze op nagels zitten.

Trouwens, ik zou er niet van verschieten, als uw instinkt, - uw instinkt op zijn eenzaam eentje, u die distinctie al had ingegeven...

Van verschieten gesproken, - kuiper Berloo ligt in 't hospitaal. De kuiper ging verleden Maandag avond, met een vlammend stekje zien of er nog benzien was in de kit. Daar was nog benzien in de kit... Die verschoot!

En Sofie heeft in de week op haar tong gebeten; helaas! niks er af. 't Zal haar leeren.

Ik zend u een kruiske; en moge O.L. Heer het kruiske laten gedijen!

 

Nonkel Pastoor


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken